
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
complere = vullen
Complere lijkt op compleet
Letterlijk is COMPLERE dus compleet maken, VULLEN
De imperfectum
Om de imperfectum te onthouden, kun je denken aan de naam Ibrahim
Deze begint met de I van imperfectum en eindigt met de IM van imperfectum.
Ook staat BAM hierin, waaraan je de imperfectum vaak herkent.
Vetare
Vetare = verbieden
Wanneer je vetarme dingen eet, verbied je jezelf om vet te eten
obstare = in de weg staan
stare is latijn voor staan. Ob lijkt op op. Obstare kan je dus ook zien als opstaan.
Kan je opstaan? Je staat in de weg!
desinere of sinere?
Desinere = ophouden
Sinere = toestaan
De kan je zien als een negatief voorzetel, desinere is dus ophouden.
Sinere is dan dus toestaan.
Dus:
Moet ik desinere?
Nee, ik sinere.
Deze zin klopt natuurlijk niet, maar mischien helpt het om ze te onderscheiden.
Uitgangen
Kan je de uitgangen niet onthouden:
-O
-S
-T
-MUS
-TIS
-NT
Luister dan naar het liedje latijn is stampen 😉
Malle
Als je iets liever wilt zeg je vaak MAAR… ik wil liever.
Volle = willen
Maar + volle =malle
voorzetsels met de ablativus
pro, cum, sine, ab, ex, de, die gaan met de ablativus mee!
addere
addere = toevoegen
addere lijkt op het engelse woord “add”, dat toevoegen betekent.
Het verschil tussen videt en vocat
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan I = I en O = O
vIdet = zIen
vOcat = rOepen
Misceo
Misceo = mengen
Als je de s en c verwisselt krijg je micseo -> mix(eo) -> mengen. Misceo betekent mengen
Properare
Properare = zich haasten
Als een poetsvrouw het huis proper maakt, doet ze dat haastig
