Frans Archives - Pagina 3 van 4 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

bleu/blue

Frankrijk ligt in de EU, dus blauw in het frans schrijf je met ‘eu’.

Door Anoniem

Bijvoeglijke naamwoorden

Aux Champs Elysées

De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Aux Champs Elysées. Zo kun je ze onthouden:

Beau-, bon, joli
*paraparapa*

Haut, long, petit
*paraparapa*

Jeune au vieux
Grand au gros
Mauvais au nouveau

Ce sont les adjectifs avant le nom

 (En dan nog de rangtelwoorden zoals première, deuxième etc.)

Door Shona

Cuisine

Om te onthouden dat je cuisine met ‘ui’ schrijft, kun je denken aan

In de keuken snijdt je een ui

Door mandy

Dès que

Dès que = zodra

1. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dekken.
Wordt:
2. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dès que

Door Anoniem

Toujours

Toujours betekent altijd

Er komt altijd een ‘s’ achteraan

 

Door An

Ontkenningen Frans

Ne plus: bij de plus betaal je NIET meer
Ne jamais: bij de jamin betaal je NOOIT
Ne rien: bij Rien betaal je NIETS
Ne pas encore= NOG NIET vergeten, pas op voor core.

Door joey

Demander

Demander betekent vragen

De man der vragen!

Door Anoniem

Le cafe

Wat drink je een een cafe? Inderdaad de “koffie”. Le cafe is dan ook koffie.

Door Jet

Couloir

Couloir betekent gang

In de gang is het koel

Door Inge

Ordinateur

Ordinateur betekent computer

Sommige (oude) mensen vinden computers ordinair

Door Kelly

Compter

Compter = tellen

De computer telt de U niet mee

Door andriy

Werkwoorden Frans

Avoir= ils, elles ont= o van avoir.
Faire= ils, elles font= f van faire

Door Delphine

Avoir

Een soort liedje

Met je een ai
Met tu een as
Met il een a
En elle a
Ook een a met on
Nous is apart avons
Vous is een avez
Ils elles (h)ont

Door Michelle

Qui?

Qui? = Wie?
kiwi
Je hebt qui (ki) en wie (wi).

Door Nora

Á ce soir

Á ce soir betekent tot vanavond. Dit lijkt op accesoir, als je uitgaat draag je accesoires.

Door Marijn

Jurk of rok?

De letters omdraaien
een Rok = une Jupe
een Jurk = une Robe

Door Barbara

Het verschil tussen cela en ceci

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A en I=I

CelA = dAt
CecI = dIt

Door Jan

De uitgang EAU

Om de uitgang -eau te onthouden, kun je het zien als een acroniem. EAU

E en
A kelige
U itgang

Door Gerda

Nager

Nager = zwemmen

Nager lijkt op naakt,

dus zou je kunnen onthouden: naakt zwemmen

Door Anno

Vraiment

Vraiment betekent echt

Dat is een echt fragment

Door Thom

Werkwoorden met avoir

Om te onthouden welke werkwoorden met avoir vervoegd worden, kun je denken aan de zin
Een Charmante Cassière Rekende Frustrerend

Être
Changer
Commencer
Réussir
Finir

Door Anoniem

Acheter

Acheter betekent kopen

Als je thee gaat kopen.

Door Jonneke

Porte

Porte = deur

Een deur is ook een soort portaal

Door Stijn

Het verschil tussen voilà en voici

Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan A = A en I = I

Voilà = dAAR
VoicI = hIer

Door Rianne

Pleurer

Pleurer betekent huilen

Als je pleurt (valt) moet je huilen

Door Fleurtje

Être en avoir

om Être en avoir niet door elkaar te halen kan je dit gebruiken: bij avoir begint alles met een a (behalve ils sont) en avoir begint ook met een a 🙂

Door daphne

Avec

Avec = met

Denk aan patat avec. Een patatje met mayonaise

Door henk

Depuis

Depuis betekent sindsdien

Denk hierbij aan sindsdien heb ik de puist

Door Anoniem

Franse vervoersmiddelen

Voor vervoersmiddelen waar een dak op zit, gebruik je à –> à pied , à vélo!
Voor vervoersmiddelen waar wel een dak op zit, gebruik je en –> en voiture, en bus!

Door Joyce
Home
Alle items
Uploaden