Latijn Archives - Pagina 5 van 7 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Voorzetsels ablativus

Om te onthouden welke voorzetsels met de Ablativus gaan, kun je denken aan deze zin
Aan Een Sinaasappel Plakt De Citroen.

A b
E x
S ine
P ro
D e
C um

Door Iertje

Prope = bijna

De propper kreeg ons bijna binnen

Door Anoniem

Timere

Timere = vrezen, bang zijn voor

Tim is bang voor iets

Door Sarah

uitgangen ww preasens

Maak er een liedje van.
O
S
t
Mus
Tis
nt

Te
Re

Door nynke

Tangere

Tangere = aanraken, treffen

Bij de tango sta je dicht bij elkaar en raak je elkaar aan

Door Elisabeth

Ambulare

Ambulare = wandelen

Vroeger werd de brancard van de AMBULANCE al WANDELEND gedragen

Door Isa

Cito

Cito = snel

De Cito-toets op de basisschool moet je snel maken

Door Jootje

Priusquam

Priusquam = voordat

Jij was er al voordat de Prius aan kwam rijden

Door Anoniem

Posse

Posse = kunnen

Als het kan, is het possible

Door Charlie

accipere = ontvangen

Accipere lijkt op accepteren. Als je een pakketje ontvangt, moet je het eerst nog accepteren.

Wil je het pakketje accepteren? Anders kan je het niet ontvangen!

Door Jootje

Vires

Vires = krachten

Een virus maakt je minder krachtig

Door Anoniem

Videre, audere en vocare

Om deze werkwoorden te onthouden, kun je denken aan

video –> ik zie een video
audio –> ik luister naar audio
voice –> ik roep met mijn stem

Videre = kijken, zien
Audere = horen, luisteren
Vocare = roepen

Door davey

Malle

Als je iets liever wilt zeg je vaak MAAR… ik wil liever.
Volle = willen

Maar + volle =malle

Door Annalou

VOORZETSEL +ACC

Appelsien in de soepkom, proost!
a(b) – e(x) – sine – in – de – sub – cum – pro

Door Caitlin

Circumspicere

Circumspicere = rondkijken

Circum = rondje, circumspicere is kijken in een rondje –> rondkijken

Door Jootje

Modo

Modo = slechts

Van de dodo’s waren er slechts een paar over voordat ze uitstierven

Door Jootje

Tegere

Tegere = bedekken

De tegels bedekken de straat

Door Manon

Superesse

Superesse = overblijven

Zij blijft over bij de wedstrijd, omdat ze super is

Door Kim

Nescire

Nescire = niet weten

Wanneer je Nescafé voor het eerst ziet, weet je niet wat erin zit

Door Saskia

nihil = niets

Nihil is in het nederlands een ander woord voor ‘heel klein’. Je gebruikt vaak in de volgende zin:
‘Ik acht de kans nihil…’

Dus:

Ik acht de kans NIHIL dat je NIETS op de toets weet.

Door Jootje

Het verschil tussen Adesse en Abesse

Abesse = afwezig zijn

Adesse = aanwezig zijn 

Absent betekent afwezig. Zo kun je het verschil onthouden.

Door Baukje

claris

Claris = beroemd, helder

De hemel wordt klaar, dus helder. Beroemde mensen klagen graag

Door eva

Puer

Puer = jongen

Dit kun je onthouden door puber

Door Anoniem

Lucere

Lucere = licht geven

Een lucifer geeft licht

Door Laurens

Tectum

Tectum = dak

Een architect bouwt een huis met een dak

Door Pauwie

Promittere

Promittere = beloven

Denk aan to promise

Door Gama

Subito

Subito = Plotseling

Subito is een kraslot. En dan win je plotseling geld

Door Sarah

Scire

Scire = weten

Science is wetenschap

Door Daniël
Home
Alle items
Uploaden