
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Bleu of blue
Frans betekent bleu, want Frankrijk zit nog in de EU
Engels betekent blue, want Engeland zit niet meer in de EU
Devenir
Devenir lijkt op denver (la casa de papel) die is heel knap dus ik ga denver zijn vriendin WORDEN
devenir = worden
Het verschil tussen cela en ceci
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A en I=I
CelA = dAt
CecI = dIt
Het verschil tussen peux en veux
Om het verschil hiertussen te onthouden, kun je denken aan
Peux = kunnen –> PK –> Paardenkracht
Veux = willen –> VW –> Volkswagen
De uitgang EAU
Om de uitgang -eau te onthouden, kun je het zien als een acroniem. EAU
E en
A kelige
U itgang
Á ce soir
Á ce soir betekent tot vanavond. Dit lijkt op accesoir, als je uitgaat draag je accesoires.
trap = escallier
escallier betekent trap
via de trap kan je weg en kan je ‘ontsnappen’
ontsnappen betekent escapen in het engels
dus bij escallier moet je denken aan het escapen via de trap
Casse-pieds
Casse-pieds = hinderlijk/lastig
Casse-pieds lijkt op kattepies, dat is ook vervelend
Ontkenningen Frans
Ne plus: bij de plus betaal je NIET meer
Ne jamais: bij de jamin betaal je NOOIT
Ne rien: bij Rien betaal je NIETS
Ne pas encore= NOG NIET vergeten, pas op voor core.
Avoir
Een soort liedje
Met je een ai
Met tu een as
Met il een a
En elle a
Ook een a met on
Nous is apart avons
Vous is een avez
Ils elles (h)ont
uitgangen regelmatige ww. -er
Een ESkimo Eet ONS EZeltje ENTerecht
parler
je parlE
tu parlES
il/elle parlE
nous parlONS
vous parlEZ
ils/elles parlENT
Franse zinsopbouw
Voor het opbouwen van een franse zin, kun je dit aanhouden
Bange Ogen Gaan Langer Mee B.
B ijwoordelijke
bepaling
O nderwerp
G ezegde
L ijdend voorwerp
M eewerkend voorwerp,
B ijwoordelijke bepaling
Cuisine
Om te onthouden dat je cuisine met ‘ui’ schrijft, kun je denken aan
In de keuken snijdt je een ui
Bijvoeglijke naamwoorden vóór het zelfstandig naamwoord
De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Jingle Bells. Zo kan je ze onthouden.
Grand petit,
Beau jolie,
Jeune hoort erbij.
Vi-eux gros,
Bon noveau,
Ja dat is de rij!
‘avoir’ geen gevaar / ‘etre’ oplette(n)
Als in het Frans bij de voltooide tijd het hulpwerkwoord ‘avoir’ is, verandert het voltooid deelwoord niet. Bij ‘etre’ wel.
Vb:
(avoir) Elle a mangé
(être) Elle est rentrée
Het verschil tussen voilà en voici
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan A = A en I = I
Voilà = dAAR
VoicI = hIer
