Duits Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Tabon Yemek

Schuifspanning

(statica)Tau = DxS/(Bxl)
D = dwarskracht
S = statisch moment
B = breedte
I = traagheidsmoment a tabon yemek a kehb ik neuk jouw hoerenmoeder

Door Anoniem

GOUDBEF 4e naamval

Gegen – tegen
Ohne – zonder
Um – om
Durch – door
Bis – tot
Entlang – langs
Für – voor

Door Michelle

Dieb

Dieb = boef

Probeer dieb als een acroniem te zien, DIEB

D at
I s
E en 
B oef

Door Vera

Voorzetsels met de dativ

Om te onthouden welke voorzetsels met de dativ gaan, kun je het volgende rijmpje op het deuntje van Vader Jacob zingen

Aus bei mi-it, aus bei mi-it

Von zeit zu, von zeit zu

Immer mit dem dativ, immer mit dem dativ

Gegen über nach, gegen über nach

Door Elise

De voorzetsels bij Der

De voorzetsels die met Der samengaan, kun je onthouden door het acroniem DJ WAMS

D ies –> deze
J ed –> iedere, menig
W elch –> welke
A ll –> alle(s), iedereen
M anch –> sommige, menig
S olch –> zulke

Door Beau

voorzetsels accusativus

DOFE GUB:

D – durch
O – ohne
F – für
E – entlang

G – gegen
U – um
B – bis

Door Elina

Modale werkwoorden

mogen=dürfen
kunnen=können
lusten=mögen
moeten=müssen
moeten=sollen
willen=wollen
weten=wissen

Mag jij, wil jij, lust jij dat wel? Moet ik, moeten wij, willen we dat weten?

Darfst du, kannst du, magst du das wel? Muss ich, sollen wir, wollen wir das wissen?

Uit je hoofd en zo weet je de betekenis

Door Mirjam

Zelt

Das Zelt = de tent

Zelt lijkt op zeil en voor een tent heb je een zeil nodig.

Door Moniek

Harde en zachte klanken

De harde ‘ch’ gebruik je bij de klinkers van AUtO.

De zachte ‘ch’ gebruik je bij de klinkers van EI.

Een auto is harder dan een ei.

Door Jacco

Naamvallen aanvallen

Alle uitgangen in de Der-groep:

1: RESE
3: MRMN
4: NESE
Man/Vrouw/Onz./Meerv.

Dus je zegt gewoon: rese, mirmin, nese, en de tweede naamval is SRSR maar die gebruik je niet zo vaak.

Bij de ein-groep haal je alleen 1e MO weg en 4e O (Mannenlijk/Onzijdig krijgen geen uitgang)

Door Binc

Dativ voorzetsels

Zaagmens BV

Z= zu
a= aus
a= außer
g= gegenüber
m= mit
e= entgegen
n= nach
s= seit

B= bei
V= von

Door Daniël

Werkwoorden bij de derde naamval

De werkwoorden die met de derde naamval gaan, kun je onthouden met de zin
Gelieve Geen Grote Kado’s Geven Hartelijk Dank

G lauben

G ehören

G ratulieren

H elfen

D anken 

Door Mary

De werkwoorden met een umlaut op de a

AFGeFFaLLen WerkWoorden Hebben STresS

A nfangen
F angen
G efallen
F allen
F ahren
L aufen
L assen
W aschen
W achsen
H alten
S chlagen
T ragen
S chlafen

Door Seher

Das Angebot

das Angebot = de aanbieding

Denk maar aan het aanbod

Door Kelsayney

Umlaut

Alle medeklinkers uit het woord Auto krijgen een ümlaut

Door jacco

Dativ

Aus bei mit nach, aus bei mit nach
Seit von zu, seit von zu
AuBer gegenüber, auBer gegenüber
Im dativ

-> op de toon van Vader Jakob

Door Jennifer

GANS von BAMZE

Gegenüber – tegenover
Aus – uit
Nach – naar/na/volgens
Seit – sinds

VON – van

Bei – bij
Außer – behalve
Mit – met
Zu – naar/ bij
Entgegen – tegemoet

Door Michelle

ADie (AltijdDie)

Als je bij Duits het meervoud gebruikt, dan is het lidwoord “die”

Door Anne

Voorzetsels met vierde naamval

Sommige voorzetsels hebben automatisch de vierde naamval bij zich. Deze voorzetsels zijn te onthouden met het ezelsbruggetje DOFEGUB (doof visje): 

D urch 
O hne 
F ür 
E ntlang 
G egen 
U m 
B is

Deze zin werkt ook:
De Feestelijke Ober Uit Griekenland Eet Bananen.


Door amber

Uitgangen van Duitse werkwoorden (tegenwoordige tijd)

De uitgangen van Duitse regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vormen samen het woord (fe)esttenten:

(ich) wohn e

(du) wohn st

(er) wohn t   
(wir) wohn en

(ihr) wohn t 
(sie) wohn en

Door Max

Lidwoorden

Mannelijk: Rare Sam Moet Naaien =
deR, deS, deM, deN

Onzijdig: Schone Sam Moet Slapen =
daS, deS, deM, daS

Vrouwelijk: IEmand Raakt Rachel In Eens =
dIE, deR, deR, dIE

Meervoud: IEmand Raakt Nina In Eens =
dIE, deR, deN, dIE

Door Jorno

auto

weet je niet welke klinkers een umlaut krijgt?

alle klinkers in AUTO krijgen een umlaut(ä)

Door jacco

Wanneer ‘die’ als voorzetsel

Woorden die eindigen op ‘skiehut’ hebben het lidwoord ‘die’ voor het zelfstandig naamwoord:

S chaft

K eit

I on

E i

H eit
U ng

T ät

Door Tijn

Regelmatige ww

Feesttenten
Je hakt FE ervan af
WohnE
WohnST
WohnT

WohnEN
WohnT
WohnEN

Door Eef

Duitse Getallen

Om de Duitse getallen te onthouden, kun je denken aan dit rijmpje

Ein, Zwei, Polizei
Drei, Vier, Offisier
Fünf, Zechs, Alte Heks
Sieben, Acht, Guten Nacht
Neun, Zehn, Auf Wiedersehen!

Door Roos

Vorvahren

Vorvahren= voorouders

Diegenen die voor je waren zijn je voorouders

Door Daniil

Keuzevoorzetsels Duits

In Andere Achterbuurten Hebben (mensen) Uiteraard Nooit Zeeën Uien (zien) Vliegen

In = in, naar
An = aan, bij, naar
Auf = op
Hinter = achter
Unter = onder
Neben = naast
Zwischen = tussen
Über = boven, over
Vor = voor

Door Anoniem
Home
Alle items
Uploaden