
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Voorzetsels in het Latijn
Proef appelsienen in de soepkom, ezelsbruggetje voor de voorzetsels van de ablativus
Pro e(x) a(b) sine in de subcum
Het verschil tussen Nominativus en Accusativus
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes
S ubject
O nderwerp
N ominativus
O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus
cogitare
cogitare = nadenken
als je een kogel door je hoofd krijgt kan je niet meer nadenken.
Discedere
Discedere= alle kanten op gaan/uiteen
Denk aan discus werpen. De discus gaat alle kanten op
obstare = in de weg staan
stare is latijn voor staan. Ob lijkt op op. Obstare kan je dus ook zien als opstaan.
Kan je opstaan? Je staat in de weg!
Het werkwoord Esse
Deze kun je onthouden door ze op het ritme van de Macarena op te zeggen
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Het werkwoord Esse
Venire – videre – vicere.
Caesar (belangerijke man van die tijd, die veel oorlog voerde)
zei altijd: Veni Vidi Vici.
wat betekent: ik kwam, ik zag en overwon.
Veni komt van venire – Vidi van videre – en Vici kojmt van vicere.
Malle
Als je iets liever wilt zeg je vaak MAAR… ik wil liever.
Volle = willen
Maar + volle =malle
volgorde naamvallen
N ooit (nominativus)
G een (genitivus)
D ertig (genitivus)
A chten (accusativus)
A chter elkaar (ablativus)
Nox
Nox betekent nacht
Een spreuk uit harry potter is nox, licht uit en in de nacht is het licht uit
Genus Latijn
Het woord genus betekent afkomst, geslacht. Denk daarbij aan genen, die bepalen je geslacht en krijg je van je afkomst.
