Alle Ezelsbruggetjes

Voor de uitgangen van groep3 heb ik (nou eigenlijk mijn leraar) een ezelsbruggetje bedacht:

de OS die I-A zegt, is een ESel die OOk Nog SIN-AS drinkt.

(os, i, a, es, wv, sin, as)

ἐθέλω = willen / bereid zijn

Ik ben bereid om voor jou door iets heets te gaan.

Vea = jong, nieuw!

Nivea voor een jonge huid

Potamos= rivier

Bij de rivier groeit mos

Thura = deur

Denk aan het Duitse Túr en het Nederlandse deur

Tura = deur

Ik tuur naar de deur

Moet je je Griekse alfabet uit je hoofd leren? Probeer het te zingen op vader Jacob.

Vader Jacob, vader jacob. Slaapt gij nog? Slaapt gij nog? Wordt dan -> alpha bèta gamma delta epsilon, epsilon. Etc.

Ta hopla = wapens

Wapens moet je eerst opladen, voor je ze kunt gebruiken

raar ezelsbruggetje dit, maar hij helpt wel(voor mij en hopelijk ook voor jullie)
🙂

bij dit woord (uitspraak = politès) moet ik denken aan de politiek en de burgers mogen tegenwoordig steeds meer meepraten over de politiek dus jaa dat eigenlijk

ik ben ripped, omdat ik veel werp 🙂

Pauo = stoppen

Pauo lijkt op pauze, in een pauze stop je ergens even mee

Kalos = mooi 

Mooi kaal is niet lelijk

het woord νεκρος lijkt op het woord necroot, uit Harry Potter. Necroten zijn eigenlijk lijken van dode mensen die in het bezit zijn van iemand anders. νεκρος betekent dus lijk of dode.

Ta kaka = ellende, rampen, ongeluk

Het is ellende als je moet kakken

Dendron = boom > dendrologie 

Petra = rots > Petra (stad in Jordanië)

Proton = eerst > prototype
Aei = altijd > altijd fonetisch = ˈɑltɛit, oftewel ˈ A lt E I t

Bios = leven > biologie

Thèrion = dier > thèr lijkt op dier

Nun = nu > dat is nun zonder n

Dolos = bedorg > een doolhof is bedrog

Thronos = troon > thron is troon zonder o

Oun (spreek uit: oen) = dus > ik weet hem niet DUS ben ik een oen

Doru = lans > een lans gaat DOOR je heen

Mètèr = moeder > mètèr lijkt op moeder

Monon = alleen (maar) > Engels: monotonous = eentonig ALLEEN MAAR dingen van één soort

Pragma = gebeurtenis > een SPRAAKMAkende gebeurtenis
Pur = vuur > lijkt op vuur

Phòs = licht > genetivus = phòtos een vroeger was er bij een foto belichting nodig

Kalupto = bedekken

Als je kaal bent, wil je je hoofd bedekken

Speudo = ik haast me

Met een speedo aan, kun je je altijd haasten

Ballo = gooien

Ik gooi een bal

ό φοβος=angst
φοβος lijkt op het woord fobie dat betekent angst.

De drukke kinderen klooien altijd tijdens BV
κελευω klinkt een beetje als klooien
en de vertaling van κελευω is Bevelen, Verzoeken

Apostereo = beroven van
APO wordt beroofd van zijn STEREO

Aspro = wit.

Denk maar aan een aspirientje, die is ook wit.

eisti is zijn, omdat je in is en bestaan de ij-klank niet hoort, alleen in zijn en in eisti hoor je ook de ij-klank dus is het zijn

Oudeis = niemand

Niemand eet oud ijs

Pippo = vallen

Pippo de clown valt de hele tijd over zijn schoenen

Trecho = rennen

Een trechter kan niet rennen