Frans Archives - Pagina 2 van 4 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Devenir

Devenir lijkt op denver (la casa de papel) die is heel knap dus ik ga denver zijn vriendin WORDEN
devenir = worden

Door Emma

Le cafe

Wat drink je een een cafe? Inderdaad de “koffie”. Le cafe is dan ook koffie.

Door Jet

Dès que

Dès que = zodra

1. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dekken.
Wordt:
2. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dès que

Door Anoniem

Ne plus

Ne plus betekent niet meer

Je hebt geen paraplu meer nodigt als het niet meer regent

Door Tessa

Acheter

Acheter betekent kopen

Als je thee gaat kopen.

Door Jonneke

Bon beau grand

Rijmpje:

(Ook vrouwelijk en meervoud)
bon beau grand
gros mauvais mechant
haut vieux long petit
cher jeun joli

Deze bijvoeglijke naamwoorden komen vóór het zelfstandig naamwoord

Door Magda

Het verschil tussen cela en ceci

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A en I=I

CelA = dAt
CecI = dIt

Door Jan

‘avoir’ geen gevaar / ‘etre’ oplette(n)

Als in het Frans bij de voltooide tijd het hulpwerkwoord ‘avoir’ is, verandert het voltooid deelwoord niet. Bij ‘etre’ wel.

Vb:
(avoir) Elle a mangé
(être) Elle est rentrée

Door Else

bleu/blue

Frankrijk ligt in de EU, dus blauw in het frans schrijf je met ‘eu’.

Door Anoniem

Bleu of blue

Frans betekent bleu, want Frankrijk zit nog in de EU
Engels betekent blue, want Engeland zit niet meer in de EU

Door Madelief

Ouvert

Ouvert = open

Denk aan O = O

Door Nikki

Het verschil tussen accent circonflexe, grave en aigu

Om het verschil tussen de accenten te onthouden, kun je denken aan het rijmpje

Accent circonflexe -> het hoedje van de heks!   
Accent grave -> komt van u af!
Accent aigu-> komt naar u toe!

Door Linte

Het verschil tussen où en ou

Oú = waar
Ou = of

Je kunt hierbij denken aan de vraag; waar is het streepje? 
Als het streepje erop staat, is het óu –> waar

Door Anoniem

Qui?

Qui? = Wie?
kiwi
Je hebt qui (ki) en wie (wi).

Door Nora

Franse vervoersmiddelen

Voor vervoersmiddelen waar een dak op zit, gebruik je à –> à pied , à vélo!
Voor vervoersmiddelen waar wel een dak op zit, gebruik je en –> en voiture, en bus!

Door Joyce

De uitgang EAU

Om de uitgang -eau te onthouden, kun je het zien als een acroniem. EAU

E en
A kelige
U itgang

Door Gerda

Natation

(Faire de la) natation betekent zwemmen

Van zwemmen wordt je nat

Door Wouter

Demander

Demander betekent vragen

De man der vragen!

Door Anoniem

Couloir

Couloir betekent gang

In de gang is het koel

Door Inge

Jolie

Jolie = knap

Angelina Jolie is erg knap

Door Tessa

bijv. naamwoorden vóór zn

Als (autre)
Ben (bon)
Jou (joli)
Niet (nouveau)
Leuk (long)
Vindt (vieux)
Gaat (gros)
Het (haute)
Met (mauvais)
Ben (beau)
Gewoon (grand)
Prima (petit)

En dan de rangtelwoorden natuurlijk!

Door Julia

Een Frans streepje

Een streepje ( – ) = le trait d’union

Dit lijkt op traditionele ui

Door Elize

Une glace

Une glace betekent een ijsje

IJs eet je uit een glas

Door Beau

Kijk in het woord

Denk goed na in het woord, misschien zit daar nog een ander woord in dat je kent en dan kan je er makkelijk achterkomen. Of het woord lijkt heel erg op het Nederlands.

Door Daantje

Uitgangen tegenwoordige tijd

Om de uitgangen voor de eerste 3 vormen van de tegenwoordige tijd te onthouden, kun je denken aan
SuperSnelTrein

-s (je dors)
-s (tu dors)
-t (il dort)

Door Anoniem

Être en avoir

om Être en avoir niet door elkaar te halen kan je dit gebruiken: bij avoir begint alles met een a (behalve ils sont) en avoir begint ook met een a 🙂

Door daphne

Werkwoorden Frans

Avoir= ils, elles ont= o van avoir.
Faire= ils, elles font= f van faire

Door Delphine

Magisme

Magisme betekent winkel
Denk hierbij aan een magazijn, wat heeft een winkel een magazijn.

Door xapie

la viande

La viande betekent het vlees

La viande lijkt op viandel en dat is vlees

Door Aurora
Home
Alle items
Uploaden