
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Redactoren met een negatieve electrodepotentiaal
Deze kun je onthouden door te denken aan de zin
LIeve Kleine BasCAs en NAtalie MoGen ALleen op ZoN en FEestdagen NIet SnoeP(B)en
Li -3,05
K -2,92
Ba -2,90
Ca -2,87
Na -2,71
Mg -2,34
Al -1,67
Zn -0,76
Fe -0,44
Ni -0,25
Sn -0,14
Pb 0,13
Ze staan in tabel 48 van de BINAS
Alkanen
Ma En Pa Bouwen Perfecte Huizen (met de) HOND.
M ethaan
E thaan
P ropaan
H exaan
H eptaan
O ctaan
N onaan
D ecaan
Spannningsreeks van de metalen
Kleine Naftaline Can en Mg Alleen op Zn en Feestdagen Snoepen en Probeert het Cussen Hoog Achter in de PostAuto.
K Kalium Na Natrium Ca Calcium Mg Magnesium
Al Aluminium Zn Zink Fe IJzer Sn Tin Pb Lood Cu Koper Hg Kwik PT Platina Au Goud
Magnetische metalen
Alle metalen die magnetisch zijn, kun je onthouden met FeNiCo
Fe ijzer
Ni kkel
Co balt
Diode met kathode en anode
De kathode is negatief en de anode is positief.
Ezelsbruggetje is het woordje: KNAP
De legering amalgaam
De legering amalgaam is van kwik en zilver of tin.
Amalia gaat samen met Tineke of Zilvia naar Kwik.
Amalia –> Amalgaam
Tineke –> Tin
Zilvia –> Zilver
Kwik –> Kwik
Deze atomen komen nooit alleen
Fien CLiederde BRuine Inkt Op Haar Neus
F, Cl, Br, I, O, H, N
Reductor en oxidator (redox)
Oxidator neemt elektron op. Denk aan oxygen (zuurstof) dat nemen wij ook op. Of denk aan het wood “redox” en zet een pijl in midden van het woord.
RED->OX
RED staat voor REDuctor
Pijl staat voor elektron doorgeven.
OX staat voor OXidator
Dus REDuctor geeft elektron aan OXidator
Het omrekenen van mollen
Om te onthouden in welke volgorde je mollen om kunt rekenen, kun je denken aan
Liever Geen Melk
L iter
G ram
M ol
Ammoniak, Ammonia, Ammonium
Ammoniak = NH3 (G)
Ammonia = NH3 (AQ) – eindigt op een A en de toestand AQ begint ook met een A.
Ammonium = NH4+ (AQ) – heeft geen 2e A en is daarom ‘bijzonder’
BrINClHOF
Alle elementen die uit twee identieke atomen bestaan.
BrINClHOF =
Br : Broom
I : Jood
N : Stikstof
Cl : Chloor
H : Waterstof
O : Zuurstof
F : Fluor
De formules zijn: Br2 ; I2 ; N2 ; Cl2 ; H2 ; O2 ; F2 .
Oxidator en reductor
Oxidator- elektronen Opnemen
Reductor- elektronen Afstaan
Oxidator en opnemen beginnen beide met de O.
Stikstof
Om te onthouden dat bij stikstof het symbool N hoort, kun je denken aan
Wanneer je stikt, roep je ‘Nee!’
Het verschil tussen zuur en basisch
Bij de lakmoesproef kan je zien welke kleur staat voor zuur en welke voor basisch door te denken aan
R = R en B = B
Rood is zuuR
Blauw is Basisch
Benzine
Om te onthouden welke moleculen er in Benzine zitten, kun je denken aan
SCHON
S zwavel
C koolstof
H waterstof
O zuurstof
N stikstof
