
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Vetus
Vetus = oud
Denk bijvoorbeeld aan een oorlogsveteraan. Dat is vaak een oud persoon.
De Latijnse naamvallen
Om deze te onthouden, kun je denken aan de zin
Niet Vechten Als Gemene Domme Apen
N ominativus
V ocativus
A ccusativus
G enitivus
D ativus
A blativus
nihil = niets
Nihil is in het nederlands een ander woord voor ‘heel klein’. Je gebruikt vaak in de volgende zin:
‘Ik acht de kans nihil…’
Dus:
Ik acht de kans NIHIL dat je NIETS op de toets weet.
Ambulare
Ambulare = wandelen
Vroeger werd de brancard van de AMBULANCE al WANDELEND gedragen
VOORZETSEL +ACC
Appelsien in de soepkom, proost!
a(b) – e(x) – sine – in – de – sub – cum – pro
Het verschil tussen videt en vocat
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan I = I en O = O
vIdet = zIen
vOcat = rOepen
“Soepkom in productie”
De meeste voorzetsels die gevolgd worden door een ablatief, zitten verscholen in “Soepkom in productie” ofwel “SubCum In ProDeExSine” ofwel “sub cum in pro de ex sine. “a” en “ab” zitten verscholen in het woord “ablatief” zelf. Je moet dan nog enkel de twee overige voorzetsel “prae” en “super” onthouden.
Nihil
de betekenis is niks
ik denk aan
A begint met een N van niks
B ik denk aan ni veel.
Properare
Properare = zich haasten
Als een poetsvrouw het huis proper maakt, doet ze dat haastig
Conjunctief Praeses
Hoe je een conjunctief Praeses vertaalt, kun je onthouden aan de hand van de zin
Gisteren Was Pa Veel Te Aangeschoten
G ebod
W ens
P otentialis (mogelijkheid)
V erbod
T wijfel
A ansporing
