
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Het verschil tussen ubi en ibi
Om het verschil tussen ubi en ibi te onthouden, kun je denken aan U Weet een I Dee
U bi = W aar
I bi = D aar
Je kunt ook denken aan Waar? Daar!
In het Latijn wordt dat
Ubi? Ibi!
Ambulare
Ambulare = wandelen
Als mensen tijdens het wandelen vallen, moet er een ambulance komen
Voorzetsels ablativus
Om te onthouden welke voorzetsels met de Ablativus gaan, kun je denken aan deze zin
Aan Een Sinaasappel Plakt De Citroen.
A b
E x
S ine
P ro
D e
C um
Tangere
Tangere = aanraken, treffen
Bij de tango sta je dicht bij elkaar en raak je elkaar aan
Properare
Properare = zich haasten
Als een poetsvrouw het huis proper maakt, doet ze dat haastig
cogere
Als je koken niet leuk vind moet je iemand dwingen om voor je te koken. Dus is cogere dwingen.
Specto (Spectare)
Specto (spectare)= Kijken naar zien.
Hierbij kan je denken aan het Engelse woord Spectate wat ook kijken naar of zien betekent.
