Frans Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Piscine

Piscine betekent zwembad

Kleine kinderen willen soms nog wel eens in het zwembad plassen

Door roos

Ferme

Ferme = dichtdoen, sluiten

Als je de deur dicht gooit dan doe je dat met een ferme slag

Door Zoë

Porte

Porte = deur

Een deur is ook een soort portaal

Door Stijn

Dès que

Dès que = zodra

1. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dekken.
Wordt:
2. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dès que

Door Anoniem

Depuis vertaling onthouden

Depuis betekent “sinds”, en dat kan je zien aan het woord zelf. Het woord bevat namelijk “sinds” letter-voor-letter in het woord. Geloof je me niet?

Draai het woord “Depuis” 180 graden om en zie het woord “sinds” verschijnen

Door Mattay

Trema

Alleen op de medeklinkers van Auto kunnen een trema komen. 

Door Boo

Avoir

Een soort liedje

Met je een ai
Met tu een as
Met il een a
En elle a
Ook een a met on
Nous is apart avons
Vous is een avez
Ils elles (h)ont

Door Michelle

Het verschil tussen cela en ceci

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A en I=I

CelA = dAt
CecI = dIt

Door Jan

Bon beau grand

Rijmpje:

(Ook vrouwelijk en meervoud)
bon beau grand
gros mauvais mechant
haut vieux long petit
cher jeun joli

Deze bijvoeglijke naamwoorden komen vóór het zelfstandig naamwoord

Door Magda

Uitgangen tegenwoordige tijd

Om de uitgangen voor de eerste 3 vormen van de tegenwoordige tijd te onthouden, kun je denken aan
SuperSnelTrein

-s (je dors)
-s (tu dors)
-t (il dort)

Door Anoniem

Franse vervoersmiddelen

Voor vervoersmiddelen waar een dak op zit, gebruik je à –> à pied , à vélo!
Voor vervoersmiddelen waar wel een dak op zit, gebruik je en –> en voiture, en bus!

Door Joyce

Rester

Rester = blijven

De rest blijft over

Door Michaël

Cela en eci

Cela eindigt op een A en dus dAt

Ceci eindigt op een i en dus dIt!

Door naromy

la viande

La viande betekent het vlees

La viande lijkt op viandel en dat is vlees

Door Aurora

Woorden in de passé composé

Om de woorden die in de passé composé met être gaan, te onthouden, kun je gebruik maken van het acroniem DAMPERSVAT

D escendre
A ller
M onter
P artir
E ntrer
R ester
S ortir
V enir
R etourner
A rriver

Door Charlotte

Het verschil tussen midi en minuit

Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan 
D = D en N = N

MiDi = Dag
MiNuit = Nacht

Door Anoniem

Et puis

Et puis betekent en verder!

Denk aan een puist, die mag niet verder gaan

Door Maxime

Pleurer

Pleurer betekent huilen

Als je pleurt (valt) moet je huilen

Door Fleurtje

Demander

Demander betekent vragen

De man der vragen!

Door Anoniem

Le gant

Le gant betekent de handschoen. Denk hierbij aan een dame op een bal. Die draagt handschoenen en dat staat heel e-le gant.

Door Cornelia

De Franse mannelijke landen

Om te onthouden welke landen in het Frans mannelijk zijn, kun je denken aan
Japanners Moeten Deense Bessen Plukken

J apan
M arokko
D enemarken
B razilië
P ortugal

Door Rein

Regarder

Regarder = kijken

Kijk in de garden

Door Cherèl

Sympa

Sympa betekent aardig

Denk aan iemand sympathiek vinden.

Door David

Patient

Patiënt betekent geduldig.

Als een patient in de wachtkamer op de dokter zit te wachten moet hij heel geduldig zijn.

Door Merel

trap = escallier

escallier betekent trap
via de trap kan je weg en kan je ‘ontsnappen’

ontsnappen betekent escapen in het engels

dus bij escallier moet je denken aan het escapen via de trap

Door Martijn

hélicoptère

Een helikopter moet eerst opstijgen é (streepje omhoog) en dan dalen è (streepje omlaag)

Door Camille

PANQ (bij ontkenning)

Temps composé: (de ontkenning)

PANQ=
ne Personne
ne Aucun
ne Nulle part
ne Que

Regel bij PANQ ->
onderwerp+ ne +hulpwerkwoord+voltooid deelwoord + ‘personne’

Door Anoniem

Avec

Avec = met

Denk aan patat avec. Een patatje met mayonaise

Door henk

‘avoir’ geen gevaar / ‘etre’ oplette(n)

Als in het Frans bij de voltooide tijd het hulpwerkwoord ‘avoir’ is, verandert het voltooid deelwoord niet. Bij ‘etre’ wel.

Vb:
(avoir) Elle a mangé
(être) Elle est rentrée

Door Else
Home
Alle items
Uploaden