Latijn Archives - Pagina 4 van 7 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Antea

Antea = vroeger

AN dronk vroeger tea (thee).

Door Nikky

voorzetsels met de ablativus

pro, cum, sine, ab, ex, de, die gaan met de ablativus mee!

Door Marloes

vivere

vivere = leven
denk aan vive la france (= leve frankrijk)

Door Anoniem

Mensa

Mensa = tafel

Een inmense tafel

Door Anoniem

Coniunctivus

Om te onthouden op welke manieren je een coniunctivus praesens kunt vertalen, kun je denken aan
WAT Voor Modus

W ens
A ansporing
T wijfel
V erbod
M ogelijkheid

Door Carolien

Ridere

Ridere = lachen

Ridders moeten met elkaar kunnen lachen

Door Anoniem

sedere, zitten

sedere doe je op je derrière.

Door myrthe

Videre, audere en vocare

Om deze werkwoorden te onthouden, kun je denken aan

video –> ik zie een video
audio –> ik luister naar audio
voice –> ik roep met mijn stem

Videre = kijken, zien
Audere = horen, luisteren
Vocare = roepen

Door davey

Nutrix

Nutrix = voedster

Het merk nutricia is voor baby’s

Door Sam

Servat

Servat = hij beschermt, bewaart, behoudt

Een servet beschermt je tegen vieze kleren

Door Eva

Clamor = geschreeuw

Door de claxon werd er geschreeuwd

Door Anoniem

Het verschil tussen Nominativus en Accusativus

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes

S ubject
O nderwerp
N ominativus

O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus

Door Maud

Het verschil tussen Accusativus en Dativus

ACC = LV, DAT = MV

A lle: L euke V rienden
D oen: M ee V andaag 

Door Quiana

Malle

Als je iets liever wilt zeg je vaak MAAR… ik wil liever.
Volle = willen

Maar + volle =malle

Door Annalou

videre audire

je moet denken aan je ziet een video, videre (zien). je hoort een audio, audire (horen).

Door Anoniem

Volgorde naamvallen

Nooit geld doneren aan armen.

Klinkt misschien een beetje erg maar werkt wel.

Nominativus
Genitivus
Dativus
Accusativus
Ablativus

Door Myrthe

Rursus

Rursus = weer, terug

Rursus lijkt op cursus. Moet ik weer terug naar die cursus?

Door Julia

Emunt

Emunt = (zij) kopen

Je koopt iets met een munt

Door Emilie

Tangere

Tangere = aanraken, treffen

Bij de tango sta je dicht bij elkaar en raak je elkaar aan

Door Elisabeth

complere = vullen

Complere lijkt op compleet

Letterlijk is COMPLERE dus compleet maken, VULLEN

Door Jootje

Retinēre

Retinere = tegenhouden

Als je iets retourneert, hou je het tegen

Door Hanneke

Delectare

Delectare = zich verheugen, verblijden.

Van een delicatesse word je blij

Door bianca

Jecopa

Jecopa = oud

Je opa is oud

Door Manon

Uitgangen praeses

Om de uitgangen o-s-t-mus-tis-nt niet meer uit je hoofd te krijgen zoek je op youtube op latijn is stampen.

(https://www.youtube.com/watch?v=Fh_BqcXEfMs)

Door anna

Semper

Semper = altijd

Semper lijkt op pamper, met pampers blijf je altijd droog

Door Mireille

Diu

Diu = lange tijd

Dit duurt een lange tijd

Door Sarah

Ablativus

De ablatieven die je moet onthouden kan je leren met de afkorting WORMT:

W ijze
O orzaak/R eden
M iddel
T ijd

Door Luca

Orant

Orant= smeken

Ik smeek jou om een Oreo-koekje

Door Judith

Offerre

Offerre = aanbieden

Offerre lijkt op offeren. Als je iets offert aan de goden, dan bied je het aan

Door Anneke
Home
Alle items
Uploaden