Frans Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Qui?

Qui? = Wie?
kiwi
Je hebt qui (ki) en wie (wi).

Door Nora

Bijvoeglijke naamwoorden vóór het zelfstandig naamwoord

De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Jingle Bells. Zo kan je ze onthouden.

Grand petit,
Beau jolie,
Jeune hoort erbij.
Vi-eux gros,
Bon noveau,
Ja dat is de rij!

Door Femke

Patient

Patiënt betekent geduldig.

Als een patient in de wachtkamer op de dokter zit te wachten moet hij heel geduldig zijn.

Door Merel

‘avoir’ geen gevaar / ‘etre’ oplette(n)

Als in het Frans bij de voltooide tijd het hulpwerkwoord ‘avoir’ is, verandert het voltooid deelwoord niet. Bij ‘etre’ wel.

Vb:
(avoir) Elle a mangé
(être) Elle est rentrée

Door Else

Franse zinsopbouw

Voor het opbouwen van een franse zin, kun je dit aanhouden
Bange Ogen Gaan Langer Mee B.

B ijwoordelijke
bepaling
O nderwerp
G ezegde
L ijdend voorwerp
M eewerkend voorwerp,
B ijwoordelijke bepaling

Door Robert-Paul

Porte

Porte = deur

Een deur is ook een soort portaal

Door Stijn

Werkwoorden met avoir

Om te onthouden welke werkwoorden met avoir vervoegd worden, kun je denken aan de zin
Een Charmante Cassière Rekende Frustrerend

Être
Changer
Commencer
Réussir
Finir

Door Anoniem

La randonée

La randonée betekent de excursie, de wandeling.

Tijdens je excursie of wandeling val je over de “rand o née”

Door Annelie

Pleurer

Pleurer betekent huilen

Als je pleurt (valt) moet je huilen

Door Fleurtje

hélicoptère

Een helikopter moet eerst opstijgen é (streepje omhoog) en dan dalen è (streepje omlaag)

Door Camille

Cela en eci

Cela eindigt op een A en dus dAt

Ceci eindigt op een i en dus dIt!

Door naromy

bijv. naamwoorden vóór zn

Als (autre)
Ben (bon)
Jou (joli)
Niet (nouveau)
Leuk (long)
Vindt (vieux)
Gaat (gros)
Het (haute)
Met (mauvais)
Ben (beau)
Gewoon (grand)
Prima (petit)

En dan de rangtelwoorden natuurlijk!

Door Julia

Le cafe

Wat drink je een een cafe? Inderdaad de “koffie”. Le cafe is dan ook koffie.

Door Jet

Jurk of rok?

De letters omdraaien
een Rok = une Jupe
een Jurk = une Robe

Door Barbara

Sympa

Sympa betekent aardig

Denk aan iemand sympathiek vinden.

Door David

Het verschil tussen acheter en vendre

A=A, V=V

A cheter = A ankopen
V endre = V erkopen

Door Rein

Demander

Demander betekent vragen

De man der vragen!

Door Anoniem

BSA

BSA. Bonjour, Salut, Au revoir.

Door Luuk

uitgangen regelmatige ww. -er

Een ESkimo Eet ONS EZeltje ENTerecht

parler

je parlE
tu parlES
il/elle parlE
nous parlONS
vous parlEZ
ils/elles parlENT

Door isa

Éviter

Éviter betekent vermijden
In het Engels is: ‘invite’ uitnodigen. En als je iemand wilt vermijden ga je iemand niet uitnodigen.

Door :)

La Classe

La Classe betekent klas

Denk klas alleen dan in het engels

Door Thijs

La randonnée

La randonnée = trektoch

Tijdens een trektocht loop je langs een ravijn en val je over de rand, O NEE!

Door Marjolein

Acheter

Acheter betekent kopen

Als je thee gaat kopen.

Door Jonneke

Avoir

Een soort liedje

Met je een ai
Met tu een as
Met il een a
En elle a
Ook een a met on
Nous is apart avons
Vous is een avez
Ils elles (h)ont

Door Michelle

Woorden in de passé composé

Om de woorden die in de passé composé met être gaan, te onthouden, kun je gebruik maken van het acroniem DAMPERSVAT

D escendre
A ller
M onter
P artir
E ntrer
R ester
S ortir
V enir
R etourner
A rriver

Door Charlotte

Ordinateur

Ordinateur betekent computer

Sommige (oude) mensen vinden computers ordinair

Door Kelly

Être en avoir

om Être en avoir niet door elkaar te halen kan je dit gebruiken: bij avoir begint alles met een a (behalve ils sont) en avoir begint ook met een a 🙂

Door daphne

Et puis

Et puis betekent en verder!

Denk aan een puist, die mag niet verder gaan

Door Maxime
Home
Alle items
Uploaden