
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Voorzetsels ablativus
Om te onthouden welke voorzetsels met de Ablativus gaan, kun je denken aan deze zin
Aan Een Sinaasappel Plakt De Citroen.
A b
E x
S ine
P ro
D e
C um
Offerre
Offerre = aanbieden
Offerre lijkt op offeren. Als je iets offert aan de goden, dan bied je het aan
Het verschil tussen Accusativus en Dativus
ACC = LV, DAT = MV
A lle: L euke V rienden
D oen: M ee V andaag
Voorzetsels in het Latijn
Proef appelsienen in de soepkom, ezelsbruggetje voor de voorzetsels van de ablativus
Pro e(x) a(b) sine in de subcum
volgorde naamvallen
N ooit (nominativus)
G een (genitivus)
D ertig (genitivus)
A chten (accusativus)
A chter elkaar (ablativus)
Nescire
Nescire = niet weten
Wanneer je Nescafé voor het eerst ziet, weet je niet wat erin zit
Venire – videre – vicere.
Caesar (belangerijke man van die tijd, die veel oorlog voerde)
zei altijd: Veni Vidi Vici.
wat betekent: ik kwam, ik zag en overwon.
Veni komt van venire – Vidi van videre – en Vici kojmt van vicere.
Tacere
Tacere = zwijgen
Als je een taco in je mond hebt moet je zwijgen, want anders valt alles er uit
Miles, milites
Miles, milites = soldaat. Miles, milites lijkt op militair. Een militair is een soldaat
Genus Latijn
Het woord genus betekent afkomst, geslacht. Denk daarbij aan genen, die bepalen je geslacht en krijg je van je afkomst.
