
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
De NK-klank
Tussen de N en de K mag nooit een G
Dit kun je onthouden met een gezegde
De N en de K zitten op de bank te kussen, dus mag er niemand tussen
Het verschil tussen een optimist en een pessimist
Om dit verschil te onthouden, kun je eraan denken wat ze zouden zeggen bij heftige mistval
Optimist –> Op die mist! (postief)
Pessimist –> Wat een pest, die mist (negatief)
Tekstdoelen
Alle Ossen In Opa’s Akker
 Amuseren
 Overtuigen
 Informeren
 Opiniëren
 Activeren
Zelfstandige naamwoorden
Om te onthouden wat onder zelfstandige naamwoorden valt, kun je denken aan MeDIPlaDi
Me nsen
Di ngen
Pla atsen
Di ngen
Het verschil tussen als en dan
Het verschil tussen als en dan kun je onthouden aan de hand van het verschil tussen de vergelijkende trap en de verkleinende of vergrotende trap
Als –> vergelijkende trap –> evenveel ALS
Dan –> verkleinende/vergrotende trap –> meer/minder DAN
Soorten argumenten
Om de zeven verschillende soorten argumenten te onthouden, kun je denken aan de zin
Veel Fietsen En Andere Voertuigen Ergeren Mensen
V oorbeeld
F eit
E motie
A utoriteit
V ergelijking
E mpirisch
M oreel
Leestrategieën
Kleine Vriend Zei Niet Stelen.
 K: kritisch lezen
 V: verkennend lezen
 Z: zoekend lezen
 N: nauwkeurig lezen
 S: studerend lezen
Tekstverbanden
Om de tekstverbanden te onthouden kun je gebruik maken van het acroniem CCORVOT
C oncluderend
 
C hronologisch
 
O psommend
 
R edengevend
 
V ergelijkend
 
O orzakelijk
 
T egenstellend
Het verschil tussen syntagmatisch en paradigmatisch
Dit verschil kun je onthouden door de zin
De Sint loopt horizontaal
Syntagmatisch –> de lineaire (horizontale) opeenvolging van woorden
Paradigmatisch –> de verticale opeenvolging van woorden
Tekstverbanden
ChOpTeTo & VoReOoCo
 Ch = chronologisch verband
 Op = opsommend verband
 Te = tegenstellend verband
 To = toelichtend verband
 Vo = voorwaardelijk verband
 Re = redengevend verband
 Oo = oorzakelijk verband
 Co = concluderend verband
Soorten humor
Om de verschillende soorten humor te onthouden, kun je denken aan de zin
Sarah Is Plots Content Met Andere Zwarte Snoepjes
S arcasme
I ronie
P arodie
C ynisme
M ilde humor
A bsurde humor
Z warte humor
S atire
