Alle Ezelsbruggetjes

Moet je je Griekse alfabet uit je hoofd leren? Probeer het te zingen op vader Jacob.

Vader Jacob, vader jacob. Slaapt gij nog? Slaapt gij nog? Wordt dan -> alpha bèta gamma delta epsilon, epsilon. Etc.

Piptein = vallen

Als je valt, dan piep je

Euriskei = hij vindt

Het woord lijkt op eureka. Als je iets hebt gevonden roep je eureka! 

Kalupto = bedekken

Als je kaal bent, wil je je hoofd bedekken

Om de namen van de muzen te onthouden, kun je denken aan
Een Eend Uit Peking Kookt China Met Trage Tools

E uterpe
E rato
U rania
P olyhymnia
K alliope
C lio
M elpomene
T erpsichore
T haleia

Legei = hij zegt/sprekt

In Nederland is het legaal om te zeggen wat je wilt

Lampros = schitterend

Een schitterende lamp

Kalos = mooi 

Mooi kaal is niet lelijk

Optativus potentialis komt met AN

Dus als je een optativus met An staat weet je meteen dat het de potentialis is

Leipo = verlaten

Ik verlaat die leipo

De drukke kinderen klooien altijd tijdens BV
κελευω klinkt een beetje als klooien
en de vertaling van κελευω is Bevelen, Verzoeken

Grieks: ta kaka nl: ellende, rampen, ongeluk
Ezelsbruggetje: het is echt een ellende als Je moet kakken (poepen)

Baino betekent gaan en lijkt op het woord banaan
hierdoor is mijn ezelsbruggetje voor baino:

gaan met die banaan

Speudo = ik haast me

Met een speedo aan, kun je je altijd haasten

De griekse hoofdletter van dzeta is Z en je spreekt dat uit als ZET.

dZETa

het woord νεκρος lijkt op het woord necroot, uit Harry Potter. Necroten zijn eigenlijk lijken van dode mensen die in het bezit zijn van iemand anders. νεκρος betekent dus lijk of dode.

Om de verba liquida te onthouden (m, l, n, r), kun je het woord ‘molenaar’ onthouden

Vóór de uitgang van vrouwelijke woorden staat een RHO, EPSILON, of IOTA?
Dan kan er NOOIT een ÉTA achteraan komen. In plaats daarvan komt er altijd een ALFA.

Ta hopla = wapens

Wapens moet je eerst opladen, voor je ze kunt gebruiken

Pontos = zee

Een pont vaart over zee

EY LUIE TERING AAP, je maakt misbruik van je VRIJHEID

Pauo = stoppen

Pauo lijkt op pauze, in een pauze stop je ergens even mee

Trecho = rennen

Een trechter kan niet rennen

Oudeis = niemand

Niemand eet oud ijs

Frontidzein = nadenken

Wanneer je nadenkt, begin je te fronsen

Etelo = ik wil

Ik wil eten

Thura = deur

Denk aan het Duitse Túr en het Nederlandse deur

Ho strategos = legeraanvoerder

Denk aan stratego, een spel waarbij je dingen moet veroveren