
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Het verschil tussen ubi en ibi
Om het verschil tussen ubi en ibi te onthouden, kun je denken aan U Weet een I Dee
U bi = W aar
I bi = D aar
Je kunt ook denken aan Waar? Daar!
In het Latijn wordt dat
Ubi? Ibi!
Ducit
Ducit = leiden, brengen.
Als je iemand naar zijn plaats brengt zeg je in het Engels “Do sit” (Ga zitten)
cogitare
cogitare = nadenken
als je een kogel door je hoofd krijgt kan je niet meer nadenken.
Properare
Properare = zich haasten
Als een poetsvrouw het huis proper maakt, doet ze dat haastig
Volgorde naamvallen
Nooit geld doneren aan armen.
Klinkt misschien een beetje erg maar werkt wel.
Nominativus
Genitivus
Dativus
Accusativus
Ablativus
Discedere
Discedere= alle kanten op gaan/uiteen
Denk aan discus werpen. De discus gaat alle kanten op
Voorzetsels ablativus
Pro e(x) A(b) Sine in de sub cum
ezelsbrug: Proef appelsienen in de soepkom
Vetus
Vetus = oud
Denk bijvoorbeeld aan een oorlogsveteraan. Dat is vaak een oud persoon.
Urbs
Urbs is vrouwelijk en betekent “de stad”.
Je kan makkelijk onthouden dat het vrouwelijk is want vrouwen shoppen graag in de stad.
Conjunctief Praeses
Hoe je een conjunctief Praeses vertaalt, kun je onthouden aan de hand van de zin
Gisteren Was Pa Veel Te Aangeschoten
G ebod
W ens
P otentialis (mogelijkheid)
V erbod
T wijfel
A ansporing
