
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Causa
Causa = reden/oorzaak
Causa lijkt op because en in het Engels komt daarna een reden of een oorzaak
Aliquis
Na de woorden si, nisi, num en ne verandert ‘aliquis’ in ‘quis’:
ne quis hic veniat = dat niet iemand (!) hier komt.
Dit kun je onthouden door de zin
Na ‘si’, ‘nisi’, ‘num’ en ‘ne’ gaat ‘ali-‘ niet met ‘quis’je mee!
Voorzetsels ablativus
Om te onthouden welke voorzetsels met de Ablativus gaan, kun je denken aan deze zin
Aan Een Sinaasappel Plakt De Citroen.
A b
E x
S ine
P ro
D e
C um
Het verschil tussen Nominativus en Accusativus
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes
S ubject
O nderwerp
N ominativus
O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus
Het werkwoord Esse
Deze kun je onthouden door ze op het ritme van de Macarena op te zeggen
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Het werkwoord Esse
De imperfectum
Om de imperfectum te onthouden, kun je denken aan de naam Ibrahim
Deze begint met de I van imperfectum en eindigt met de IM van imperfectum.
Ook staat BAM hierin, waaraan je de imperfectum vaak herkent.
cogitare
cogitare = nadenken
als je een kogel door je hoofd krijgt kan je niet meer nadenken.
Offerre
Offerre = aanbieden
Offerre lijkt op offeren. Als je iets offert aan de goden, dan bied je het aan
Relinquit
Relinquit = achterlaten
Het is zielig om je hondje vast te binden aan de reling en hem daar achter te laten
Miles, milites
Miles, milites = soldaat. Miles, milites lijkt op militair. Een militair is een soldaat
Ducit
Ducit = leiden, brengen.
Als je iemand naar zijn plaats brengt zeg je in het Engels “Do sit” (Ga zitten)
Discedere
Discedere= alle kanten op gaan/uiteen
Denk aan discus werpen. De discus gaat alle kanten op
