
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Nescire
Nescire = niet weten
Wanneer je Nescafé voor het eerst ziet, weet je niet wat erin zit
“Soepkom in productie”
De meeste voorzetsels die gevolgd worden door een ablatief, zitten verscholen in “Soepkom in productie” ofwel “SubCum In ProDeExSine” ofwel “sub cum in pro de ex sine. “a” en “ab” zitten verscholen in het woord “ablatief” zelf. Je moet dan nog enkel de twee overige voorzetsel “prae” en “super” onthouden.
complere = vullen
Complere lijkt op compleet
Letterlijk is COMPLERE dus compleet maken, VULLEN
Urbs
Urbs is vrouwelijk en betekent “de stad”.
Je kan makkelijk onthouden dat het vrouwelijk is want vrouwen shoppen graag in de stad.
Tangere
Tangere = aanraken, treffen
Bij de tango sta je dicht bij elkaar en raak je elkaar aan
Coniunctivus
Om te onthouden op welke manieren je een coniunctivus praesens kunt vertalen, kun je denken aan
WAT Voor Modus
W ens
A ansporing
T wijfel
V erbod
M ogelijkheid
Het verschil tussen Accusativus en Dativus
ACC = LV, DAT = MV
A lle: L euke V rienden
D oen: M ee V andaag
volgorde naamvallen
N ooit (nominativus)
G een (genitivus)
D ertig (genitivus)
A chten (accusativus)
A chter elkaar (ablativus)
cogitare
cogitare = nadenken
als je een kogel door je hoofd krijgt kan je niet meer nadenken.
obstare = in de weg staan
stare is latijn voor staan. Ob lijkt op op. Obstare kan je dus ook zien als opstaan.
Kan je opstaan? Je staat in de weg!
Malle
Als je iets liever wilt zeg je vaak MAAR… ik wil liever.
Volle = willen
Maar + volle =malle
