Alle Ezelsbruggetjes

Leipo = verlaten

Ik verlaat die leipo

Pontos = zee

Een pont vaart over zee

ἐθέλω = willen / bereid zijn

Ik ben bereid om voor jou door iets heets te gaan.

Ho strategos = legeraanvoerder

Denk aan stratego, een spel waarbij je dingen moet veroveren

Oudeis = niemand

Niemand eet oud ijs

Pinein = Drinken

Een pintje drinken

Pippo = vallen

Pippo de clown valt de hele tijd over zijn schoenen

raar ezelsbruggetje dit, maar hij helpt wel(voor mij en hopelijk ook voor jullie)
🙂

bij dit woord (uitspraak = politès) moet ik denken aan de politiek en de burgers mogen tegenwoordig steeds meer meepraten over de politiek dus jaa dat eigenlijk

eisti is zijn, omdat je in is en bestaan de ij-klank niet hoort, alleen in zijn en in eisti hoor je ook de ij-klank dus is het zijn

Potamos= rivier

Bij de rivier groeit mos

Thura = deur

Denk aan het Duitse Túr en het Nederlandse deur

Dendron = boom > dendrologie 

Petra = rots > Petra (stad in Jordanië)

Proton = eerst > prototype
Aei = altijd > altijd fonetisch = ˈɑltɛit, oftewel ˈ A lt E I t

Bios = leven > biologie

Thèrion = dier > thèr lijkt op dier

Nun = nu > dat is nun zonder n

Dolos = bedorg > een doolhof is bedrog

Thronos = troon > thron is troon zonder o

Oun (spreek uit: oen) = dus > ik weet hem niet DUS ben ik een oen

Doru = lans > een lans gaat DOOR je heen

Mètèr = moeder > mètèr lijkt op moeder

Monon = alleen (maar) > Engels: monotonous = eentonig ALLEEN MAAR dingen van één soort

Pragma = gebeurtenis > een SPRAAKMAkende gebeurtenis
Pur = vuur > lijkt op vuur

Phòs = licht > genetivus = phòtos een vroeger was er bij een foto belichting nodig

Apostereo = beroven van
APO wordt beroofd van zijn STEREO

Kalos = mooi 

Mooi kaal is niet lelijk

ό φοβος=angst
φοβος lijkt op het woord fobie dat betekent angst.

Frontidzein = nadenken

Wanneer je nadenkt, begin je te fronsen

Piptein = vallen

Als je valt, dan piep je

Speudo = ik haast me

Met een speedo aan, kun je je altijd haasten

Tura = deur

Ik tuur naar de deur

ο ανεμος = de wind

Anemos lijkt op anemoon en een anemoon “waait” in de “wind” van de zee (hij beweegt in de stroming van de zee) 

Trecho = rennen

Een trechter kan niet rennen

Voor de uitgangen van groep3 heb ik (nou eigenlijk mijn leraar) een ezelsbruggetje bedacht:

de OS die I-A zegt, is een ESel die OOk Nog SIN-AS drinkt.

(os, i, a, es, wv, sin, as)

Vea = jong, nieuw!

Nivea voor een jonge huid

Ta kaka = ellende, rampen, ongeluk

Het is ellende als je moet kakken

Ballo = gooien

Ik gooi een bal

Fobos = angst, vrees

Hier komt het woord fobie vandaan

De griekse hoofdletter van dzeta is Z en je spreekt dat uit als ZET.

dZETa

Pauo = stoppen

Pauo lijkt op pauze, in een pauze stop je ergens even mee