
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Lakmoes papier
Als blauw lakmoes blauw blijft, is het een base. En als het verandert in rood is het een zuur. Wanneer rood lakmoes rood blijft, is het een zuur. En wanneer het verandert in blauw is het een base.
‘B’lauw lakmoes: ‘B’ase
‘R’ood lakmoes: Zuu’r’
Reductor of oxidator?
In reductor zit het Engelse woord “reduce”=verminderen en de reductor stoot dus elektronen af
Dan neemt de oxidator de elektronen op
BrINClHOF
Alle elementen die uit twee identieke atomen bestaan.
BrINClHOF =
Br : Broom
I : Jood
N : Stikstof
Cl : Chloor
H : Waterstof
O : Zuurstof
F : Fluor
De formules zijn: Br2 ; I2 ; N2 ; Cl2 ; H2 ; O2 ; F2 .
Edelgassen
Om de edelgassen te onthouden, kun je denken aan de zin
NEe HE, ARmani en KRis zijn ook niet in de RAbobank of de XEnos
Ne on
He lium
AR gon
KR Krypton
Ra don
Xe non
De alkanen
Met Een Paraplu Blijft Pino Heel Hoog Ook Nog Droog
Methaan
Ethaan
Propaan
Butaan
Pentaan
Hexaan
Heptaan
Octaan
Nonaan
Decaan
Scheidingsmethoden
De scheidingsmethoden die je voor het examen moet weten beginnen, lopen bijna gelijk met het alfabet. Alleen de G en de H worden overgeslagen.
A-adsoberen
B-bezinken
C-centrifugeren
D-destilleren
E-extraheren
F-filtreren
I-indampen
Afkorting zilver
Als je niet kan onthouden dat Ag voor zilver staat, bedenk dan dat Ag staat voor “Ander goud” oftewel zilver.
Meest voorkomende elementen in de aardkorst
Deze kun je onthouden met de zin
Al Feestend Sinaasappels Opeten
Al uminium
Fe IJzer
Si licium
O Zuurstof
Spannningsreeks van de metalen
Kleine Naftaline Can en Mg Alleen op Zn en Feestdagen Snoepen en Probeert het Cussen Hoog Achter in de PostAuto.
K Kalium Na Natrium Ca Calcium Mg Magnesium
Al Aluminium Zn Zink Fe IJzer Sn Tin Pb Lood Cu Koper Hg Kwik PT Platina Au Goud
Chemische voorvoegsels
Om de chemische voorvoegsels te onthouden, kun je gebruik maken van
DTT is een PECHHOND
D i (2)
T ri (3)
T etra (4)
P enta (5)
H exa (6)
H epta (7)
O cta (8)
N ona (9)
D eca (10)
Niet-metalen
Ar= Aria
Br= Bracht
Cl= Claartje
F= Feeste
P= Per
He= Helikopter
I= In
C= Carnavalsstijl
Ne= Netjes
Si= Sintelijk
N= Naar
H= Huis
O= Ongelooflijk
S= Schattig
Aria bracht claartje per helikopter in carnavalsstijl netjes sintelijk naar huis ongelooflijk schattig!
De volgorde van de ethanen
Met Een Poncho Blijft Peter Heel Hoog Ook Nog Droog
Methaan CH4
Ethaan C2H6
Propaan C3H8
Butaan C4H10
Pentaan C5H12
Hexaan C6H14
Heptaan C7H16
Octaan C8H18
Nonaan C9H20
Decaan C10H22
Formule molariteit
Om de formule voor molariteit te onthouden, kun je denken aan
Tinus is het gemiddelde van Moeder en Vader Mol
Molariteit –> t = m/VM
t = molariteit
m = mol opgelost
VM = volume (oplossing)
Perodiek Systeem
In het periodieke systeem zijn de periodes de rijen (horizontaal) en de groepen de kolommen (verticaal), om dit verschil te onthouden, kun je denken aan de woorden die ze representeren. Periode is een langer woord dan groep, periodes zijn dus langer dan de groepen.
verschil endotherm en exotherm
Bij het verschil tussen endotherm en exotherm onthoud ik het op de volgende manier:
exotherm > ex , van je ex wil je af dus er komt energie vrij
Als je alleen dat onthoud weet je dat je bij endotherm energie nodig hebt.
Benzine
Om te onthouden welke moleculen er in Benzine zitten, kun je denken aan
SCHON
S zwavel
C koolstof
H waterstof
O zuurstof
N stikstof
Oplosbaarheid in water
Hydrofoob lijkt op fobie; deze stof heeft dus angst voor water en zal niet tot slecht oplossen.
Hydrofiel lijkt op pedofiel; deze stof houdt dus van water en zal dus goed oplossen.
Zuur bij water of water bij zuur?
Bij het maken van een oplossing moet je altijd goed oppassen met water en zuur. Om dit te onthouden, kun je denken aan het rijmpje
Zuur bij water en je slaat nooit een flater, water bij zuur betaal je duur
Triviale namen van zouten
De triviale namen van zouten, kun je onthouden met de zin
Kees Slaat Gert Knock Out
K eukenzout = natriumchloride
S oda = natriumcarbonaat
G ips = calciumsulfaat
K alksteen = calciumcarbonaat
O ngebluste kalk = calciumoxide
De legering amalgaam
De legering amalgaam is van kwik en zilver of tin.
Amalia gaat samen met Tineke of Zilvia naar Kwik.
Amalia –> Amalgaam
Tineke –> Tin
Zilvia –> Zilver
Kwik –> Kwik
Slechtoplosbare zouten
Deze kun je onthouden door het ABC, op alfabetische volgorde
A gCl
B aSO4
C aCO3
Stikstof
Om te onthouden dat bij stikstof het symbool N hoort, kun je denken aan
Wanneer je stikt, roep je ‘Nee!’
Het omrekenen van mollen
Om te onthouden in welke volgorde je mollen om kunt rekenen, kun je denken aan
Liever Geen Melk
L iter
G ram
M ol
Scheikundige ontleding
Hierbij kun je denken aan OPA HeNK
O xigenium (zuurstof) is
P ositief
A node
H ydrogenium (Waterstof) is
N egatief
K athode
De vier halogenen
De 4 halogenen kunnen onthouden worden met BRomFIetsCLub
BR oom
F luor
I Jood
CL Chloor
2-atomige moleculen
Claartje fietst nooit in haar onderbroek, Pietje soms.
Claartje= Cl2 = Chloor.
Fietst = F2 = Fluor.
Nooit = N2 = Stikstof.
In = I2 = Jood.
Haar = H2 = Waterstof.
Onder= O2 = Zuurstof.
Broek = BR2 = Broom.
Pietje = P4 = Fosfor.
Soms = S8 = Zwavel.
