
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Videre, audere en vocare
Om deze werkwoorden te onthouden, kun je denken aan
video –> ik zie een video
audio –> ik luister naar audio
voice –> ik roep met mijn stem
Videre = kijken, zien
Audere = horen, luisteren
Vocare = roepen
Stopplaatsen van Aeneas
Om de stopplaatsen van Aeneas te onthouden, kun je denken aan de zin
Tegen De Kok Bedenken Sous-Chefs sous-chef-listen
T rakië
D elos
K reta
B uthrotum
S icilië
C arthago
S icilië
C umae
L avinium
Opmerking: hij begint uiteraard in Troje en eindigt in Latium
cogitare
cogitare = nadenken
als je een kogel door je hoofd krijgt kan je niet meer nadenken.
Volgorde naamvallen
Nooit geld doneren aan armen.
Klinkt misschien een beetje erg maar werkt wel.
Nominativus
Genitivus
Dativus
Accusativus
Ablativus
Genus Latijn
Het woord genus betekent afkomst, geslacht. Denk daarbij aan genen, die bepalen je geslacht en krijg je van je afkomst.
obstare = in de weg staan
stare is latijn voor staan. Ob lijkt op op. Obstare kan je dus ook zien als opstaan.
Kan je opstaan? Je staat in de weg!
Uitgangen
Kan je de uitgangen niet onthouden:
-O
-S
-T
-MUS
-TIS
-NT
Luister dan naar het liedje latijn is stampen 😉
Het verschil tussen Adesse en Abesse
Abesse = afwezig zijn
Adesse = aanwezig zijn
Absent betekent afwezig. Zo kun je het verschil onthouden.
