Frans Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

PANQ (bij ontkenning)

Temps composé: (de ontkenning)

PANQ=
ne Personne
ne Aucun
ne Nulle part
ne Que

Regel bij PANQ ->
onderwerp+ ne +hulpwerkwoord+voltooid deelwoord + ‘personne’

Door Anoniem

Demander

Demander betekent vragen

De man der vragen!

Door Anoniem

Et puis

Et puis betekent en verder!

Denk aan een puist, die mag niet verder gaan

Door Maxime

La randonée

La randonée betekent de excursie, de wandeling.

Tijdens je excursie of wandeling val je over de “rand o née”

Door Annelie

bleu/blue

Frankrijk ligt in de EU, dus blauw in het frans schrijf je met ‘eu’.

Door Anoniem

Peu

Un peu betekent een beetje.

Een beetje is klein. Klein is een peuk en een peuk lijkt op peu.

Door David

L’entree

L’entree betekent voorgerecht.

Als je in een restaurant bent loop je binnen in de entree het begin en voorgerecht is ook altijd begin.

Door Philri

Qui?

Qui? = Wie?
kiwi
Je hebt qui (ki) en wie (wi).

Door Nora

Ouvert

Ouvert = open

Denk aan O = O

Door Nikki

Avec

Avec = met

Denk aan patat avec. Een patatje met mayonaise

Door henk

Jurk of rok?

De letters omdraaien
een Rok = une Jupe
een Jurk = une Robe

Door Barbara

La Classe

La Classe betekent klas

Denk klas alleen dan in het engels

Door Thijs

Le gant

Le gant betekent de handschoen. Denk hierbij aan een dame op een bal. Die draagt handschoenen en dat staat heel e-le gant.

Door Cornelia

Frans Belle en Beau

Als je bij frans Belle en Beau door elkaar haalt, en niet weet welke vrouwelijk en welke mannelijk is: Denk dan aan Belle en het beest. Belle is hier een vrouw, dus Belle is de vrouwelijk vorm voor mooi en Beau de mannelijke!

Door ella

Trema

Alleen op de medeklinkers van Auto kunnen een trema komen. 

Door Boo

Het verschil tussen cela en ceci

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A en I=I

CelA = dAt
CecI = dIt

Door Jan

Cela en eci

Cela eindigt op een A en dus dAt

Ceci eindigt op een i en dus dIt!

Door naromy

Werkwoorden met avoir

Om te onthouden welke werkwoorden met avoir vervoegd worden, kun je denken aan de zin
Een Charmante Cassière Rekende Frustrerend

Être
Changer
Commencer
Réussir
Finir

Door Anoniem

Bleu of blue

Frans betekent bleu, want Frankrijk zit nog in de EU
Engels betekent blue, want Engeland zit niet meer in de EU

Door Madelief

Het verschil tussen midi en minuit

Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan 
D = D en N = N

MiDi = Dag
MiNuit = Nacht

Door Anoniem

bijv. naamwoorden vóór zn

Als (autre)
Ben (bon)
Jou (joli)
Niet (nouveau)
Leuk (long)
Vindt (vieux)
Gaat (gros)
Het (haute)
Met (mauvais)
Ben (beau)
Gewoon (grand)
Prima (petit)

En dan de rangtelwoorden natuurlijk!

Door Julia

Être en avoir

om Être en avoir niet door elkaar te halen kan je dit gebruiken: bij avoir begint alles met een a (behalve ils sont) en avoir begint ook met een a 🙂

Door daphne

Ne plus

Ne plus betekent niet meer

Je hebt geen paraplu meer nodigt als het niet meer regent

Door Tessa

Het verschil tussen acheter en vendre

A=A, V=V

A cheter = A ankopen
V endre = V erkopen

Door Rein

BSA

BSA. Bonjour, Salut, Au revoir.

Door Luuk
Home
Alle items
Uploaden