Latijn Archives - Pagina 2 van 7 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Cito

Cito = snel

De Cito-toets op de basisschool moet je snel maken

Door Jootje

Voorzetsels ablativus

Om te onthouden welke voorzetsels met de Ablativus gaan, kun je denken aan deze zin
Aan Een Sinaasappel Plakt De Citroen.

A b
E x
S ine
P ro
D e
C um

Door Iertje

Uitgangen praeses

Om de uitgangen o-s-t-mus-tis-nt niet meer uit je hoofd te krijgen zoek je op youtube op latijn is stampen.

(https://www.youtube.com/watch?v=Fh_BqcXEfMs)

Door anna

Desiderare

Desiderare = verlangen naar 

Wie verlangt er naar school? Desi de rare

Door Anoniem

Cado

Cado = vallen

Ik val bijna over al je cadeau’s

Door Anoniem

Spectare

Spectare = kijken

Naar een spektakel kom je kijken

Door Anoniem

uitgangen ww preasens

Maak er een liedje van.
O
S
t
Mus
Tis
nt

Te
Re

Door nynke

Ablativus

De ablatieven die je moet onthouden kan je leren met de afkorting WORMT:

W ijze
O orzaak/R eden
M iddel
T ijd

Door Luca

Punire

Punire = straffen

Denk aan to punish

Door Femke

fortasse- misschien

misschien koop ik een tas, misschien niet

Door myrthe

Seco

Seco = snijden

Om de prosecco open te krijgen moet je de fles open snijden

Door Anoniem

Nescire

Nescire = niet weten

Wanneer je Nescafé voor het eerst ziet, weet je niet wat erin zit

Door Saskia

Lac

Lac = melk

In melk zit lactose

Door Sam

Deinde

Deinde = vervolgens

Vervolgens deinde het schip

Door Anne

Natio

Natio = volksstam

Denk aan natie of nationaal

Door Anoniem

Orant

Orant= smeken

Ik smeek jou om een Oreo-koekje

Door Judith

Puto

Puto = denken

Denk je dat Pluto een planeet is?

Door Anoniem

Ludo

Ludo = ik speel

Ik speel met Ludo

Door Sander

magnus

Denk aan een magnum, een groot ijsje.
Magnus is dus groot/luid!

Door Timo

De Latijnse naamvallen

Om deze te onthouden, kun je denken aan de zin
Niet Vechten Als Gemene Domme Apen

N ominativus
V ocativus
A ccusativus
G enitivus
D ativus
A blativus

Door Michiel

Nonnulli

Nonnulli = enige

Non nulli –> niet nul, daarom: enige

Door Anoniem

Emunt

Emunt = (zij) kopen

Je koopt iets met een munt

Door Emilie

Simulare

Simulare = doen alsof

In een simulatie doe je alsof

Door Anoniem

Puer

Puer = jongen

Dit kun je onthouden door puber

Door Anoniem

Het verschil tussen Nominativus en Accusativus

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes

S ubject
O nderwerp
N ominativus

O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus

Door Maud

Denuo

Denuo = opnieuw

De nieuwe mocht opnieuw de sushi betalen

Door Anoniem

Dare betekent geven

Dare betekent geven.

Hierbij kan je denken aan het Engelse dare betekent durven.

Do you -dare- om het te geven?
Durf je het te geven?

Door Noah

VOORZETSEL +ACC

Appelsien in de soepkom, proost!
a(b) – e(x) – sine – in – de – sub – cum – pro

Door Caitlin

Solvere

Solvere = losmaken

Sol kun je omdraaien naar los

Door Anoniem

Superesse

Superesse = overblijven

Zij blijft over bij de wedstrijd, omdat ze super is

Door Kim
Home
Alle items
Uploaden