
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Malle
Als je iets liever wilt zeg je vaak MAAR… ik wil liever.
Volle = willen
Maar + volle =malle
Het werkwoord Esse
Deze kun je onthouden door ze op het ritme van de Macarena op te zeggen
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Het werkwoord Esse
uitgangen -are -ire -ere
ost mus tis naar toilet
(mooi nederlands:Ost moest eens naar het toilet
1ste p.enk. -o
2de p.enk. -s
3de p.enk. -t
1ste p.mv. -mus
2de p.mv. -tis
3de p.enk. -nt(nt is bij het ezelsbruggetje ‘naar toilet’
hopelijk begrijp je het ;-)Xxx
Ambulare
Ambulare = wandelen
Vroeger werd de brancard van de AMBULANCE al WANDELEND gedragen
Artemis/diana
De God Artemis/ Diana met functie God van de Jacht en attribuut pijl, boog, hert: Artemis Diana de 2e is een hert en die word afgeknalt met pijl en boog. Pijl en boog —> jacht
Misceo
Misceo = mengen
Als je de s en c verwisselt krijg je micseo -> mix(eo) -> mengen. Misceo betekent mengen
Tacere
Tacere = zwijgen
Als je een taco in je mond hebt moet je zwijgen, want anders valt alles er uit
Dare betekent geven
Dare betekent geven.
Hierbij kan je denken aan het Engelse dare betekent durven.
Do you -dare- om het te geven?
Durf je het te geven?
Ducit
Ducit = leiden, brengen.
Als je iemand naar zijn plaats brengt zeg je in het Engels “Do sit” (Ga zitten)
Offerre
Offerre = aanbieden
Offerre lijkt op offeren. Als je iets offert aan de goden, dan bied je het aan
