Frans Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Uitgangen tegenwoordige tijd

Om de uitgangen voor de eerste 3 vormen van de tegenwoordige tijd te onthouden, kun je denken aan
SuperSnelTrein

-s (je dors)
-s (tu dors)
-t (il dort)

Door Anoniem

Franse zinsopbouw

Voor het opbouwen van een franse zin, kun je dit aanhouden
Bange Ogen Gaan Langer Mee B.

B ijwoordelijke
bepaling
O nderwerp
G ezegde
L ijdend voorwerp
M eewerkend voorwerp,
B ijwoordelijke bepaling

Door Robert-Paul

Trop

Trop betekent teveel

Teveel drop

 

Door Jomayra

trap = escallier

escallier betekent trap
via de trap kan je weg en kan je ‘ontsnappen’

ontsnappen betekent escapen in het engels

dus bij escallier moet je denken aan het escapen via de trap

Door Martijn

Demander

Demander betekent vragen

De man der vragen!

Door Anoniem

Le cafe

Wat drink je een een cafe? Inderdaad de “koffie”. Le cafe is dan ook koffie.

Door Jet

Peu

Un peu betekent een beetje.

Een beetje is klein. Klein is een peuk en een peuk lijkt op peu.

Door David

Devenir

Devenir lijkt op denver (la casa de papel) die is heel knap dus ik ga denver zijn vriendin WORDEN
devenir = worden

Door Emma

Het verschil tussen peux en veux

Om het verschil hiertussen te onthouden, kun je denken aan

Peux = kunnen –> PK –> Paardenkracht
Veux = willen –> VW –> Volkswagen

Door Joan

Bijvoeglijke naamwoorden vóór het zelfstandig naamwoord

De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Jingle Bells. Zo kan je ze onthouden.

Grand petit,
Beau jolie,
Jeune hoort erbij.
Vi-eux gros,
Bon noveau,
Ja dat is de rij!

Door Femke

Ouvert

Ouvert = open

Denk aan O = O

Door Nikki

Cela en eci

Cela eindigt op een A en dus dAt

Ceci eindigt op een i en dus dIt!

Door naromy

‘avoir’ geen gevaar / ‘etre’ oplette(n)

Als in het Frans bij de voltooide tijd het hulpwerkwoord ‘avoir’ is, verandert het voltooid deelwoord niet. Bij ‘etre’ wel.

Vb:
(avoir) Elle a mangé
(être) Elle est rentrée

Door Else

Jolie

Jolie = knap

Angelina Jolie is erg knap

Door Tessa

Het verschil tussen où en ou

Oú = waar
Ou = of

Je kunt hierbij denken aan de vraag; waar is het streepje? 
Als het streepje erop staat, is het óu –> waar

Door Anoniem

Magisme

Magisme betekent winkel
Denk hierbij aan een magazijn, wat heeft een winkel een magazijn.

Door xapie

Trema

Alleen op de medeklinkers van Auto kunnen een trema komen. 

Door Boo

Cuisine

Om te onthouden dat je cuisine met ‘ui’ schrijft, kun je denken aan

In de keuken snijdt je een ui

Door mandy

Pleurer

Pleurer betekent huilen

Als je pleurt (valt) moet je huilen

Door Fleurtje

Et puis

Et puis betekent en verder!

Denk aan een puist, die mag niet verder gaan

Door Maxime

Avec

Avec = met

Denk aan patat avec. Een patatje met mayonaise

Door henk

Woorden in de passé composé

Om de woorden die in de passé composé met être gaan, te onthouden, kun je gebruik maken van het acroniem DAMPERSVAT

D escendre
A ller
M onter
P artir
E ntrer
R ester
S ortir
V enir
R etourner
A rriver

Door Charlotte

Jurk of rok?

De letters omdraaien
een Rok = une Jupe
een Jurk = une Robe

Door Barbara

Nager

Nager = zwemmen

Nager lijkt op naakt,

dus zou je kunnen onthouden: naakt zwemmen

Door Anno

Regarder

Regarder = kijken

Kijk in de garden

Door Cherèl

Se raser

gRAS moet je afscheren/snijden. Dus RASer.

Door Pieterjan
Home
Alle items
Uploaden