Frans Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

De Franse mannelijke landen

Om te onthouden welke landen in het Frans mannelijk zijn, kun je denken aan
Japanners Moeten Deense Bessen Plukken

J apan
M arokko
D enemarken
B razilië
P ortugal

Door Rein

Se raser

gRAS moet je afscheren/snijden. Dus RASer.

Door Pieterjan

L’entree

L’entree betekent voorgerecht.

Als je in een restaurant bent loop je binnen in de entree het begin en voorgerecht is ook altijd begin.

Door Philri

Ascenseur en escallier

Ascenseur betekent lift
Escallier betekent trap

Een ascenseur heeft een deur, een escallier heeft een tree. Een lift heeft een deur en een trap heeft een tree.

Door Joke

Faire

fraire betekent in het nederlands maken
om het handig te onthouden is door:
Faire
Frambose jam maken
hier zie je de F van faire en van framboos
en jam dat maak je dus hierdoor weet je dat faire – maken is

Door marenthe

Natation

(Faire de la) natation betekent zwemmen

Van zwemmen wordt je nat

Door Wouter

Franse vervoersmiddelen

Voor vervoersmiddelen waar een dak op zit, gebruik je à –> à pied , à vélo!
Voor vervoersmiddelen waar wel een dak op zit, gebruik je en –> en voiture, en bus!

Door Joyce

Depuis vertaling onthouden

Depuis betekent “sinds”, en dat kan je zien aan het woord zelf. Het woord bevat namelijk “sinds” letter-voor-letter in het woord. Geloof je me niet?

Draai het woord “Depuis” 180 graden om en zie het woord “sinds” verschijnen

Door Mattay

Avec

Avec = met

Denk aan patat avec. Een patatje met mayonaise

Door henk

Bijvoeglijke naamwoorden

Aux Champs Elysées

De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Aux Champs Elysées. Zo kun je ze onthouden:

Beau-, bon, joli
*paraparapa*

Haut, long, petit
*paraparapa*

Jeune au vieux
Grand au gros
Mauvais au nouveau

Ce sont les adjectifs avant le nom

 (En dan nog de rangtelwoorden zoals première, deuxième etc.)

Door Shona

LE PAS. COMP. AVEC ÊTRE

Om te weten welke werkwoorden met être worden vervoegd in de passé composé moet je “MAARTEN P.R.” onthouden.

Montre <-> descendre
Arriver <-> partir
Aller <-> (re)venir
Rentre
Tomber
Entre <-> sortir
Naître <-> mourir

P.asser
R.etourner

+ les verbes pronominaux

Door Clara

Trop

Trop betekent teveel

Teveel drop

 

Door Jomayra

Le cafe

Wat drink je een een cafe? Inderdaad de “koffie”. Le cafe is dan ook koffie.

Door Jet

Toujours

Toujours betekent altijd

Er komt altijd een ‘s’ achteraan

 

Door An

Het verschil tussen midi en minuit

Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan 
D = D en N = N

MiDi = Dag
MiNuit = Nacht

Door Anoniem

Werkwoorden met avoir

Om te onthouden welke werkwoorden met avoir vervoegd worden, kun je denken aan de zin
Een Charmante Cassière Rekende Frustrerend

Être
Changer
Commencer
Réussir
Finir

Door Anoniem

Jolie

Jolie = knap

Angelina Jolie is erg knap

Door Tessa

Plombier em pompier

Plombier betekent loodgieter
Pompier betekent brandweerman

Om deze uit elkaar te houden, kun je denken aan
De brandweer pompt water op vuur –> pompier
De loodgieter werkt met buizen (plumbing) –> plombier

 

Door Leonietje

Pleurer

Pleurer betekent huilen

Als je pleurt (valt) moet je huilen

Door Fleurtje

Rester

Rester = blijven

De rest blijft over

Door Michaël

Een Frans streepje

Een streepje ( – ) = le trait d’union

Dit lijkt op traditionele ui

Door Elize

Cuisine

Om te onthouden dat je cuisine met ‘ui’ schrijft, kun je denken aan

In de keuken snijdt je een ui

Door mandy

Ontkenningen Frans

Ne plus: bij de plus betaal je NIET meer
Ne jamais: bij de jamin betaal je NOOIT
Ne rien: bij Rien betaal je NIETS
Ne pas encore= NOG NIET vergeten, pas op voor core.

Door joey

bijv. naamwoorden vóór zn

Als (autre)
Ben (bon)
Jou (joli)
Niet (nouveau)
Leuk (long)
Vindt (vieux)
Gaat (gros)
Het (haute)
Met (mauvais)
Ben (beau)
Gewoon (grand)
Prima (petit)

En dan de rangtelwoorden natuurlijk!

Door Julia

Qui?

Qui? = Wie?
kiwi
Je hebt qui (ki) en wie (wi).

Door Nora

Acheter

Acheter betekent kopen

Als je thee gaat kopen.

Door Jonneke

Dès que

Dès que = zodra

1. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dekken.
Wordt:
2. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dès que

Door Anoniem

Trema

Alleen op de medeklinkers van Auto kunnen een trema komen. 

Door Boo

La randonée

La randonée betekent de excursie, de wandeling.

Tijdens je excursie of wandeling val je over de “rand o née”

Door Annelie
Home
Alle items
Uploaden