Alle Ezelsbruggetjes

Om de verba liquida te onthouden (m, l, n, r), kun je het woord ‘molenaar’ onthouden

De griekse hoofdletter van dzeta is Z en je spreekt dat uit als ZET.

dZETa

Komitzo = meenemen, verzorgen

Je neemt een kooi mee en verzorgt de vogel erin

Aspro = wit.

Denk maar aan een aspirientje, die is ook wit.

Lampros = schitterend

Een schitterende lamp

Eimi klinkt als I’m me, dus “ik ben ik”, en Eimi betekent ik ben.

Vóór de uitgang van vrouwelijke woorden staat een RHO, EPSILON, of IOTA?
Dan kan er NOOIT een ÉTA achteraan komen. In plaats daarvan komt er altijd een ALFA.

Vea = jong, nieuw!

Nivea voor een jonge huid

eisti is zijn, omdat je in is en bestaan de ij-klank niet hoort, alleen in zijn en in eisti hoor je ook de ij-klank dus is het zijn

Piptein = vallen

Als je valt, dan piep je

Ho strategos = legeraanvoerder

Denk aan stratego, een spel waarbij je dingen moet veroveren

amfi = rondom

amfitheater is zon ronde cirkel, dus rondom.

ik ben ripped, omdat ik veel werp 🙂

Tura = deur

Ik tuur naar de deur

Kakos = slecht

Een slechte kaak

Frontidzein = nadenken

Wanneer je nadenkt, begin je te fronsen

Euriskei = hij vindt

Het woord lijkt op eureka. Als je iets hebt gevonden roep je eureka! 

Pippo = vallen

Pippo de clown valt de hele tijd over zijn schoenen

Speudo = ik haast me

Met een speedo aan, kun je je altijd haasten

ο ανεμος = de wind

Anemos lijkt op anemoon en een anemoon “waait” in de “wind” van de zee (hij beweegt in de stroming van de zee) 

Cosmeo = ordenen/versieren 

Het blad Cosmo ordenen
In de Cosmo staan versiertips

Legei = hij zegt/sprekt

In Nederland is het legaal om te zeggen wat je wilt

Om de namen van de muzen te onthouden, kun je denken aan
Een Eend Uit Peking Kookt China Met Trage Tools

E uterpe
E rato
U rania
P olyhymnia
K alliope
C lio
M elpomene
T erpsichore
T haleia

Ta kaka = ellende, rampen, ongeluk

Het is ellende als je moet kakken

raar ezelsbruggetje dit, maar hij helpt wel(voor mij en hopelijk ook voor jullie)
🙂

bij dit woord (uitspraak = politès) moet ik denken aan de politiek en de burgers mogen tegenwoordig steeds meer meepraten over de politiek dus jaa dat eigenlijk

Mello = op het punt staan

Ik sta op het punt om een marshmallow te eten

Pinein = Drinken

Een pintje drinken

Kalos = mooi 

Mooi kaal is niet lelijk