Frans Archives - Pagina 3 van 4 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Franse vervoersmiddelen

Voor vervoersmiddelen waar een dak op zit, gebruik je à –> à pied , à vélo!
Voor vervoersmiddelen waar wel een dak op zit, gebruik je en –> en voiture, en bus!

Door Joyce

LE PAS. COMP. AVEC ÊTRE

Om te weten welke werkwoorden met être worden vervoegd in de passé composé moet je “MAARTEN P.R.” onthouden.

Montre <-> descendre
Arriver <-> partir
Aller <-> (re)venir
Rentre
Tomber
Entre <-> sortir
Naître <-> mourir

P.asser
R.etourner

+ les verbes pronominaux

Door Clara

Peu

Un peu betekent een beetje.

Een beetje is klein. Klein is een peuk en een peuk lijkt op peu.

Door David

PANQ (bij ontkenning)

Temps composé: (de ontkenning)

PANQ=
ne Personne
ne Aucun
ne Nulle part
ne Que

Regel bij PANQ ->
onderwerp+ ne +hulpwerkwoord+voltooid deelwoord + ‘personne’

Door Anoniem

Guérir

Guérir = genezen

Guer lijkt op Cure en dat betekent ook genezen

Door Liselotte

Toujours

Toujours betekent altijd

Er komt altijd een ‘s’ achteraan

 

Door An

bijv. naamwoorden vóór zn

Als (autre)
Ben (bon)
Jou (joli)
Niet (nouveau)
Leuk (long)
Vindt (vieux)
Gaat (gros)
Het (haute)
Met (mauvais)
Ben (beau)
Gewoon (grand)
Prima (petit)

En dan de rangtelwoorden natuurlijk!

Door Julia

De uitgang EAU

Om de uitgang -eau te onthouden, kun je het zien als een acroniem. EAU

E en
A kelige
U itgang

Door Gerda

Le gant

Le gant betekent de handschoen. Denk hierbij aan een dame op een bal. Die draagt handschoenen en dat staat heel e-le gant.

Door Cornelia

Werkwoorden met avoir

Om te onthouden welke werkwoorden met avoir vervoegd worden, kun je denken aan de zin
Een Charmante Cassière Rekende Frustrerend

Être
Changer
Commencer
Réussir
Finir

Door Anoniem

Een Frans streepje

Een streepje ( – ) = le trait d’union

Dit lijkt op traditionele ui

Door Elize

BSA

BSA. Bonjour, Salut, Au revoir.

Door Luuk

Le cafe

Wat drink je een een cafe? Inderdaad de “koffie”. Le cafe is dan ook koffie.

Door Jet

Trop

Trop betekent teveel

Teveel drop

 

Door Jomayra

Ouvert

Ouvert = open

Denk aan O = O

Door Nikki

couter

Couter betekent kosten

Denk hierbij aan je gaat (S)couter kosten betalen

Door pleun

Nager

Nager = zwemmen

Nager lijkt op naakt,

dus zou je kunnen onthouden: naakt zwemmen

Door Anno

Plombier em pompier

Plombier betekent loodgieter
Pompier betekent brandweerman

Om deze uit elkaar te houden, kun je denken aan
De brandweer pompt water op vuur –> pompier
De loodgieter werkt met buizen (plumbing) –> plombier

 

Door Leonietje

hélicoptère

Een helikopter moet eerst opstijgen é (streepje omhoog) en dan dalen è (streepje omlaag)

Door Camille

Trema

Alleen op de medeklinkers van Auto kunnen een trema komen. 

Door Boo

bleu/blue

Frankrijk ligt in de EU, dus blauw in het frans schrijf je met ‘eu’.

Door Anoniem

Patient

Patiënt betekent geduldig.

Als een patient in de wachtkamer op de dokter zit te wachten moet hij heel geduldig zijn.

Door Merel

Se raser

gRAS moet je afscheren/snijden. Dus RASer.

Door Pieterjan

Faire

fraire betekent in het nederlands maken
om het handig te onthouden is door:
Faire
Frambose jam maken
hier zie je de F van faire en van framboos
en jam dat maak je dus hierdoor weet je dat faire – maken is

Door marenthe

Het verschil tussen cela en ceci

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A en I=I

CelA = dAt
CecI = dIt

Door Jan

Avec

Avec = met

Denk aan patat avec. Een patatje met mayonaise

Door henk

Une glace

Une glace betekent een ijsje

IJs eet je uit een glas

Door Beau
Home
Alle items
Uploaden