Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Naamgeving alkaan/alkeen
Tel het aantal C-Tjes in de keten
1. Mama – methaan
2. En – ethaan
3. Papa – Propaan
4. Bestellen – Butaan
5. Pizza – Propaan
6. Hawaii – Hexaan
De metalen
De metalen hebben 3 G’s waar je aan moet denken
G lans
G eleiding warmte
G eleiding stroom
Het verschil tussen additie- en substitutie
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan het Engels
To add = toevoegen
To substitute = vervangen
Additiereactie = iets toevoegen
Substitutiereactie = iets vervangen
BrINClHOF
Alle elementen die uit twee identieke atomen bestaan.
BrINClHOF =
Br : Broom
I : Jood
N : Stikstof
Cl : Chloor
H : Waterstof
O : Zuurstof
F : Fluor
De formules zijn: Br2 ; I2 ; N2 ; Cl2 ; H2 ; O2 ; F2 .
Hydrofoob of hydrofiel
Hydrofiel = waterlievend
Hydrofoob = watervrezend
Je kunt dit goed onthouden als je “fiel” van hydrofiel omdraait. Je krijgt dan “lief”.
Hydrofoob is dit ongeveer ook zo maar is iets lastiger maar foob betekend angst.
Het verschil tussen suspensie en emulsie
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan S = S en L = L
Suspensie = vloeistof + vaste stof –> Solid
EmuLsie = vloeistof + vloistof –> Liquid
Scheidingsmethoden
De scheidingsmethoden die je voor het examen moet weten beginnen, lopen bijna gelijk met het alfabet. Alleen de G en de H worden overgeslagen.
A-adsoberen
B-bezinken
C-centrifugeren
D-destilleren
E-extraheren
F-filtreren
I-indampen
De twee-atomige niet-ontleedbare stoffen
Om deze te onthouden kun je gebruik maken van de zin
BRam Fietst In CaLantsoog Ocver Het Naaktstrand
Br oom
F luor
I Jood
CL Chloor
O Zuurstof
H Waterstof
N Stikstof
Het omrekenen van mollen
Om te onthouden in welke volgorde je mollen om kunt rekenen, kun je denken aan
Liever Geen Melk
L iter
G ram
M ol
Het verschil tussen endo- of exotherm?
Het verschil tussen exo- en endotherm kun je onthouden door te denken aan
Exo –> exit, er komt energie uit
Endo –> entree, er gaat energie in
De verdringingsreeks van de metalen
Deze kun je onthouden met deze lange zin
Lieve Koning BaCaNa MaG ALLeen op ZoNdagen, MaandaGen en ChRistelijke FEestdagen NIets SNoepen, BePaalt Het BInnenlands CUrriculum AanGaande PlaaTselijke AUtoriteiten
L ithium
K alium
Ba rium
Ca lcium
Na trium
Mg Magnesium
All uminium
Zn zink
Mn Mangaan
Cr Chroom
Fe rrum
Ni kkel
Sn stannum
Bp (pb) Plumbum
H ydrogrenium
BI smut
Cu prum
Ag argentum
Pt Platina
Au rum
Oplosbaarheid in water
Hydrofoob lijkt op fobie; deze stof heeft dus angst voor water en zal niet tot slecht oplossen.
Hydrofiel lijkt op pedofiel; deze stof houdt dus van water en zal dus goed oplossen.
Stikstof
Om te onthouden dat bij stikstof het symbool N hoort, kun je denken aan
Wanneer je stikt, roep je ‘Nee!’
Diatomische elementen
Deze kun je gemakkelijk onthouden met de zin
I Have No BRight Or CLever Friends
I odine
H ydrogen
N itrogen
Br omine
O xygen
C hlorine
F luorine
Chemische voorvoegsels
Om de chemische voorvoegsels te onthouden, kun je gebruik maken van
DTT is een PECHHOND
D i (2)
T ri (3)
T etra (4)
P enta (5)
H exa (6)
H epta (7)
O cta (8)
N ona (9)
D eca (10)
Alkanen
Mam En Pap Bakken Pizza Hawaii Helaas Onsmakelijk
(Methaan, Ethaan, Propaan, Butaan, Pentaan, Hexaan, Heptaan, Octaan)
Scheidingsmethodes
Bas en Anne Eten Friet In Amsterdam
Bezinken en Afgieten.
Extraheren.
Filtreren.
Indampen.
Afschenken.
Niet-metalen
Ar= Aria
Br= Bracht
Cl= Claartje
F= Feeste
P= Per
He= Helikopter
I= In
C= Carnavalsstijl
Ne= Netjes
Si= Sintelijk
N= Naar
H= Huis
O= Ongelooflijk
S= Schattig
Aria bracht claartje per helikopter in carnavalsstijl netjes sintelijk naar huis ongelooflijk schattig!
Reductor en oxidator (redox)
Oxidator neemt elektron op. Denk aan oxygen (zuurstof) dat nemen wij ook op. Of denk aan het wood “redox” en zet een pijl in midden van het woord.
RED->OX
RED staat voor REDuctor
Pijl staat voor elektron doorgeven.
OX staat voor OXidator
Dus REDuctor geeft elektron aan OXidator
Deze atomen komen nooit alleen
Fien CLiederde BRuine Inkt Op Haar Neus
F, Cl, Br, I, O, H, N
Stofeigenschappen
Om de verschillende stofeigenschappen te onthouden, kun je denken aan de zin
Frits Gerard Koster Opent Een KeurSlager
F ase
G eur
K leur
O plosbaarheid
E lektrische geleidbaarheid
K ookpunt
S meltpunt
Perodiek Systeem
In het periodieke systeem zijn de periodes de rijen (horizontaal) en de groepen de kolommen (verticaal), om dit verschil te onthouden, kun je denken aan de woorden die ze representeren. Periode is een langer woord dan groep, periodes zijn dus langer dan de groepen.
Scheikundige ontleding
Hierbij kun je denken aan OPA HeNK
O xigenium (zuurstof) is
P ositief
A node
H ydrogenium (Waterstof) is
N egatief
K athode
Diatomische elementen
Om de diatomische elementen te onthouden denk aan de zin Have No Fear Of Ice Cold Beer
H(waterstof)
N(stikstof)
F(fluor)
O(zuurstof)
I(jood)
Cl(chloor)
Br(broom)
Slechtoplosbare zouten
Deze kun je onthouden door het ABC, op alfabetische volgorde
A gCl
B aSO4
C aCO3