
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Kijk in het woord
Denk goed na in het woord, misschien zit daar nog een ander woord in dat je kent en dan kan je er makkelijk achterkomen. Of het woord lijkt heel erg op het Nederlands.
Franse zinsopbouw
Voor het opbouwen van een franse zin, kun je dit aanhouden
Bange Ogen Gaan Langer Mee B.
B ijwoordelijke
bepaling
O nderwerp
G ezegde
L ijdend voorwerp
M eewerkend voorwerp,
B ijwoordelijke bepaling
De uitgang EAU
Om de uitgang -eau te onthouden, kun je het zien als een acroniem. EAU
E en
A kelige
U itgang
De Franse mannelijke landen
Om te onthouden welke landen in het Frans mannelijk zijn, kun je denken aan
Japanners Moeten Deense Bessen Plukken
J apan
M arokko
D enemarken
B razilië
P ortugal
Het verschil tussen midi en minuit
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan
D = D en N = N
MiDi = Dag
MiNuit = Nacht
Dès que
Dès que = zodra
1. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dekken.
Wordt:
2. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dès que
Het verschil tussen voilà en voici
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan A = A en I = I
Voilà = dAAR
VoicI = hIer
bijv. naamwoorden vóór zn
Als (autre)
Ben (bon)
Jou (joli)
Niet (nouveau)
Leuk (long)
Vindt (vieux)
Gaat (gros)
Het (haute)
Met (mauvais)
Ben (beau)
Gewoon (grand)
Prima (petit)
En dan de rangtelwoorden natuurlijk!
Cuisine
Om te onthouden dat je cuisine met ‘ui’ schrijft, kun je denken aan
In de keuken snijdt je een ui
Ascenseur en escallier
Ascenseur betekent lift
Escallier betekent trap
Een ascenseur heeft een deur, een escallier heeft een tree. Een lift heeft een deur en een trap heeft een tree.
Bon beau grand
Rijmpje:
(Ook vrouwelijk en meervoud)
bon beau grand
gros mauvais mechant
haut vieux long petit
cher jeun joli
Deze bijvoeglijke naamwoorden komen vóór het zelfstandig naamwoord
Éviter
Éviter betekent vermijden
In het Engels is: ‘invite’ uitnodigen. En als je iemand wilt vermijden ga je iemand niet uitnodigen.
PANQ (bij ontkenning)
Temps composé: (de ontkenning)
PANQ=
ne Personne
ne Aucun
ne Nulle part
ne Que
Regel bij PANQ ->
onderwerp+ ne +hulpwerkwoord+voltooid deelwoord + ‘personne’
Plombier em pompier
Plombier betekent loodgieter
Pompier betekent brandweerman
Om deze uit elkaar te houden, kun je denken aan
De brandweer pompt water op vuur –> pompier
De loodgieter werkt met buizen (plumbing) –> plombier
Ferme
Ferme = dichtdoen, sluiten
Als je de deur dicht gooit dan doe je dat met een ferme slag
