Latijn Archives - Pagina 2 van 7 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

De Latijnse uitgangen

Om de Latijnse uitgangen te onthouden, kun je denken aan
OSTMUSTISNT

-o
-s
-t
-mus
-tis
-nt

Door Thijs

Nonnulli

Nonnulli = enige

Non nulli –> niet nul, daarom: enige

Door Anoniem

Servat

Servat = hij beschermt, bewaart, behoudt

Een servet beschermt je tegen vieze kleren

Door Eva

Causa

Causa = reden/oorzaak

Causa lijkt op because en in het Engels komt daarna een reden of een oorzaak

Door Cornelia

Artemis/diana

De God Artemis/ Diana met functie God van de Jacht en attribuut pijl, boog, hert: Artemis Diana de 2e is een hert en die word afgeknalt met pijl en boog. Pijl en boog —> jacht

Door Emma

claris

Claris = beroemd, helder

De hemel wordt klaar, dus helder. Beroemde mensen klagen graag

Door eva

VOORZETSEL +ACC

Appelsien in de soepkom, proost!
a(b) – e(x) – sine – in – de – sub – cum – pro

Door Caitlin

Mensa

Mensa = tafel

Een inmense tafel

Door Anoniem

Vires

Vires = krachten

Een virus maakt je minder krachtig

Door Anoniem

Delectare

Delectare = verblijden, verheugen

Van deleten word je blij

Door Femke

Cogitare

Cogitare = nadenken

Bij het gitaar spelen moet je nadenken. 

Door Arenda

Denuo

Denuo = opnieuw

De nieuwe mocht opnieuw de sushi betalen

Door Anoniem

Conferre

Conferre = bijeenbrengen, vergelijken

Bij een conferentie komt iedereen BIJEEN om zijn mening met een ander te VERGELIJKEN

Door jan

accipere = ontvangen

Accipere lijkt op accepteren. Als je een pakketje ontvangt, moet je het eerst nog accepteren.

Wil je het pakketje accepteren? Anders kan je het niet ontvangen!

Door Jootje

Het verschil tussen At en Ad

Het verschil tussen At en Ad kun je onthouden door T/M (tot en met) als (soort van) acroniem te zien.

At = maar
Ad = naar

aT = Maar.

Door Danique

Praeter

Praeter = voorbij, behalve

Je mond voorbij praeten

Door Anoniem

Tractus

Tractus = trekken

Een tractor trekt dingen

Door Xander

Post

Post = na

Het posten van een brief doe je na het schrijven van de brief

Door Magda

volgorde naamvallen

N ooit (nominativus)
G een (genitivus)
D ertig (genitivus)
A chten (accusativus)
A chter elkaar (ablativus)

Door yens

Monstrare

Monstrare = laten zien

Ik zal jullie het monster laten zien

Door Charlie

appropiquare, naderen

het woord is zo lang, hij nadert langzaam.

Door myrthe

Terrere

Terrere = bang maken

Terreur maakt je bang

Door Lotte

Lac

Lac = melk

In melk zit lactose

Door Sam

Het verschil tussen Nominativus en Accusativus

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes

S ubject
O nderwerp
N ominativus

O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus

Door Maud

Voorzetsels ablativus

Om te onthouden welke voorzetsels met de Ablativus gaan, kun je denken aan deze zin
Aan Een Sinaasappel Plakt De Citroen.

A b
E x
S ine
P ro
D e
C um

Door Iertje

Nobilis

Nobilis = adellijk, beroemd

Als je een Nobelprijs wint, ben je beroemd

Door Renée

obstare = in de weg staan

stare is latijn voor staan. Ob lijkt op op. Obstare kan je dus ook zien als opstaan.

Kan je opstaan? Je staat in de weg!

Door Jootje

De imperfectum

Om de imperfectum te onthouden, kun je denken aan de naam Ibrahim

Deze begint met de I van imperfectum en eindigt met de IM van imperfectum.
Ook staat BAM hierin, waaraan je de imperfectum vaak herkent.

Door storm

Gerundi(v)um

GerundiVum is bijVoegelijk
Gerundium is dat niet

Door Lester
Home
Alle items
Uploaden