Scheikunde Archives - Pagina 2 van 3 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Atoomopbouw

Om te onthouden waaruit een atoom bestaat, kun je denken aan PEN

P rotonen
E lektronen
N eutronen

Door lisan

Naamgeving alkaan/alkeen

Tel het aantal C-Tjes in de keten
1. Mama – methaan
2. En – ethaan
3. Papa – Propaan
4. Bestellen – Butaan
5. Pizza – Propaan
6. Hawaii – Hexaan

Door Niek

Ammoniak, Ammonia, Ammonium

Ammoniak = NH3 (G)
Ammonia = NH3 (AQ) – eindigt op een A en de toestand AQ begint ook met een A.
Ammonium = NH4+ (AQ) – heeft geen 2e A en is daarom ‘bijzonder’

Door Daphne

Alkanen

Ma En Pa Blowen Perfecte Hasj, Hou Op, Niet Doen:

Methaan, Ethaan, Propaan, Butaan, Pentaan, Hexaan, Heptaan, Octaan, Nonaan, Decaan

Door Kay

Perodiek Systeem

In het periodieke systeem zijn de periodes de rijen (horizontaal) en de groepen de kolommen (verticaal), om dit verschil te onthouden, kun je denken aan de woorden die ze representeren. Periode is een langer woord dan groep, periodes zijn dus langer dan de groepen.

Door Lieke

Stofeigenschappen

Om de verschillende stofeigenschappen te onthouden, kun je denken aan de zin
Frits Gerard Koster Opent Een KeurSlager

F ase
G eur
K leur
O plosbaarheid
E lektrische geleidbaarheid
K ookpunt
S meltpunt

Door Kim

Het verschil tussen additie- en substitutie

Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan het Engels

To add = toevoegen
To substitute = vervangen

Additiereactie = iets toevoegen
Substitutiereactie = iets vervangen  

Door Tim

Reactiesnelheid

Om te onthouden waar de reactiesnelheid allemaal van afhangt, kun je denken aan de zin
Snelle Scholieren Concentreren zich Veel Te Kort

S oort stof
C oncentratie
V erdelingsgraad
T emperatuur
K atalysator

Door An

Fase overgangen water

Er zijn 6 fase overgangen en die leer je zo uit je hoofd!

Cor rijmt veel, ben smakt veel

Pak van alle de eerste twee letters van de woorden en je kom al verder ook staan ze in volgorde
Condenseren
Rijpen
Verdampen
Bevriezen
Smelten
Vervluchtigen

Door Noek

Het verschil tussen endo- of exotherm?

Het verschil tussen exo- en endotherm kun je onthouden door te denken aan

Exo –> exit, er komt energie uit
Endo –> entree, er gaat energie in

Door Sonja

Oxidator en reductor

Oxidator- elektronen Opnemen
Reductor- elektronen Afstaan
Oxidator en opnemen beginnen beide met de O.

Door joelle

Namen en formules van 2 atomige niet-ontleedbare stoffen

Fluor Fientje
Chloor CLiedert
Stikstof Nooit
Broom Broom
Jood In
Waterstof Haar
Zuurstof Ogen

Fientje CLiedert Nooit Broom In Haar Ogen

Door Anoniem

Alkanen

Mam En Pap Bakken Pizza Hawaii Helaas Onsmakelijk

(Methaan, Ethaan, Propaan, Butaan, Pentaan, Hexaan, Heptaan, Octaan)

Door Hannah

Reductor of oxidator?

In reductor zit het Engelse woord “reduce”=verminderen en de reductor stoot dus elektronen af
Dan neemt de oxidator de elektronen op

Door Rianne

Triviale namen van zouten

De triviale namen van zouten, kun je onthouden met de zin
Kees Slaat Gert Knock Out

K eukenzout = natriumchloride
S oda = natriumcarbonaat
G ips = calciumsulfaat
K alksteen = calciumcarbonaat
O ngebluste kalk = calciumoxide

Door Ion

Scheidingsmethoden

De scheidingsmethoden die je voor het examen moet weten beginnen, lopen bijna gelijk met het alfabet. Alleen de G en de H worden overgeslagen.
A-adsoberen
B-bezinken
C-centrifugeren
D-destilleren
E-extraheren
F-filtreren
I-indampen

Door Fenna

De metalen

De metalen hebben 3 G’s waar je aan moet denken

G lans
G eleiding warmte
G eleiding stroom

Door Estevan

Lood

Pb = lood

De PABO is loodzwaar

Door Lonneke

Oplosbaarheid in water

Hydrofoob lijkt op fobie; deze stof heeft dus angst voor water en zal niet tot slecht oplossen.
Hydrofiel lijkt op pedofiel; deze stof houdt dus van water en zal dus goed oplossen.

Door Nardi

Het omrekenen van mollen

Om te onthouden in welke volgorde je mollen om kunt rekenen, kun je denken aan
Liever Geen Melk

L iter
G ram
M ol

Door Stéphanie

Zuur bij water of water bij zuur?

Bij het maken van een oplossing moet je altijd goed oppassen met water en zuur. Om dit te onthouden, kun je denken aan het rijmpje
Zuur bij water en je slaat nooit een flater, water bij zuur betaal je duur

Door Didier

Deze atomen komen nooit alleen

Fien CLiederde BRuine Inkt Op Haar Neus
F, Cl, Br, I, O, H, N

Door Ferre

2-atomige moleculen

Claartje fietst nooit in haar onderbroek, Pietje soms.

Claartje= Cl2 = Chloor.
Fietst = F2 = Fluor.
Nooit = N2 = Stikstof.
In = I2 = Jood.
Haar = H2 = Waterstof.
Onder= O2 = Zuurstof.
Broek = BR2 = Broom.
Pietje = P4 = Fosfor.
Soms = S8 = Zwavel.

Door Babita

Benzine

Om te onthouden welke moleculen er in Benzine zitten, kun je denken aan 
SCHON 

S zwavel
C koolstof
H waterstof
O zuurstof
N stikstof

Door Gert-Kees

De alkanen

Met Een Paraplu Blijft Pino Heel Hoog Ook Nog Droog

Methaan
Ethaan
Propaan
Butaan
Pentaan
Hexaan
Heptaan
Octaan
Nonaan
Decaan

Door Evy

Redox

Om te bellen of een redox reactie verloopt doe je V(ox) – V(red). Ik vergat altijd welke je min de ander deed. Daarom het ezelsbruggetje

Fox – Fred
2 dieren die makkelijk te onthouden zijn.

Door Sabine

De vier halogenen

De 4 halogenen kunnen onthouden worden met BRomFIetsCLub

BR oom
F luor
I Jood
CL Chloor

Door Charry

Come Sit

Covalenties van atoomsoorten, dit is covalentie 4: C, Si

Door Sofie
Home
Alle items
Uploaden