
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Voorzetsels in het Latijn
Proef appelsienen in de soepkom, ezelsbruggetje voor de voorzetsels van de ablativus
Pro e(x) a(b) sine in de subcum
Het verschil tussen Accusativus en Dativus
ACC = LV, DAT = MV
A lle: L euke V rienden
D oen: M ee V andaag
Ducit
Ducit = leiden, brengen.
Als je iemand naar zijn plaats brengt zeg je in het Engels “Do sit” (Ga zitten)
Het verschil tussen ubi en ibi
Om het verschil tussen ubi en ibi te onthouden, kun je denken aan U Weet een I Dee
U bi = W aar
I bi = D aar
Je kunt ook denken aan Waar? Daar!
In het Latijn wordt dat
Ubi? Ibi!
Uitgangen
Kan je de uitgangen niet onthouden:
-O
-S
-T
-MUS
-TIS
-NT
Luister dan naar het liedje latijn is stampen 😉
De imperfectum
Om de imperfectum te onthouden, kun je denken aan de naam Ibrahim
Deze begint met de I van imperfectum en eindigt met de IM van imperfectum.
Ook staat BAM hierin, waaraan je de imperfectum vaak herkent.
Dare betekent geven
Dare betekent geven.
Hierbij kan je denken aan het Engelse dare betekent durven.
Do you -dare- om het te geven?
Durf je het te geven?
Voorzetsels ablativus
Pro e(x) A(b) Sine in de sub cum
ezelsbrug: Proef appelsienen in de soepkom
Videre, audere en vocare
Om deze werkwoorden te onthouden, kun je denken aan
video –> ik zie een video
audio –> ik luister naar audio
voice –> ik roep met mijn stem
Videre = kijken, zien
Audere = horen, luisteren
Vocare = roepen
complere = vullen
Complere lijkt op compleet
Letterlijk is COMPLERE dus compleet maken, VULLEN
