Frans Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Trop

Trop betekent teveel

Teveel drop

 

Door Jomayra

La randonnée

La randonnée = trektoch

Tijdens een trektocht loop je langs een ravijn en val je over de rand, O NEE!

Door Marjolein

Franse zinsopbouw

Voor het opbouwen van een franse zin, kun je dit aanhouden
Bange Ogen Gaan Langer Mee B.

B ijwoordelijke
bepaling
O nderwerp
G ezegde
L ijdend voorwerp
M eewerkend voorwerp,
B ijwoordelijke bepaling

Door Robert-Paul

Avoir

Een soort liedje

Met je een ai
Met tu een as
Met il een a
En elle a
Ook een a met on
Nous is apart avons
Vous is een avez
Ils elles (h)ont

Door Michelle

Le cafe

Wat drink je een een cafe? Inderdaad de “koffie”. Le cafe is dan ook koffie.

Door Jet

bijv. naamwoorden vóór zn

Als (autre)
Ben (bon)
Jou (joli)
Niet (nouveau)
Leuk (long)
Vindt (vieux)
Gaat (gros)
Het (haute)
Met (mauvais)
Ben (beau)
Gewoon (grand)
Prima (petit)

En dan de rangtelwoorden natuurlijk!

Door Julia

Drole

Drole betekent grappig/leuk
Denk aan dat je ergens van moet lachen

Door Thijs

Se raser

gRAS moet je afscheren/snijden. Dus RASer.

Door Pieterjan

Het verschil tussen midi en minuit

Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan 
D = D en N = N

MiDi = Dag
MiNuit = Nacht

Door Anoniem

‘avoir’ geen gevaar / ‘etre’ oplette(n)

Als in het Frans bij de voltooide tijd het hulpwerkwoord ‘avoir’ is, verandert het voltooid deelwoord niet. Bij ‘etre’ wel.

Vb:
(avoir) Elle a mangé
(être) Elle est rentrée

Door Else

Het verschil tussen cela en ceci

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A en I=I

CelA = dAt
CecI = dIt

Door Jan

Dove letters

De letters op het einde van een woord, die je in het Frans niet uitspreekt, zijn
STEP

Door Kevin

EAU

Hoe ik altijd woorden als bureau goed schrijf;
– Een Avondje Uit = EAU

Door Simone

uitgangen regelmatige ww. -er

Een ESkimo Eet ONS EZeltje ENTerecht

parler

je parlE
tu parlES
il/elle parlE
nous parlONS
vous parlEZ
ils/elles parlENT

Door isa

La Classe

La Classe betekent klas

Denk klas alleen dan in het engels

Door Thijs

Dès que

Dès que = zodra

1. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dekken.
Wordt:
2. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dès que

Door Anoniem

Bijvoeglijke naamwoorden

Aux Champs Elysées

De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Aux Champs Elysées. Zo kun je ze onthouden:

Beau-, bon, joli
*paraparapa*

Haut, long, petit
*paraparapa*

Jeune au vieux
Grand au gros
Mauvais au nouveau

Ce sont les adjectifs avant le nom

 (En dan nog de rangtelwoorden zoals première, deuxième etc.)

Door Shona

Jurk of rok?

De letters omdraaien
een Rok = une Jupe
een Jurk = une Robe

Door Barbara

Faire

fraire betekent in het nederlands maken
om het handig te onthouden is door:
Faire
Frambose jam maken
hier zie je de F van faire en van framboos
en jam dat maak je dus hierdoor weet je dat faire – maken is

Door marenthe

Het verschil tussen où en ou

Oú = waar
Ou = of

Je kunt hierbij denken aan de vraag; waar is het streepje? 
Als het streepje erop staat, is het óu –> waar

Door Anoniem

la viande

La viande betekent het vlees

La viande lijkt op viandel en dat is vlees

Door Aurora

Vraiment

Vraiment betekent echt

Dat is een echt fragment

Door Thom

Porte

Porte = deur

Een deur is ook een soort portaal

Door Stijn

Le gant

Le gant betekent de handschoen. Denk hierbij aan een dame op een bal. Die draagt handschoenen en dat staat heel e-le gant.

Door Cornelia

Acheter

Acheter betekent kopen

Als je thee gaat kopen.

Door Jonneke

Á ce soir

Á ce soir betekent tot vanavond. Dit lijkt op accesoir, als je uitgaat draag je accesoires.

Door Marijn

Une glace

Une glace betekent een ijsje

IJs eet je uit een glas

Door Beau

Werkwoorden Frans

Avoir= ils, elles ont= o van avoir.
Faire= ils, elles font= f van faire

Door Delphine
Home
Alle items
Uploaden