Latijn Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Offerre

Offerre = aanbieden

Offerre lijkt op offeren. Als je iets offert aan de goden, dan bied je het aan

Door Anneke

Discedere

Discedere= alle kanten op gaan/uiteen

Denk aan discus werpen. De discus gaat alle kanten op

Door Fee

Gaudere

Ik ben blij als ik een stukje Gaudakaas krijg.

Gaudere = blij zijn

Door Ella

Bracchium = arm

Ik ben zo brac dat kan ik niet betalen

Door Anoniem

uitgangen ww preasens

Maak er een liedje van.
O
S
t
Mus
Tis
nt

Te
Re

Door nynke

Praeter

Praeter = voorbij, behalve

Je mond voorbij praeten

Door Anoniem

Legere

Legere = verzamelen, lezen

Ik verzamel lego-blokjes en ik lees de handleiding

Door Sander

addere

addere = toevoegen

addere lijkt op het engelse woord “add”, dat toevoegen betekent.

Door Boaz

Deinde

Deinde = vervolgens

Vervolgens deinde het schip

Door Anne

Bibere

Bibere = drinken

Mijn oma bibbert als ze drinkt

Door Lilian

Denuo

Denuo = opnieuw

De nieuwe mocht opnieuw de sushi betalen

Door Anoniem

Nusquam

Nusquam = nergens

Noes kwam nergens

Door Valerie

Vidēre

vidēre = zien,

vidēre lijkt op video, dus een video kijken/zien

Door Senne

Statuere

Statueren = besluiten

Ik maak een besluit over dit standbeeld

Door Jootje

Via

Via = weg, straat

Via die weg of die straat kom je thuis

Door Anoniem

Recipere

Recipere = ontvangen

Denk aan een receptionist

Door Meike

Nobilis

Nobilis = adellijk, beroemd

Als je een Nobelprijs wint, ben je beroemd

Door Renée

Puto

Puto = denken

Denk je dat Pluto een planeet is?

Door Anoniem

Clamor

Clamor = geschreeuw

Door de claxon werd er geschreeuwd

Door Anoniem

Dum

Dum = terwijl

Je ziet er dom uit als je kwijlt

Door Anoniem

Tendere

Tendere = uitstrekken

Als je op een tandem zit, moet je je benen uitstrekken

Door Fenna

Het verschil tussen Adesse en Abesse

Abesse = afwezig zijn

Adesse = aanwezig zijn 

Absent betekent afwezig. Zo kun je het verschil onthouden.

Door Baukje

Tollere

Tollere = opheffen

Een tol kun je opheffen

Door renzke

videre audire

je moet denken aan je ziet een video, videre (zien). je hoort een audio, audire (horen).

Door Anoniem

Timere

Timere = vrezen, bang zijn voor

Tim is bang voor iets

Door Sarah

Uitgangen praeses

Om de uitgangen o-s-t-mus-tis-nt niet meer uit je hoofd te krijgen zoek je op youtube op latijn is stampen.

(https://www.youtube.com/watch?v=Fh_BqcXEfMs)

Door anna

Reus

Reus = verdachte

De verdachte is een reus

Door Jasmijn

Delectare

Delectare = verblijden, verheugen

Van deleten word je blij

Door Femke

Ridere

Ridere = lachen

Ridders moeten met elkaar kunnen lachen

Door Anoniem

Het werkwoord Esse

Deze kun je onthouden door ze op het ritme van de Macarena op te zeggen

Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Het werkwoord Esse

Door Laurine
Home
Alle items
Uploaden