Latijn Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Caput

Caput = hoofd

Mijn hoofd is kapot

Door Niels

Malle

Als je iets liever wilt zeg je vaak MAAR… ik wil liever.
Volle = willen

Maar + volle =malle

Door Annalou

desinere of sinere?

Desinere = ophouden
Sinere = toestaan

De kan je zien als een negatief voorzetel, desinere is dus ophouden.

Sinere is dan dus toestaan.

Dus:

Moet ik desinere?
Nee, ik sinere.

Deze zin klopt natuurlijk niet, maar mischien helpt het om ze te onderscheiden.

Door Jootje

Ridere

Ridere = lachen

Ridders moeten met elkaar kunnen lachen

Door Anoniem

Solvere

Solvere = losmaken

Sol kun je omdraaien naar los

Door Anoniem

Ezelsbruggetje iacere

iacere = liggen
ia zegt een ezel en een ezel ligt (soms)
in dit geval ligt dit ezelsbruggetje op deze site 😉
Hopelijk heb ik je kunnen helpen! Succes met leren!

Door Herman

Superesse

Superesse = overblijven

Zij blijft over bij de wedstrijd, omdat ze super is

Door Kim

Docere

Docere betekent onderwijzen
Een docent onderwijst, docent lijkt op doceren!

Door

De imperfectum

Om de imperfectum te onthouden, kun je denken aan de naam Ibrahim

Deze begint met de I van imperfectum en eindigt met de IM van imperfectum.
Ook staat BAM hierin, waaraan je de imperfectum vaak herkent.

Door storm

Deinde

Deinde = vervolgens

Vervolgens deinde het schip

Door Anne

rideo = lachen

doe niet zo ridiculous dan moet ik lachen!

Door Anoniem

Denuo

Denuo = opnieuw

De nieuwe mocht opnieuw de sushi betalen

Door Anoniem

Turba

Turba = menigte

De hele menigte draagt een tulband

Door Jootje

Ambulare

Ambulare = wandelen

Als mensen tijdens het wandelen vallen, moet er een ambulance komen

Door Amee

Semper

Semper = altijd

Semper lijkt op pamper, met pampers blijf je altijd droog

Door Mireille

Offerre

Offerre = aanbieden

Offerre lijkt op offeren. Als je iets offert aan de goden, dan bied je het aan

Door Anneke

Tegere

Tegere = bedekken

De tegels bedekken de straat

Door Manon

facere

facere lijkt op faire in het frans
dus maken ,doen

Door neo

Gaudere

Ik ben blij als ik een stukje Gaudakaas krijg.

Gaudere = blij zijn

Door Ella

Prope = bijna

De propper kreeg ons bijna binnen

Door Anoniem

Jecopa

Jecopa = oud

Je opa is oud

Door Manon

Tendere

Tendere = uitstrekken

Als je op een tandem zit, moet je je benen uitstrekken

Door Fenna

Relinquit

Relinquit = achterlaten

Het is zielig om je hondje vast te binden aan de reling en hem daar achter te laten

Door Liesju

Cupere

verlangen, graag willen

cupido

Door Diethe

Properare

Properare = zich haasten

Als een poetsvrouw het huis proper maakt, doet ze dat haastig

Door Anje

Het verschil tussen Nominativus en Accusativus

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes

S ubject
O nderwerp
N ominativus

O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus

Door Maud

Necare betekenis

Necare = nek omdraaien
Echte betekenis = doden (werkwoord)

Door Thijs

Ambulare

Ambulare = wandelen

Vroeger werd de brancard van de AMBULANCE al WANDELEND gedragen

Door Isa

Puer

Puer = jongen

Dit kun je onthouden door puber

Door Anoniem

Spectare

Spectare = kijken

Naar een spektakel kom je kijken

Door Anoniem
Home
Alle items
Uploaden