Frans Archives - Pagina 2 van 4 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Uitgangen tegenwoordige tijd

Om de uitgangen voor de eerste 3 vormen van de tegenwoordige tijd te onthouden, kun je denken aan
SuperSnelTrein

-s (je dors)
-s (tu dors)
-t (il dort)

Door Anoniem

Le gant

Le gant betekent de handschoen. Denk hierbij aan een dame op een bal. Die draagt handschoenen en dat staat heel e-le gant.

Door Cornelia

Peu

Un peu betekent een beetje.

Een beetje is klein. Klein is een peuk en een peuk lijkt op peu.

Door David

Avec

Avec = met

Denk aan patat avec. Een patatje met mayonaise

Door henk

Trop

Trop betekent teveel

Teveel drop

 

Door Jomayra

Qui?

Qui? = Wie?
kiwi
Je hebt qui (ki) en wie (wi).

Door Nora

Vraiment

Vraiment betekent echt

Dat is een echt fragment

Door Thom

Het verschil tussen peux en veux

Om het verschil hiertussen te onthouden, kun je denken aan

Peux = kunnen –> PK –> Paardenkracht
Veux = willen –> VW –> Volkswagen

Door Joan

Ordinateur

Ordinateur betekent computer

Sommige (oude) mensen vinden computers ordinair

Door Kelly

Depuis vertaling onthouden

Depuis betekent “sinds”, en dat kan je zien aan het woord zelf. Het woord bevat namelijk “sinds” letter-voor-letter in het woord. Geloof je me niet?

Draai het woord “Depuis” 180 graden om en zie het woord “sinds” verschijnen

Door Mattay

Het verschil tussen accent circonflexe, grave en aigu

Om het verschil tussen de accenten te onthouden, kun je denken aan het rijmpje

Accent circonflexe -> het hoedje van de heks!   
Accent grave -> komt van u af!
Accent aigu-> komt naar u toe!

Door Linte

De Franse mannelijke landen

Om te onthouden welke landen in het Frans mannelijk zijn, kun je denken aan
Japanners Moeten Deense Bessen Plukken

J apan
M arokko
D enemarken
B razilië
P ortugal

Door Rein

Cuisine

Om te onthouden dat je cuisine met ‘ui’ schrijft, kun je denken aan

In de keuken snijdt je een ui

Door mandy

uitgangen regelmatige ww. -er

Een ESkimo Eet ONS EZeltje ENTerecht

parler

je parlE
tu parlES
il/elle parlE
nous parlONS
vous parlEZ
ils/elles parlENT

Door isa

Ne plus

Ne plus betekent niet meer

Je hebt geen paraplu meer nodigt als het niet meer regent

Door Tessa

Regarder

Regarder = kijken

Kijk in de garden

Door Cherèl

Ouvert

Ouvert = open

Denk aan O = O

Door Nikki

Guérir

Guérir = genezen

Guer lijkt op Cure en dat betekent ook genezen

Door Liselotte

BSA

BSA. Bonjour, Salut, Au revoir.

Door Luuk

Het verschil tussen où en ou

Oú = waar
Ou = of

Je kunt hierbij denken aan de vraag; waar is het streepje? 
Als het streepje erop staat, is het óu –> waar

Door Anoniem

Dès que

Dès que = zodra

1. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dekken.
Wordt:
2. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dès que

Door Anoniem

Franse zinsopbouw

Voor het opbouwen van een franse zin, kun je dit aanhouden
Bange Ogen Gaan Langer Mee B.

B ijwoordelijke
bepaling
O nderwerp
G ezegde
L ijdend voorwerp
M eewerkend voorwerp,
B ijwoordelijke bepaling

Door Robert-Paul

Nager

Nager = zwemmen

Nager lijkt op naakt,

dus zou je kunnen onthouden: naakt zwemmen

Door Anno

Porte

Porte = deur

Een deur is ook een soort portaal

Door Stijn

‘avoir’ geen gevaar / ‘etre’ oplette(n)

Als in het Frans bij de voltooide tijd het hulpwerkwoord ‘avoir’ is, verandert het voltooid deelwoord niet. Bij ‘etre’ wel.

Vb:
(avoir) Elle a mangé
(être) Elle est rentrée

Door Else

Woorden in de passé composé

Om de woorden die in de passé composé met être gaan, te onthouden, kun je gebruik maken van het acroniem DAMPERSVAT

D escendre
A ller
M onter
P artir
E ntrer
R ester
S ortir
V enir
R etourner
A rriver

Door Charlotte

Bijvoeglijke naamwoorden

Aux Champs Elysées

De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Aux Champs Elysées. Zo kun je ze onthouden:

Beau-, bon, joli
*paraparapa*

Haut, long, petit
*paraparapa*

Jeune au vieux
Grand au gros
Mauvais au nouveau

Ce sont les adjectifs avant le nom

 (En dan nog de rangtelwoorden zoals première, deuxième etc.)

Door Shona

Ferme

Ferme = dichtdoen, sluiten

Als je de deur dicht gooit dan doe je dat met een ferme slag

Door Zoë

Werkwoorden Frans

Avoir= ils, elles ont= o van avoir.
Faire= ils, elles font= f van faire

Door Delphine

bleu/blue

Frankrijk ligt in de EU, dus blauw in het frans schrijf je met ‘eu’.

Door Anoniem
Home
Alle items
Uploaden