
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Ambulare
Ambulare = wandelen
Vroeger werd de brancard van de AMBULANCE al WANDELEND gedragen
Uitgangen
Kan je de uitgangen niet onthouden:
-O
-S
-T
-MUS
-TIS
-NT
Luister dan naar het liedje latijn is stampen 😉
Voorzetsels in het Latijn
Proef appelsienen in de soepkom, ezelsbruggetje voor de voorzetsels van de ablativus
Pro e(x) a(b) sine in de subcum
Vetare
Vetare = verbieden
Wanneer je vetarme dingen eet, verbied je jezelf om vet te eten
Aliquis
Na de woorden si, nisi, num en ne verandert ‘aliquis’ in ‘quis’:
ne quis hic veniat = dat niet iemand (!) hier komt.
Dit kun je onthouden door de zin
Na ‘si’, ‘nisi’, ‘num’ en ‘ne’ gaat ‘ali-‘ niet met ‘quis’je mee!
Offerre
Offerre = aanbieden
Offerre lijkt op offeren. Als je iets offert aan de goden, dan bied je het aan
Nihil
de betekenis is niks
ik denk aan
A begint met een N van niks
B ik denk aan ni veel.
Videre, audere en vocare
Om deze werkwoorden te onthouden, kun je denken aan
video –> ik zie een video
audio –> ik luister naar audio
voice –> ik roep met mijn stem
Videre = kijken, zien
Audere = horen, luisteren
Vocare = roepen
cogere
Als je koken niet leuk vind moet je iemand dwingen om voor je te koken. Dus is cogere dwingen.
Malle
Als je iets liever wilt zeg je vaak MAAR… ik wil liever.
Volle = willen
Maar + volle =malle
