Latijn Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Natio

Natio = volksstam

Denk aan natie of nationaal

Door Anoniem

Cupere

verlangen, graag willen

cupido

Door Diethe

Het verschil tussen ubi en ibi

Om het verschil tussen ubi en ibi te onthouden, kun je denken aan U Weet een I Dee

U bi = W aar
I bi = D aar

Je kunt ook denken aan Waar? Daar!
In het Latijn wordt dat 
Ubi? Ibi!

Door Floor

Uitgangen

Kan je de uitgangen niet onthouden:
-O
-S
-T
-MUS
-TIS
-NT
Luister dan naar het liedje latijn is stampen 😉

Door Kim

Cito

Cito = snel

De Cito-toets op de basisschool moet je snel maken

Door Jootje

uitgangen -are -ire -ere

ost mus tis naar toilet
(mooi nederlands:Ost moest eens naar het toilet
1ste p.enk. -o
2de p.enk. -s
3de p.enk. -t
1ste p.mv. -mus
2de p.mv. -tis
3de p.enk. -nt(nt is bij het ezelsbruggetje ‘naar toilet’
hopelijk begrijp je het ;-)Xxx

Door sula

Nobilis

Nobilis = adellijk, beroemd

Als je een Nobelprijs wint, ben je beroemd

Door Renée

Vix

Vix = nauwelijks

Met vix heb je nauwelijks last van verkoudheid

Door Eva

Voorzetsels in het Latijn

Proef appelsienen in de soepkom, ezelsbruggetje voor de voorzetsels van de ablativus
Pro e(x) a(b) sine in de subcum

Door Mohamed

Ambulare

Ambulare = wandelen

Als mensen tijdens het wandelen vallen, moet er een ambulance komen

Door Amee

Coniunctivus

Om te onthouden op welke manieren je een coniunctivus praesens kunt vertalen, kun je denken aan
WAT Voor Modus

W ens
A ansporing
T wijfel
V erbod
M ogelijkheid

Door Carolien

Uitgangen praeses

Om de uitgangen o-s-t-mus-tis-nt niet meer uit je hoofd te krijgen zoek je op youtube op latijn is stampen.

(https://www.youtube.com/watch?v=Fh_BqcXEfMs)

Door anna

Reus

Reus = verdachte

De verdachte is een reus

Door Jasmijn

Valde

Valde = erg, zeer

Als je valt, doet dat erg zeer

Door jessy

Offerre

Offerre = aanbieden

Offerre lijkt op offeren. Als je iets offert aan de goden, dan bied je het aan

Door Anneke

Nonnulli

Nonnulli = enige

Non nulli –> niet nul, daarom: enige

Door Anoniem

Ridere

Ridere = lachen

Ridders moeten met elkaar kunnen lachen

Door Anoniem

Voorzetsels ablativus

Pro e(x) A(b) Sine in de sub cum
ezelsbrug: Proef appelsienen in de soepkom

Door Mohamed

Stopplaatsen van Aeneas

Om de stopplaatsen van Aeneas te onthouden, kun je denken aan de zin
Tegen De Kok Bedenken Sous-Chefs sous-chef-listen

T rakië
D elos
K reta
B uthrotum
S icilië
C arthago
S icilië
C umae
L avinium

Opmerking: hij begint uiteraard in Troje en eindigt in Latium

Door Aylli

Malle

Als je iets liever wilt zeg je vaak MAAR… ik wil liever.
Volle = willen

Maar + volle =malle

Door Annalou

accipere = ontvangen

Accipere lijkt op accepteren. Als je een pakketje ontvangt, moet je het eerst nog accepteren.

Wil je het pakketje accepteren? Anders kan je het niet ontvangen!

Door Jootje

Semper

Semper = altijd

Semper lijkt op pamper, met pampers blijf je altijd droog

Door Mireille

magnus

Denk aan een magnum, een groot ijsje.
Magnus is dus groot/luid!

Door Timo

Puer

Puer = jongen

Dit kun je onthouden door puber

Door Anoniem

Bellum

Bellum = oorlog

Er is geen tijd om te bellen in de oorlog

Door Jootje

Het verschil tussen Nominativus en Accusativus

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes

S ubject
O nderwerp
N ominativus

O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus

Door Maud

De Latijnse naamvallen

Om deze te onthouden, kun je denken aan de zin
Niet Vechten Als Gemene Domme Apen

N ominativus
V ocativus
A ccusativus
G enitivus
D ativus
A blativus

Door Michiel

Deinde

Deinde = vervolgens

Vervolgens deinde het schip

Door Anne
Home
Alle items
Uploaden