Scheikunde Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Stikstof

Om te onthouden dat bij stikstof het symbool N hoort, kun je denken aan

Wanneer je stikt, roep je ‘Nee!’

Door Ellen

Chemische voorvoegsels

Om de chemische voorvoegsels te onthouden, kun je gebruik maken van
DTT is een PECHHOND

D i (2)
T ri (3)
T etra (4)

P enta (5)
H exa (6)
H epta (7)
O cta (8)
N ona (9)
D eca (10)

Door Laurie

Namen en formules van 2 atomige niet-ontleedbare stoffen

Fluor Fientje
Chloor CLiedert
Stikstof Nooit
Broom Broom
Jood In
Waterstof Haar
Zuurstof Ogen

Fientje CLiedert Nooit Broom In Haar Ogen

Door Anoniem

Het omrekenen van mollen

Om te onthouden in welke volgorde je mollen om kunt rekenen, kun je denken aan
Liever Geen Melk

L iter
G ram
M ol

Door Stéphanie

Afkorting zilver

Als je niet kan onthouden dat Ag voor zilver staat, bedenk dan dat Ag staat voor “Ander goud” oftewel zilver.

Door Tim

De niet-ontleedbare stoffen

BRam Organiseert NAchtfeesten In HEt CLubhuis

Br: Broom
O: Zuirstof
Na: Natrium
I: Jood
He: Helium
Cl: Chloor

Door Moos

2-atomige moleculen

Claartje fietst nooit in haar onderbroek, Pietje soms.

Claartje= Cl2 = Chloor.
Fietst = F2 = Fluor.
Nooit = N2 = Stikstof.
In = I2 = Jood.
Haar = H2 = Waterstof.
Onder= O2 = Zuurstof.
Broek = BR2 = Broom.
Pietje = P4 = Fosfor.
Soms = S8 = Zwavel.

Door Babita

Lood

Pb = lood

De PABO is loodzwaar

Door Lonneke

De alkanen

Met Een Paraplu Blijft Pino Heel Hoog Ook Nog Droog

Methaan
Ethaan
Propaan
Butaan
Pentaan
Hexaan
Heptaan
Octaan
Nonaan
Decaan

Door Evy

Diatomische elementen

Om de diatomische elementen te onthouden denk aan de zin Have No Fear Of Ice Cold Beer

H(waterstof)
N(stikstof)
F(fluor)
O(zuurstof)
I(jood)
Cl(chloor)
Br(broom)

Door Britt

Oxidator en reductor

Oxidator- elektronen Opnemen
Reductor- elektronen Afstaan
Oxidator en opnemen beginnen beide met de O.

Door joelle

S.O.(S).

Covalenties van atoomsoorten, dit is de covalentie 2: S, O

Door Sofie

Ammoniak, Ammonia, Ammonium

Ammoniak = NH3 (G)
Ammonia = NH3 (AQ) – eindigt op een A en de toestand AQ begint ook met een A.
Ammonium = NH4+ (AQ) – heeft geen 2e A en is daarom ‘bijzonder’

Door Daphne

Atoomopbouw

Om te onthouden waaruit een atoom bestaat, kun je denken aan PEN

P rotonen
E lektronen
N eutronen

Door lisan

Scheidingsmethoden

De scheidingsmethoden die je voor het examen moet weten beginnen, lopen bijna gelijk met het alfabet. Alleen de G en de H worden overgeslagen.
A-adsoberen
B-bezinken
C-centrifugeren
D-destilleren
E-extraheren
F-filtreren
I-indampen

Door Fenna

Alkanen

Ma En Pa Blowen Perfecte Hasj, Hou Op, Niet Doen:

Methaan, Ethaan, Propaan, Butaan, Pentaan, Hexaan, Heptaan, Octaan, Nonaan, Decaan

Door Kay

Oplosbaarheid in water

Hydrofoob lijkt op fobie; deze stof heeft dus angst voor water en zal niet tot slecht oplossen.
Hydrofiel lijkt op pedofiel; deze stof houdt dus van water en zal dus goed oplossen.

Door Nardi

Elementen die bestaan uit twee dezelfde atomen

Deze elementen bestaan uit twee dezelfde atomen

Have – Waterstof (H)
No – stikstof (N)
Fear – fluor (F)
Of – zuurstof (O)
Ice – Jood (I)
Cold – Chloor (Cl)
Beer – Broom (Br)

Door Floor

covalenties

Claire Fietst Naar Haar Oma In Breda
(Cl, F, N, H, O, I, Br)

Door silke

Het verschil tussen additie- en substitutie

Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan het Engels

To add = toevoegen
To substitute = vervangen

Additiereactie = iets toevoegen
Substitutiereactie = iets vervangen  

Door Tim

Triviale namen van zouten

De triviale namen van zouten, kun je onthouden met de zin
Kees Slaat Gert Knock Out

K eukenzout = natriumchloride
S oda = natriumcarbonaat
G ips = calciumsulfaat
K alksteen = calciumcarbonaat
O ngebluste kalk = calciumoxide

Door Ion

Het verschil tussen endo- of exotherm?

Het verschil tussen exo- en endotherm kun je onthouden door te denken aan

Exo –> exit, er komt energie uit
Endo –> entree, er gaat energie in

Door Sonja

Niet-metalen

Ar= Aria
Br= Bracht
Cl= Claartje
F= Feeste
P= Per
He= Helikopter
I= In
C= Carnavalsstijl
Ne= Netjes
Si= Sintelijk
N= Naar
H= Huis
O= Ongelooflijk
S= Schattig

Aria bracht claartje per helikopter in carnavalsstijl netjes sintelijk naar huis ongelooflijk schattig!

Door Janine

Scheikundige ontleding

Hierbij kun je denken aan OPA HeNK

O xigenium (zuurstof) is
P ositief
A node

H ydrogenium (Waterstof) is
N egatief
K athode

Door Martien

Kwik

Kwik = Hg

Hg — > Heel Giftig

Door Seb

Reductor of oxidator?

In reductor zit het Engelse woord “reduce”=verminderen en de reductor stoot dus elektronen af
Dan neemt de oxidator de elektronen op

Door Rianne

Perodiek Systeem

In het periodieke systeem zijn de periodes de rijen (horizontaal) en de groepen de kolommen (verticaal), om dit verschil te onthouden, kun je denken aan de woorden die ze representeren. Periode is een langer woord dan groep, periodes zijn dus langer dan de groepen.

Door Lieke

Reactiesnelheid

Makkelijke afkorting voor onthouden reactiesnelheid —> CAKETV:
C oncentratie
A ard van de gas
K atalysator
E nzym
T emperatuur
V erdelingsgraad

Door Floor

Benzine

Om te onthouden welke moleculen er in Benzine zitten, kun je denken aan 
SCHON 

S zwavel
C koolstof
H waterstof
O zuurstof
N stikstof

Door Gert-Kees
Home
Alle items
Uploaden