Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Oplosbaarheid in water
Hydrofoob lijkt op fobie; deze stof heeft dus angst voor water en zal niet tot slecht oplossen.
Hydrofiel lijkt op pedofiel; deze stof houdt dus van water en zal dus goed oplossen.
Het verschil tussen zuur en basisch
Bij de lakmoesproef kan je zien welke kleur staat voor zuur en welke voor basisch door te denken aan
R = R en B = B
Rood is zuuR
Blauw is Basisch
Formule molariteit
Om de formule voor molariteit te onthouden, kun je denken aan
Tinus is het gemiddelde van Moeder en Vader Mol
Molariteit –> t = m/VM
t = molariteit
m = mol opgelost
VM = volume (oplossing)
BrINClHOF
Alle elementen die uit twee identieke atomen bestaan.
BrINClHOF =
Br : Broom
I : Jood
N : Stikstof
Cl : Chloor
H : Waterstof
O : Zuurstof
F : Fluor
De formules zijn: Br2 ; I2 ; N2 ; Cl2 ; H2 ; O2 ; F2 .
Oxidator en reductor
Oxidator- elektronen Opnemen
Reductor- elektronen Afstaan
Oxidator en opnemen beginnen beide met de O.
Ammoniak, Ammonia, Ammonium
Ammoniak = NH3 (G)
Ammonia = NH3 (AQ) – eindigt op een A en de toestand AQ begint ook met een A.
Ammonium = NH4+ (AQ) – heeft geen 2e A en is daarom ‘bijzonder’
De verdringingsreeks van de metalen
Deze kun je onthouden met deze lange zin
Lieve Koning BaCaNa MaG ALLeen op ZoNdagen, MaandaGen en ChRistelijke FEestdagen NIets SNoepen, BePaalt Het BInnenlands CUrriculum AanGaande PlaaTselijke AUtoriteiten
L ithium
K alium
Ba rium
Ca lcium
Na trium
Mg Magnesium
All uminium
Zn zink
Mn Mangaan
Cr Chroom
Fe rrum
Ni kkel
Sn stannum
Bp (pb) Plumbum
H ydrogrenium
BI smut
Cu prum
Ag argentum
Pt Platina
Au rum
Het omrekenen van mollen
Om te onthouden in welke volgorde je mollen om kunt rekenen, kun je denken aan
Liever Geen Melk
L iter
G ram
M ol
7 uitzonderingen atoomsoorten
CLaire Fietst Naar Haar Oma In Breda
Cl2 (g) – chloor
F2 (g) – fluor
N2 (g) – stikstof
H2 (g) – waterstof
O2 (g) – zuurstof
I2 (s) – jood
Br2 (l) – broom
bovenstaande 2tjes moeten in het subscript!
Hydrofoob of hydrofiel
Hydrofiel = waterlievend
Hydrofoob = watervrezend
Je kunt dit goed onthouden als je “fiel” van hydrofiel omdraait. Je krijgt dan “lief”.
Hydrofoob is dit ongeveer ook zo maar is iets lastiger maar foob betekend angst.
Afkorting zilver
Als je niet kan onthouden dat Ag voor zilver staat, bedenk dan dat Ag staat voor “Ander goud” oftewel zilver.
Fase overgangen water
Er zijn 6 fase overgangen en die leer je zo uit je hoofd!
Cor rijmt veel, ben smakt veel
Pak van alle de eerste twee letters van de woorden en je kom al verder ook staan ze in volgorde
Condenseren
Rijpen
Verdampen
Bevriezen
Smelten
Vervluchtigen
Het verschil tussen endo- of exotherm?
Het verschil tussen exo- en endotherm kun je onthouden door te denken aan
Exo –> exit, er komt energie uit
Endo –> entree, er gaat energie in
2-atomige moleculen
Claartje fietst nooit in haar onderbroek, Pietje soms.
Claartje= Cl2 = Chloor.
Fietst = F2 = Fluor.
Nooit = N2 = Stikstof.
In = I2 = Jood.
Haar = H2 = Waterstof.
Onder= O2 = Zuurstof.
Broek = BR2 = Broom.
Pietje = P4 = Fosfor.
Soms = S8 = Zwavel.
Redactoren met een negatieve electrodepotentiaal
Deze kun je onthouden door te denken aan de zin
LIeve Kleine BasCAs en NAtalie MoGen ALleen op ZoN en FEestdagen NIet SnoeP(B)en
Li -3,05
K -2,92
Ba -2,90
Ca -2,87
Na -2,71
Mg -2,34
Al -1,67
Zn -0,76
Fe -0,44
Ni -0,25
Sn -0,14
Pb 0,13
Ze staan in tabel 48 van de BINAS
De twee-atomige niet-ontleedbare stoffen
Om deze te onthouden kun je gebruik maken van de zin
BRam Fietst In CaLantsoog Ocver Het Naaktstrand
Br oom
F luor
I Jood
CL Chloor
O Zuurstof
H Waterstof
N Stikstof
BrINClHOF
BrINClHOF, de atomen die niet in hun eentje gaan.
– Broom
– Iodium
– Natrium
– Chloor
– Hydrogenium(waterstof)
– Oxygenium (zuurstof
– Fluor
De oxidatieregels
Deze atoomsoorten leveren na volledige verbranding altijd dezelfde oxidatieproducten op.
Claire Slaat Haar Nichtje
C CO2 –> Koolstofdioxide
S SO2 –> Zwaveldioxide
H H2O –> Water
N NO2 –> Stikstofdioxide
covalenties
covalentie 1:
H(elp)
F(enna)
Cl(ub)
Br(ommer)
I(n)
covalentie 2:
O(f)
S(anne)
covalentie 3:
N(o)
P(roblem)
covalentie 4:
C(heese)
je moet er een verhaaltje van maken
Stofeigenschappen
Om de verschillende stofeigenschappen te onthouden, kun je denken aan de zin
Frits Gerard Koster Opent Een KeurSlager
F ase
G eur
K leur
O plosbaarheid
E lektrische geleidbaarheid
K ookpunt
S meltpunt
Alkanen
Ma En Pa Bouwen Perfecte Huizen (met de) HOND.
M ethaan
E thaan
P ropaan
H exaan
H eptaan
O ctaan
N onaan
D ecaan
Diatomische elementen
Om de diatomische elementen te onthouden denk aan de zin Have No Fear Of Ice Cold Beer
H(waterstof)
N(stikstof)
F(fluor)
O(zuurstof)
I(jood)
Cl(chloor)
Br(broom)
Reactiesnelheid
Om te onthouden waar de reactiesnelheid allemaal van afhangt, kun je denken aan de zin
Snelle Scholieren Concentreren zich Veel Te Kort
S oort stof
C oncentratie
V erdelingsgraad
T emperatuur
K atalysator
De metalen
De metalen hebben 3 G’s waar je aan moet denken
G lans
G eleiding warmte
G eleiding stroom
Het verschil tussen additie- en substitutie
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan het Engels
To add = toevoegen
To substitute = vervangen
Additiereactie = iets toevoegen
Substitutiereactie = iets vervangen
Reactiesnelheid
Makkelijke afkorting voor onthouden reactiesnelheid —> CAKETV:
C oncentratie
A ard van de gas
K atalysator
E nzym
T emperatuur
V erdelingsgraad
Elementen die bestaan uit twee dezelfde atomen
Deze elementen bestaan uit twee dezelfde atomen
Have – Waterstof (H)
No – stikstof (N)
Fear – fluor (F)
Of – zuurstof (O)
Ice – Jood (I)
Cold – Chloor (Cl)
Beer – Broom (Br)
De legering amalgaam
De legering amalgaam is van kwik en zilver of tin.
Amalia gaat samen met Tineke of Zilvia naar Kwik.
Amalia –> Amalgaam
Tineke –> Tin
Zilvia –> Zilver
Kwik –> Kwik