
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
De rivier Po
Om de rivier de Po te vinden op te kaart, ga je op zoek naar de Laars. Wanneer je op de Po zit, laat je je broek zakken tot aan je laars
De Nederlandse tijdperken
Om de Nederlandse tijdperken te onthouden, kun je denken aan de zin
Sam Koopt Brood In De Bakker
S teentijd
K opertijd
B ronstijd
IJ zertijd
De oceanen
Om de 5 oceanen te onthouden, kun je deze zin gebruiken
Geen Attracties In Zoo Artis
G rote Oceaan
A tlantische Oceaan
I ndische Oceaan
Z uidelijke Oceaan
A rctische Oceaan
Variabelen
Om het verschil tussen onafhankelijke, afhankelijke en interveniërende variabelen te onthouden, kun je denken aan O = O en IN = IN
Onafhankelijke variabele = Oorzakelijke variabele
Afhankelijke variabele = variabele die je kunt beïnvloeden
INterveniërende variabele = de variabele tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabele in
Abonnement
Om de juiste spelling van het woord ‘abonnement’ te onthouden, kun je denken aan de zin
In de bus zaten twee nonnen met een abonnement
Bus = b
Nonnen = nn
koppelwerkwoorden
ZWeBBeLS & VUN (denk aan fun)
zijn
worden
blijken
blijven
lijken
schijnen
heten
dunken
voorkomen
Hogedrukgebied en lagedrukgebied
Om het verschil te onthouden denk aan een strand in bijvoorbeeld Spanje
🌤 Hogedrukgebied = hoog aantal toeristen
want veel zon, is weinig bewolking, is weinig neerslag
🌧 Lagedrukgebied = laag aantal toeristen
want weinig zon, is veel bewolking, is veel neerslag
Er zijn weinig mensen om het strand bij slecht weer.
Daarbij kun je denken aan het rijmpje
“Hoog is droog en laag is vaag”
Hoog drukgebied is droog weer, laag drukgebied is regen
Rijbaan paardrijden
Alle
Rijken
Boeren
Met
Geld
Hebben
Een
Koe
Alle eerste letters van het woorden zijn de letters van de rijbaan met paardrijden!
Het verschil tussen this en that
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan I = I en A = A
ThIs = dIchtbij
ThAt = verAf
Lagen van een berg
Om de bedekkingslagen van een berg te onthouden, kun je denken aan ERANL
E euwige sneeuw
R otsgordel
A lpeweiden
N aaldboomgordel
L oofboomgordel
7 levens verschijnselen
Als Vader Uitgaat Wordt Vader Goed Bezopen.
Als= ademen
Vader= voeden
Uitgaat= uitscheiden
Wordt= Waarnemen
Vader= voortplanten
Goed= groeien
Bezopen= bewegen
Planeten in de juiste volgorde
Mijlenver Van Aarde Mag Je Soms Urenlang Niet Plassen
– Mercurius
– Venus
– Aarde
– Mars
– Jupiter
– Saturnus
– Uranus
– Neptunus
– Pluto
Philip de Schone en Philip de Goede
Om te onthouden wie dit waren en waar ze vandaan kwamen, kun je denken aan
O = O en OE = OE
Philip de Schone kwam uit het Oostenrijke Huis
Philip de Goede kwam uit het Bourgondische Huis
De steden van Japan
Om de steden van Japan, van boven naar beneden, te onthouden, kun je denken aan
ToYoNagOsHiNa
To kyo
Yo kohama
Nag oya
Os aka
Hi roshima
Na gasaki
Causa
Causa = reden/oorzaak
Causa lijkt op because en in het Engels komt daarna een reden of een oorzaak
Het verschil tussen suspensie en emulsie
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan S = S en L = L
Suspensie = vloeistof + vaste stof –> Solid
EmuLsie = vloeistof + vloistof –> Liquid
Appropriate
Appropriate = passend/gepast
Als je dit woord niet kan onthouden, denk dan aan appel – piraat (appropriate), een appel past wel in een piraat, maar een piraat niet in een appel. Passend dus.
