
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Hogedrukgebied en lagedrukgebied
Om het verschil te onthouden denk aan een strand in bijvoorbeeld Spanje
🌤 Hogedrukgebied = hoog aantal toeristen
want veel zon, is weinig bewolking, is weinig neerslag
🌧 Lagedrukgebied = laag aantal toeristen
want weinig zon, is veel bewolking, is veel neerslag
Er zijn weinig mensen om het strand bij slecht weer.
Daarbij kun je denken aan het rijmpje
“Hoog is droog en laag is vaag”
Hoog drukgebied is droog weer, laag drukgebied is regen
Organische stoffen
Deze kun je onthouden met het acroniem KaPSaLoN
 K oolstofverbindingen 
S achariden 
L ipiden 
P roteïnen 
N ucleïnezuren
Het verschil tussen < en >
Om het verschil tussen < en > te onthouden, kun je denken aan dit trucje
Als je een K van het teken kan maken, dan betekent het kleiner dan.
Daarom: < betekent kleiner dan!
Het andere teken betekent groter dan, van > kan je geen K maken.
Daarom: > betekent groter dan!
Wiskundige verbanden
Om de verschillende wiskundige verbanden te onthouden, kun je denken aan WELKOM
W ortelverbanden
E xponentiële verbanden
L ineaire verbanden
K wadratische verbanden
O mgekeerd evenredige verbanden
M achtsverbanden
Kwartaal
Een kwartaal is 1/4 van een jaar. Om het makkelijk te onthouden kun je aan een klok denken. Eén kwartier is één kwartaal.
Status krijgen
Om te onthouden waardoor je status krijgt, kun je denken aan BOMAAW
 B eroep
 
O pleiding
 
M acht
 
A anzien
 
A fkomst
 
W oonomgeving
 
Toonladders met mollen
Om de toonladders met de hoeveelheid mollen te onthouden, kun je denken aan de zin
Finnen Beschouwen Eslanders Als Deskundige Geschiedenis Schrijvers
F –> 1 mol
Bes –> 2 mollen
Es –> 3 mollen
As –> 4 mollen
Des –> 5 mollen
Ges –> 6 mollen
Ces –> 7 mollen
Hoofdstad van Bulgarije
Een bul van een vent met een mooi meisje. De naam van dit Meisje is Sofia, dus de hoofdstad van Bulgarije is Sofia.
De Tijdvakken
De tijdvakken kun je onthouden met de zin
Je Gaat Maar Snel Op Ramen Poepen Bij Witte Tantes
J agers en Boeren
 
G rieken en Romeinen
 
M onikken en Ridders
 
S teden en Staten
 
O ntdekkers en Hervormers
 
R egenten en Vorsten
 
P ruiken en Revoluties
 
B urgers en Stoommachines
 
W ereldoorlogen
 
T v en Computers
De stikstofbasen in een DNA-molecuul
AT is GeC (Ad is gek)
A denine
T hymine
G uanine
C ytosine
De lagen van de opperhuid
Om de lagen van de opperhuid van buiten naar binnen te onthouden, kun je denken aan de zin
Hoor Daar Komt Sint Binnen
H oornlaag
D oorschijnende laag
K orrellaag
S tekellaag
B asaalcellenlaag
Tekstverbanden NL
C oncluderend
U itleggend
T egenstellend
T ijdsvolgorde
R edengevend
O orzaak-gevolg
S amenvattend
M iddel-doel
O psommend
V oorwaardelijk
V ergelijkend
Omrekenen
Om te onthouden dat 1 kilo = 2 pond = 10 ons, kun je het volgende doen
Breng je handen samen (1 kilo), maak nu twee vuisten (2 pond), laat al jouw vingers zien (10 ons)
Hersenvliezen
Om de hersenvliezen van binnen naar buiten te onthouden, kun je denken aan PAD
P ia mater
A rachnoidea mater
D ura mater
De belangrijkste Presidenten van de Verenigde Staten
Om de belangrijkste presidenten van de VS te onthouden, tot en met Nixon, kun je denken aan de zin
Welke Jongen Maakt Leren Jasjes? McKinley maakt Teddyberen, Wilson Honden en Cavia’s, Hoover Reist Telkens naar Europa en Johnson doet Niks
W ashington
J efferson
M onroe
L incoln
J ohnson
M cKinley
T. Roosevelt
W ilson
H arding
C oolidge
H oover
R oostevelt
T ruman
E isenhouwer
K ennedy
J ohnson
N ixon
Cuisine
Om te onthouden dat je cuisine met ‘ui’ schrijft, kun je denken aan
In de keuken snijdt je een ui
Chemische voorvoegsels
Om de chemische voorvoegsels te onthouden, kun je gebruik maken van 
DTT is een PECHHOND
D i (2)
T ri (3)
T etra (4)
P enta (5)
H exa (6)
H epta (7)
O cta (8)
N ona (9)
D eca (10)
Zuur bij water of water bij zuur?
Bij het maken van een oplossing moet je altijd goed oppassen met water en zuur. Om dit te onthouden, kun je denken aan het rijmpje
Zuur bij water en je slaat nooit een flater, water bij zuur betaal je duur
Geologisch tijdperken
Petra’s Coole Oma Snoept Donkere Chocolade Pepernoten Terwijl Jan Kazige Tosti’s Kaant
 P = Precambrium
 C = Cambrium
 O = Ordovicium
 S =Siluur
 D =Devoon
 C = Carboon
 P =Perm
 T =Trias
 J =Jura
 K = Krijt
 T = Tertiar
 K = Kwartair
De Unie van Utrecht
Om de provincies die in de Unie van Utrecht zaten, te onthouden, kun je denken aan de zin
HUGO de GROot Zat Vast
H olland
U trecht
G elderland
O verijssel
GRO ningen
V riesland (!)
auto
weet je niet welke klinkers een umlaut krijgt?
alle klinkers in AUTO krijgen een umlaut(ä)
productiefactoren
de 4 productiefactoren
KANO
K: kapitaal
A: arbeid
N: natuur
O: ondernemerschap
ημεις en υμεις
ημεις betekent wij, we
 υμεις betekent jullie
 ‘η’ spreek je hetzelfde uit als de ‘e’ in we (2e letter)
 ‘Ï…’ spreek je hetzelfde uit als de ‘u’ in jullie (2e letter)
