Frans Archives - Pagina 3 van 4 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Guérir

Guérir = genezen

Guer lijkt op Cure en dat betekent ook genezen

Door Liselotte

Rester

Rester = blijven

De rest blijft over

Door Michaël

Bijvoeglijke naamwoorden

Aux Champs Elysées

De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Aux Champs Elysées. Zo kun je ze onthouden:

Beau-, bon, joli
*paraparapa*

Haut, long, petit
*paraparapa*

Jeune au vieux
Grand au gros
Mauvais au nouveau

Ce sont les adjectifs avant le nom

 (En dan nog de rangtelwoorden zoals première, deuxième etc.)

Door Shona

Drole

Drole betekent grappig/leuk
Denk aan dat je ergens van moet lachen

Door Thijs

Porte

Porte = deur

Een deur is ook een soort portaal

Door Stijn

Ouvert

Ouvert = open

Denk aan O = O

Door Nikki

Het verschil tussen acheter en vendre

A=A, V=V

A cheter = A ankopen
V endre = V erkopen

Door Rein

Franse zinsopbouw

Voor het opbouwen van een franse zin, kun je dit aanhouden
Bange Ogen Gaan Langer Mee B.

B ijwoordelijke
bepaling
O nderwerp
G ezegde
L ijdend voorwerp
M eewerkend voorwerp,
B ijwoordelijke bepaling

Door Robert-Paul

Cela en eci

Cela eindigt op een A en dus dAt

Ceci eindigt op een i en dus dIt!

Door naromy

BSA

BSA. Bonjour, Salut, Au revoir.

Door Luuk

Bijvoeglijke naamwoorden vóór het zelfstandig naamwoord

De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Jingle Bells. Zo kan je ze onthouden.

Grand petit,
Beau jolie,
Jeune hoort erbij.
Vi-eux gros,
Bon noveau,
Ja dat is de rij!

Door Femke

Qui?

Qui? = Wie?
kiwi
Je hebt qui (ki) en wie (wi).

Door Nora

La randonée

La randonée betekent de excursie, de wandeling.

Tijdens je excursie of wandeling val je over de “rand o née”

Door Annelie

hélicoptère

Een helikopter moet eerst opstijgen é (streepje omhoog) en dan dalen è (streepje omlaag)

Door Camille

Avec

Avec = met

Denk aan patat avec. Een patatje met mayonaise

Door henk

De Franse mannelijke landen

Om te onthouden welke landen in het Frans mannelijk zijn, kun je denken aan
Japanners Moeten Deense Bessen Plukken

J apan
M arokko
D enemarken
B razilië
P ortugal

Door Rein

Être en avoir

om Être en avoir niet door elkaar te halen kan je dit gebruiken: bij avoir begint alles met een a (behalve ils sont) en avoir begint ook met een a 🙂

Door daphne

bijv. naamwoorden vóór zn

Als (autre)
Ben (bon)
Jou (joli)
Niet (nouveau)
Leuk (long)
Vindt (vieux)
Gaat (gros)
Het (haute)
Met (mauvais)
Ben (beau)
Gewoon (grand)
Prima (petit)

En dan de rangtelwoorden natuurlijk!

Door Julia

Dès que

Dès que = zodra

1. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dekken.
Wordt:
2. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dès que

Door Anoniem

Avoir

Een soort liedje

Met je een ai
Met tu een as
Met il een a
En elle a
Ook een a met on
Nous is apart avons
Vous is een avez
Ils elles (h)ont

Door Michelle

uitgangen regelmatige ww. -er

Een ESkimo Eet ONS EZeltje ENTerecht

parler

je parlE
tu parlES
il/elle parlE
nous parlONS
vous parlEZ
ils/elles parlENT

Door isa

Werkwoorden Frans

Avoir= ils, elles ont= o van avoir.
Faire= ils, elles font= f van faire

Door Delphine

Cuisine

Om te onthouden dat je cuisine met ‘ui’ schrijft, kun je denken aan

In de keuken snijdt je een ui

Door mandy

Het verschil tussen où en ou

Oú = waar
Ou = of

Je kunt hierbij denken aan de vraag; waar is het streepje? 
Als het streepje erop staat, is het óu –> waar

Door Anoniem

Août

De volgorde van de klinkers in het Frans voor ‘augustus’ is best lastig te onthouden. De klinkers staan op alfabetische volgorde:
a o u + t.
De a en de o zijn dicht. De u maken we zelf dicht met een dakje.
We schrijven dus: août.

Door D.J.

LE PAS. COMP. AVEC ÊTRE

Om te weten welke werkwoorden met être worden vervoegd in de passé composé moet je “MAARTEN P.R.” onthouden.

Montre <-> descendre
Arriver <-> partir
Aller <-> (re)venir
Rentre
Tomber
Entre <-> sortir
Naître <-> mourir

P.asser
R.etourner

+ les verbes pronominaux

Door Clara

Sympa

Sympa betekent aardig

Denk aan iemand sympathiek vinden.

Door David
Home
Alle items
Uploaden