Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Spanning, Stroom en Weerstand
Om het onderscheid te onthouden tussen spanning, stroom en weerstand, kun je denken aan
USV ISA RO
U –> Spanning in Volt
I –> Stroom in Ampère
R –> Weerstand in Ohm
Visualisatie
Om de moleculen die horen bij respectievelijk vast, vloeibaar en gas te onthouden, kun je denken aan een legoblokje, knikkers en stuiterballen
Formule voor snelheid
Om de formule voor snelheid te onthouden, kun je denken aan snelheidsborden. Deze geven bijvoorbeeld 50 km/u aan. Hieruit kun je afleiden dat de afstand gedeeld door de tijd de snelheid berekent
v = s/t
v = snelheid
s = afstand
t = tijd
Formule voor lenzen
Om de formule voor de brandpuntsafstand te onthouden, kun je denken aan Veel Boeren FIetsen
1/n + 1/b = 1/f
v=s*t of v=s/t ?
Bij veel formules kun je de eenheid gebruiken. Bij v=s/t ook, want v = snelheid en de eenheid is km/h (of m/s). Km en m zijn eenheden van s (= afstand). H en s zijn eenheden van t (=tijd).
Het is km/h en m/s, niet km*h en m*s, dus is ook de formule v=s/t en niet v=s*t.
(Met veel formules geldt dit).
Formule voor energie
De formule kun je onthouden door te denken aan PET
p = E/T
p = Vermogen
E = Energie
T = Tijd
De gaswet
Om de gaswet te onthouden, kun je denken aan
Patrick Voskamp is een NeRT (!)
p*V = n*R*T
p = Druk
V = Volume
n = aantal
R = T = temperatuur
Formule voor vermogen en weerstand
De formule voor vermogen is
P = U*I –> R = U/I
Dit kun je onthouden met PUIst RUIkt
P = Vermogen
U = Spanning
I = Stroomsterkte
R = Weerstand
KNAP
Je kan de lading van een anode of kathode onthouden door te denken aan het woord KNAP.
Kathode = Negatief. KN
Anode = Positief. AP
Dit maakt KNAP.
Een kathode is dus negatief geladen en een anode positief.
De drie vormen van water
De drie vormen van water kun je onthouden door GaVaVlo
GA svormig
VA st
VLO eibaar
Het verschil tussen cohesie en adhesie
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A
Adhesie = aantrekkingskracht tot een Andere molecuul
Cohesie = aantrekkingskracht tot een dezelfde molecuul
vermogen berkenen
je onthoud de volgorde van vermogen, spanning en stroom sterkte door:
vespa sterkte
ve- VErmogen
spa- SPAnning
sterkte- stroomSTERKTE
Ontwerpcyclus
Om de onderdelen van de ontwerpcyclus te onthouden, kun je gebruik maken van de zin
Anna Probeert Uw Feestjes Ruw Te Eindigen
A nalyseren/beschrijven
P rogramma van eisen opstellen
U itwerkingen bedenken
F ormuleren uitwerkingen
R ealiseren uitwerkingen
T esten
E valueren
Van Celsius naar Kelvin
Celcius –> Kelvin, plus 273
Kelvin –> Celsius, min 273
Van °Celsius omrekenen naar Kelvin, plus 273 (Celsius laatste twee letters us wordt plus), van Kelvin naar °Celsius min 273 (Kelvin laatste twee letters in, m er voor wordt min)!
Eenheid van versnelling
versnelling a in m/s^2
“een a-tje met een kwadraatje”.
tijd dus in het kwadraat.
Geleiders en isolatoren
Wist je dat:
Metalen goed elektriciteit geleiden?
Maar ook goed geluid kunnen geleiden?
En ook goed warmte kunnen geleiden?
En dat de isolatoren van elektriciteit meestal ook slecht zijn in het geleiden van warmte en geluid?
Wiskundesom
Om een wiskundesom goed te beantwoorden, kun je denken aan FIBA
F ormule opschrijven
I nvullen wat je weet
B erekening opschrijven
A ntwoord geven
Formules U = volt = spanning
U = volt
(De U lijkt op de V)
U = volt = spanning
Tussen de U en de V heerst spanning.
I = stroom
Vaak wordt er een Uitroepteken geplaatst (! Lijkt op I).
Magneet
Op een magneet is het rode gedeelte de noordpool en de witte kant de zuidpool. Om dit te onthouden, kun je denken aan R=R
NooRdpool = Rood
Warmtetransport
Voorbeelden nodig van de 3 vormen van warmtetransport? Denk aan de 3 vormen waar in een stof kan voor komen (fases)
Geleiding = door een vaste stof heen (metaal)
Stroming = vloeibare stof, zoals stromend water (douche)
Straling = gas: je ziet het niet, maar je voelt het wel.
Spoel en condensator
CIRCUS LUIPAARD
C I r c U s
Condensator: de stroom loopt voor op de spanning
L U I paard
Spoel: de spanning loopt voor op de stroom
Van elektriciteitsfabriek naar huisaansluiting
Om de route van de elektriciteitsfabriek naar de huisaansluiting te onthouden, kun je denken aan VAAGHAK
V oedingskabel
A ardleiding
A ardleidingmeter
G roepenkast met zekeringen
H uisaansluiting
A ndere kabels
K wh-meter
Het verschil tussen kwalitatief en kwantitafief
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan
L=L en N=N
KwaLitatief –> met letters
KwaNtitatief –> met nummers
Elektriciteitsvervoer
De volgorde van elektriciteitsvervoer kun je onthouden met de zin
Echt Heel Veel Troep
E lektriciteitscentrale
H oogspanningsmast
V erdeelstation
T ransformatorhuisje
Werking transistor
De transistor heeft drie contactpunten:
Basis
Collector
Emitter
Als dit onderdeel in een schakeling zit, hoe loopt de stroom dan? Alfabet!
Stroom komt eerst bij de B van Basis.
Vervolgens gaat de stroomrichting via de C van Collector alle stroom kom uit bij de E van Emitter.