Alle Ezelsbruggetjes

Cosmeo = ordenen/versieren 

Het blad Cosmo ordenen
In de Cosmo staan versiertips

ο ανεμος = de wind

Anemos lijkt op anemoon en een anemoon “waait” in de “wind” van de zee (hij beweegt in de stroming van de zee) 

Potamos= rivier

Bij de rivier groeit mos

Speudo = ik haast me

Met een speedo aan, kun je je altijd haasten

Euriskei = hij vindt

Het woord lijkt op eureka. Als je iets hebt gevonden roep je eureka! 

Lampros = schitterend

Een schitterende lamp

Grieks: ta kaka nl: ellende, rampen, ongeluk
Ezelsbruggetje: het is echt een ellende als Je moet kakken (poepen)

Ballo = gooien

Ik gooi een bal

Leipo = verlaten

Ik verlaat die leipo

Ballein = werpen, treffen

Bij trefbal werp je een bal

Oudeis = niemand

Niemand eet oud ijs

De griekse hoofdletter van dzeta is Z en je spreekt dat uit als ZET.

dZETa

ἐθέλω = willen / bereid zijn

Ik ben bereid om voor jou door iets heets te gaan.

amfi = rondom

amfitheater is zon ronde cirkel, dus rondom.

Eis = naar binnen

Ik EIS dat ik naar binnen mag

het woord νεκρος lijkt op het woord necroot, uit Harry Potter. Necroten zijn eigenlijk lijken van dode mensen die in het bezit zijn van iemand anders. νεκρος betekent dus lijk of dode.

Optativus potentialis komt met AN

Dus als je een optativus met An staat weet je meteen dat het de potentialis is

Pistos = trouw, betrouwbaar

Pistache is betrouwbaar lekker

Pinein = Drinken

Een pintje drinken

Kalupto = bedekken

Als je kaal bent, wil je je hoofd bedekken

Frontidzein = nadenken

Wanneer je nadenkt, begin je te fronsen

Kalos = mooi 

Mooi kaal is niet lelijk

Pontos = zee

Een pont vaart over zee

Om het verschil tussen deze drie te onthouden, kun je denken aan 

De psi is een drietand van Poseidoen
De phi dat is een rondje met de I erin 
Degene met een liggend streepje is dan de theta

Ta kaka = ellende, rampen, ongeluk

Het is ellende als je moet kakken

Aspro = wit.

Denk maar aan een aspirientje, die is ook wit.

Vea = jong, nieuw!

Nivea voor een jonge huid