Frans Archives - Pagina 3 van 4 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

bleu/blue

Frankrijk ligt in de EU, dus blauw in het frans schrijf je met ‘eu’.

Door Anoniem

Pleurer

Pleurer betekent huilen

Als je pleurt (valt) moet je huilen

Door Fleurtje

Sympa

Sympa betekent aardig

Denk aan iemand sympathiek vinden.

Door David

Kijk in het woord

Denk goed na in het woord, misschien zit daar nog een ander woord in dat je kent en dan kan je er makkelijk achterkomen. Of het woord lijkt heel erg op het Nederlands.

Door Daantje

Jurk of rok?

De letters omdraaien
een Rok = une Jupe
een Jurk = une Robe

Door Barbara

la viande

La viande betekent het vlees

La viande lijkt op viandel en dat is vlees

Door Aurora

Depuis

Depuis betekent sindsdien

Denk hierbij aan sindsdien heb ik de puist

Door Anoniem

Franse vervoersmiddelen

Voor vervoersmiddelen waar een dak op zit, gebruik je à –> à pied , à vélo!
Voor vervoersmiddelen waar wel een dak op zit, gebruik je en –> en voiture, en bus!

Door Joyce

Ferme

Ferme = dichtdoen, sluiten

Als je de deur dicht gooit dan doe je dat met een ferme slag

Door Zoë

Nager

Nager = zwemmen

Nager lijkt op naakt,

dus zou je kunnen onthouden: naakt zwemmen

Door Anno

EAU

Hoe ik altijd woorden als bureau goed schrijf;
– Een Avondje Uit = EAU

Door Simone

Ouvert

Ouvert = open

Denk aan O = O

Door Nikki

Acheter

Acheter betekent kopen

Als je thee gaat kopen.

Door Jonneke

Être en avoir

om Être en avoir niet door elkaar te halen kan je dit gebruiken: bij avoir begint alles met een a (behalve ils sont) en avoir begint ook met een a 🙂

Door daphne

Vraiment

Vraiment betekent echt

Dat is een echt fragment

Door Thom

Guérir

Guérir = genezen

Guer lijkt op Cure en dat betekent ook genezen

Door Liselotte

Het verschil tussen acheter en vendre

A=A, V=V

A cheter = A ankopen
V endre = V erkopen

Door Rein

La Classe

La Classe betekent klas

Denk klas alleen dan in het engels

Door Thijs

bijv. naamwoorden vóór zn

Als (autre)
Ben (bon)
Jou (joli)
Niet (nouveau)
Leuk (long)
Vindt (vieux)
Gaat (gros)
Het (haute)
Met (mauvais)
Ben (beau)
Gewoon (grand)
Prima (petit)

En dan de rangtelwoorden natuurlijk!

Door Julia

Qui?

Qui? = Wie?
kiwi
Je hebt qui (ki) en wie (wi).

Door Nora

Het verschil tussen où en ou

Oú = waar
Ou = of

Je kunt hierbij denken aan de vraag; waar is het streepje? 
Als het streepje erop staat, is het óu –> waar

Door Anoniem

Couloir

Couloir betekent gang

In de gang is het koel

Door Inge

Ordinateur

Ordinateur betekent computer

Sommige (oude) mensen vinden computers ordinair

Door Kelly

Trema

Alleen op de medeklinkers van Auto kunnen een trema komen. 

Door Boo

Rester

Rester = blijven

De rest blijft over

Door Michaël

PANQ (bij ontkenning)

Temps composé: (de ontkenning)

PANQ=
ne Personne
ne Aucun
ne Nulle part
ne Que

Regel bij PANQ ->
onderwerp+ ne +hulpwerkwoord+voltooid deelwoord + ‘personne’

Door Anoniem

Magisme

Magisme betekent winkel
Denk hierbij aan een magazijn, wat heeft een winkel een magazijn.

Door xapie

Le gant

Le gant betekent de handschoen. Denk hierbij aan een dame op een bal. Die draagt handschoenen en dat staat heel e-le gant.

Door Cornelia
Home
Alle items
Uploaden