Natuurkunde Archives - Pagina 2 van 2 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Leizie

LeiCie.

Bij de spoel (L) komt de stroom (I) na de spanning (E).
Bij de compensator (C) komt de stroom (I) voor de spanning (E).

Door Milan

BZALIJK

Brons
Zilver
Aluminium
Lood
IJzer
Koper

Door Iris

Spoel en condensator

CIRCUS LUIPAARD
C I r c U s
Condensator: de stroom loopt voor op de spanning
L U I paard
Spoel: de spanning loopt voor op de stroom

Door Anoniem

Magneet

Op een magneet is het rode gedeelte de noordpool en de witte kant de zuidpool. Om dit te onthouden, kun je denken aan R=R

NooRdpool = Rood

Door Kay

Van Celsius naar Kelvin

Celcius –> Kelvin, plus 273
Kelvin –> Celsius, min 273

Van °Celsius omrekenen naar Kelvin, plus 273 (Celsius laatste twee letters us wordt plus), van Kelvin naar °Celsius min 273 (Kelvin laatste twee letters in, m er voor wordt min)!

Door Ben

v=s*t of v=s/t ?

Bij veel formules kun je de eenheid gebruiken. Bij v=s/t ook, want v = snelheid en de eenheid is km/h (of m/s). Km en m zijn eenheden van s (= afstand). H en s zijn eenheden van t (=tijd).

Het is km/h en m/s, niet km*h en m*s, dus is ook de formule v=s/t en niet v=s*t.

(Met veel formules geldt dit).

Door Anoniem

Warmtetransport

Voorbeelden nodig van de 3 vormen van warmtetransport? Denk aan de 3 vormen waar in een stof kan voor komen (fases)
Geleiding = door een vaste stof heen (metaal)
Stroming = vloeibare stof, zoals stromend water (douche)
Straling = gas: je ziet het niet, maar je voelt het wel.

Door Mr.koekman

Formule voor snelheid

Om de formule voor snelheid te onthouden, kun je denken aan snelheidsborden. Deze geven bijvoorbeeld 50 km/u aan. Hieruit kun je afleiden dat de afstand gedeeld door de tijd de snelheid berekent

v = s/t

v = snelheid
s = afstand
t = tijd

Door Froukje

2*3=6

Als je bijvoorbeeld U = I * R ziet is het lastig om te bedenken wat nou de formule is voor I of juist R, bedenk dan:
6 = 2*3
dan is de stap naar
2 = 6/3 en 3 = 6/2,
en dus
I = U/R en R = U/I,
een stuk makkelijker.
Dit werkt met alle formules die je om moet schrijven!

Door David

De wet van Ohm

Deze kun je onthouden aan Oom RUDI

Ohm –> R = U/I

R = weerstand
U = spanning
I = stroomsterkte

Door Thomas
Home
Alle items
Uploaden