
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
De Latijnse naamvallen
Om deze te onthouden, kun je denken aan de zin
Niet Vechten Als Gemene Domme Apen
N ominativus
V ocativus
A ccusativus
G enitivus
D ativus
A blativus
Ducit
Ducit = leiden, brengen.
Als je iemand naar zijn plaats brengt zeg je in het Engels “Do sit” (Ga zitten)
Misceo
Misceo = mengen
Als je de s en c verwisselt krijg je micseo -> mix(eo) -> mengen. Misceo betekent mengen
Conferre
Conferre = bijeenbrengen, vergelijken
Bij een conferentie komt iedereen BIJEEN om zijn mening met een ander te VERGELIJKEN
Het verschil tussen videt en vocat
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan I = I en O = O
vIdet = zIen
vOcat = rOepen
Ablativus
De ablatieven die je moet onthouden kan je leren met de afkorting WORMT:
W ijze
O orzaak/R eden
M iddel
T ijd
Ambulare
Ambulare = wandelen
Vroeger werd de brancard van de AMBULANCE al WANDELEND gedragen
addere
addere = toevoegen
addere lijkt op het engelse woord “add”, dat toevoegen betekent.
De imperfectum
Om de imperfectum te onthouden, kun je denken aan de naam Ibrahim
Deze begint met de I van imperfectum en eindigt met de IM van imperfectum.
Ook staat BAM hierin, waaraan je de imperfectum vaak herkent.
Properare
Properare = zich haasten
Als een poetsvrouw het huis proper maakt, doet ze dat haastig
