Frans Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

L’entree

L’entree betekent voorgerecht.

Als je in een restaurant bent loop je binnen in de entree het begin en voorgerecht is ook altijd begin.

Door Philri

Uitgangen tegenwoordige tijd

Om de uitgangen voor de eerste 3 vormen van de tegenwoordige tijd te onthouden, kun je denken aan
SuperSnelTrein

-s (je dors)
-s (tu dors)
-t (il dort)

Door Anoniem

uitgangen regelmatige ww. -er

Een ESkimo Eet ONS EZeltje ENTerecht

parler

je parlE
tu parlES
il/elle parlE
nous parlONS
vous parlEZ
ils/elles parlENT

Door isa

Demander

Demander betekent vragen

De man der vragen!

Door Anoniem

Acheter

Acheter betekent kopen

Als je thee gaat kopen.

Door Jonneke

‘avoir’ geen gevaar / ‘etre’ oplette(n)

Als in het Frans bij de voltooide tijd het hulpwerkwoord ‘avoir’ is, verandert het voltooid deelwoord niet. Bij ‘etre’ wel.

Vb:
(avoir) Elle a mangé
(être) Elle est rentrée

Door Else

Trop

Trop betekent teveel

Teveel drop

 

Door Jomayra

Porte

Porte = deur

Een deur is ook een soort portaal

Door Stijn

Kijk in het woord

Denk goed na in het woord, misschien zit daar nog een ander woord in dat je kent en dan kan je er makkelijk achterkomen. Of het woord lijkt heel erg op het Nederlands.

Door Daantje

Het verschil tussen où en ou

Oú = waar
Ou = of

Je kunt hierbij denken aan de vraag; waar is het streepje? 
Als het streepje erop staat, is het óu –> waar

Door Anoniem

Rester

Rester = blijven

De rest blijft over

Door Michaël

Avec

Avec = met

Denk aan patat avec. Een patatje met mayonaise

Door henk

Het verschil tussen accent circonflexe, grave en aigu

Om het verschil tussen de accenten te onthouden, kun je denken aan het rijmpje

Accent circonflexe -> het hoedje van de heks!   
Accent grave -> komt van u af!
Accent aigu-> komt naar u toe!

Door Linte

Werkwoorden Frans

Avoir= ils, elles ont= o van avoir.
Faire= ils, elles font= f van faire

Door Delphine

Bon beau grand

Rijmpje:

(Ook vrouwelijk en meervoud)
bon beau grand
gros mauvais mechant
haut vieux long petit
cher jeun joli

Deze bijvoeglijke naamwoorden komen vóór het zelfstandig naamwoord

Door Magda

La randonnée

La randonnée = trektoch

Tijdens een trektocht loop je langs een ravijn en val je over de rand, O NEE!

Door Marjolein

hélicoptère

Een helikopter moet eerst opstijgen é (streepje omhoog) en dan dalen è (streepje omlaag)

Door Camille

Ouvert

Ouvert = open

Denk aan O = O

Door Nikki

La randonée

La randonée betekent de excursie, de wandeling.

Tijdens je excursie of wandeling val je over de “rand o née”

Door Annelie

Devenir

Devenir lijkt op denver (la casa de papel) die is heel knap dus ik ga denver zijn vriendin WORDEN
devenir = worden

Door Emma

Quinze, seize

Na quinze (15) komt seize (16) dat kun je onthouden door te denken aan

‘Ik ken ze,’ zei ze

Door Anthonia

Bleu of blue

Frans betekent bleu, want Frankrijk zit nog in de EU
Engels betekent blue, want Engeland zit niet meer in de EU

Door Madelief

Guérir

Guérir = genezen

Guer lijkt op Cure en dat betekent ook genezen

Door Liselotte

Couloir

Couloir betekent gang

In de gang is het koel

Door Inge

Het verschil tussen acheter en vendre

A=A, V=V

A cheter = A ankopen
V endre = V erkopen

Door Rein

Ferme

Ferme = dichtdoen, sluiten

Als je de deur dicht gooit dan doe je dat met een ferme slag

Door Zoë
Home
Alle items
Uploaden