Alle Ezelsbruggetjes

amfi = rondom

amfitheater is zon ronde cirkel, dus rondom.

Ta kaka = ellende, rampen, ongeluk

Het is ellende als je moet kakken

De drukke kinderen klooien altijd tijdens BV
κελευω klinkt een beetje als klooien
en de vertaling van κελευω is Bevelen, Verzoeken

Pinein = Drinken

Een pintje drinken

Komitzo = meenemen, verzorgen

Je neemt een kooi mee en verzorgt de vogel erin

het woord νεκρος lijkt op het woord necroot, uit Harry Potter. Necroten zijn eigenlijk lijken van dode mensen die in het bezit zijn van iemand anders. νεκρος betekent dus lijk of dode.

Om de verba liquida te onthouden (m, l, n, r), kun je het woord ‘molenaar’ onthouden

Baino betekent gaan en lijkt op het woord banaan
hierdoor is mijn ezelsbruggetje voor baino:

gaan met die banaan

Euriskei = hij vindt

Het woord lijkt op eureka. Als je iets hebt gevonden roep je eureka! 

Potamos= rivier

Bij de rivier groeit mos

eisti is zijn, omdat je in is en bestaan de ij-klank niet hoort, alleen in zijn en in eisti hoor je ook de ij-klank dus is het zijn

Pistos = trouw, betrouwbaar

Pistache is betrouwbaar lekker

Tura = deur

Ik tuur naar de deur

Oudeis = niemand

Niemand eet oud ijs

ik ben ripped, omdat ik veel werp 🙂

Aspro = wit.

Denk maar aan een aspirientje, die is ook wit.

Kalos = mooi 

Mooi kaal is niet lelijk

Apostereo = beroven van
APO wordt beroofd van zijn STEREO

Pippo = vallen

Pippo de clown valt de hele tijd over zijn schoenen

Dendron = boom > dendrologie 

Petra = rots > Petra (stad in Jordanië)

Proton = eerst > prototype
Aei = altijd > altijd fonetisch = ˈɑltɛit, oftewel ˈ A lt E I t

Bios = leven > biologie

Thèrion = dier > thèr lijkt op dier

Nun = nu > dat is nun zonder n

Dolos = bedorg > een doolhof is bedrog

Thronos = troon > thron is troon zonder o

Oun (spreek uit: oen) = dus > ik weet hem niet DUS ben ik een oen

Doru = lans > een lans gaat DOOR je heen

Mètèr = moeder > mètèr lijkt op moeder

Monon = alleen (maar) > Engels: monotonous = eentonig ALLEEN MAAR dingen van één soort

Pragma = gebeurtenis > een SPRAAKMAkende gebeurtenis
Pur = vuur > lijkt op vuur

Phòs = licht > genetivus = phòtos een vroeger was er bij een foto belichting nodig

Pauo = stoppen

Pauo lijkt op pauze, in een pauze stop je ergens even mee

Om de namen van de muzen te onthouden, kun je denken aan
Een Eend Uit Peking Kookt China Met Trage Tools

E uterpe
E rato
U rania
P olyhymnia
K alliope
C lio
M elpomene
T erpsichore
T haleia

ο ανεμος = de wind

Anemos lijkt op anemoon en een anemoon “waait” in de “wind” van de zee (hij beweegt in de stroming van de zee) 

Om het verschil tussen deze drie te onthouden, kun je denken aan 

De psi is een drietand van Poseidoen
De phi dat is een rondje met de I erin 
Degene met een liggend streepje is dan de theta

Legei = hij zegt/sprekt

In Nederland is het legaal om te zeggen wat je wilt

Ballein = werpen, treffen

Bij trefbal werp je een bal

ημεις betekent wij, we
υμεις betekent jullie

‘η’ spreek je hetzelfde uit als de ‘e’ in we (2e letter)
‘υ’ spreek je hetzelfde uit als de ‘u’ in jullie (2e letter)

Baino (Baivw) = ik ga

Het lijkt op Bye Now