Alle Ezelsbruggetjes

Thura = deur

Denk aan het Duitse Túr en het Nederlandse deur

Eis = naar binnen

Ik EIS dat ik naar binnen mag

Leipo = verlaten

Ik verlaat die leipo

het woord νεκρος lijkt op het woord necroot, uit Harry Potter. Necroten zijn eigenlijk lijken van dode mensen die in het bezit zijn van iemand anders. νεκρος betekent dus lijk of dode.

Trecho = rennen

Een trechter kan niet rennen

Mello = op het punt staan

Ik sta op het punt om een marshmallow te eten

Baino (Baivw) = ik ga

Het lijkt op Bye Now

Ta hopla = wapens

Wapens moet je eerst opladen, voor je ze kunt gebruiken

Grieks: ta kaka nl: ellende, rampen, ongeluk
Ezelsbruggetje: het is echt een ellende als Je moet kakken (poepen)

Optativus potentialis komt met AN

Dus als je een optativus met An staat weet je meteen dat het de potentialis is

Om het verschil tussen deze drie te onthouden, kun je denken aan 

De psi is een drietand van Poseidoen
De phi dat is een rondje met de I erin 
Degene met een liggend streepje is dan de theta

Kakos = slecht

Een slechte kaak

Om de verba liquida te onthouden (m, l, n, r), kun je het woord ‘molenaar’ onthouden

EY LUIE TERING AAP, je maakt misbruik van je VRIJHEID

Lampros = schitterend

Een schitterende lamp

eisti is zijn, omdat je in is en bestaan de ij-klank niet hoort, alleen in zijn en in eisti hoor je ook de ij-klank dus is het zijn

Om de namen van de muzen te onthouden, kun je denken aan
Een Eend Uit Peking Kookt China Met Trage Tools

E uterpe
E rato
U rania
P olyhymnia
K alliope
C lio
M elpomene
T erpsichore
T haleia

Komitzo = meenemen, verzorgen

Je neemt een kooi mee en verzorgt de vogel erin

Legei = hij zegt/sprekt

In Nederland is het legaal om te zeggen wat je wilt

ο ανεμος = de wind

Anemos lijkt op anemoon en een anemoon “waait” in de “wind” van de zee (hij beweegt in de stroming van de zee) 

Pistos = trouw, betrouwbaar

Pistache is betrouwbaar lekker

Ballein = werpen, treffen

Bij trefbal werp je een bal

Euriskei = hij vindt

Het woord lijkt op eureka. Als je iets hebt gevonden roep je eureka! 

Piptein = vallen

Als je valt, dan piep je

Ta kaka = ellende, rampen, ongeluk

Het is ellende als je moet kakken

Etelo = ik wil

Ik wil eten

Kalupto = bedekken

Als je kaal bent, wil je je hoofd bedekken

Moet je je Griekse alfabet uit je hoofd leren? Probeer het te zingen op vader Jacob.

Vader Jacob, vader jacob. Slaapt gij nog? Slaapt gij nog? Wordt dan -> alpha bèta gamma delta epsilon, epsilon. Etc.