
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Voorzetsels ablativus
Om te onthouden welke voorzetsels met de Ablativus gaan, kun je denken aan deze zin
Aan Een Sinaasappel Plakt De Citroen.
A b
E x
S ine
P ro
D e
C um
nihil = niets
Nihil is in het nederlands een ander woord voor ‘heel klein’. Je gebruikt vaak in de volgende zin:
‘Ik acht de kans nihil…’
Dus:
Ik acht de kans NIHIL dat je NIETS op de toets weet.
Coniunctivus
Om te onthouden op welke manieren je een coniunctivus praesens kunt vertalen, kun je denken aan
WAT Voor Modus
W ens
A ansporing
T wijfel
V erbod
M ogelijkheid
De Latijnse uitgangen
Om de Latijnse uitgangen te onthouden, kun je denken aan
OSTMUSTISNT
-o
-s
-t
-mus
-tis
-nt
Stopplaatsen van Aeneas
Om de stopplaatsen van Aeneas te onthouden, kun je denken aan de zin
Tegen De Kok Bedenken Sous-Chefs sous-chef-listen
T rakië
D elos
K reta
B uthrotum
S icilië
C arthago
S icilië
C umae
L avinium
Opmerking: hij begint uiteraard in Troje en eindigt in Latium
Ambulare
Ambulare = wandelen
Als mensen tijdens het wandelen vallen, moet er een ambulance komen
Nescire
Nescire = niet weten
Wanneer je Nescafé voor het eerst ziet, weet je niet wat erin zit
Specto (Spectare)
Specto (spectare)= Kijken naar zien.
Hierbij kan je denken aan het Engelse woord Spectate wat ook kijken naar of zien betekent.
