Alle Ezelsbruggetjes

Simulare = doen alsof

In een simulatie doe je alsof

Conferre = bijeenbrengen, vergelijken

Bij een conferentie komt iedereen BIJEEN om zijn mening met een ander te VERGELIJKEN

Convenit = het past

Confetti past bij Carnaval

Clam = stiekem

Als je iets stiekem doet, krijg je klamme handen

Het verschil tussen At en Ad kun je onthouden door T/M (tot en met) als (soort van) acroniem te zien.

At = maar
Ad = naar

aT = Maar.

Etiam = ook

Koop jij ook bij Miss Et(i)am?

Deinde = vervolgens

Vervolgens deinde het schip

Ik ben zo brac dat kan ik niet betalen

Het woord genus betekent afkomst, geslacht. Denk daarbij aan genen, die bepalen je geslacht en krijg je van je afkomst.

Gaudere —> guard
Guard—> bewaker

Als bewaker moet je wel blij zijn met je job

Na de woorden si, nisi, num en ne verandert ‘aliquis’ in ‘quis’:

ne quis hic veniat = dat niet iemand (!) hier komt.

Dit kun je onthouden door de zin
Na ‘si’, ‘nisi’, ‘num’ en ‘ne’ gaat ‘ali-‘ niet met ‘quis’je mee! 

Tegere = bedekken

De tegels bedekken de straat

Subito = Plotseling

Subito is een kraslot. En dan win je plotseling geld

Mensa = tafel

Een inmense tafel

cogitare=denken
ik denk na terwijl ik gitaar speel

pro, cum, sine, ab, ex, de, die gaan met de ablativus mee!

Nihil is in het nederlands een ander woord voor ‘heel klein’. Je gebruikt vaak in de volgende zin:
‘Ik acht de kans nihil…’

Dus:

Ik acht de kans NIHIL dat je NIETS op de toets weet.

Post betekent achter; na

De hond loopt de POSTbode ACHTER;NA

De ablatieven die je moet onthouden kan je leren met de afkorting WORMT:

W ijze
O orzaak/R eden
M iddel
T ijd

Docere betekent onderwijzen
Een docent onderwijst, docent lijkt op doceren!

Validus = gezond

Het tegenovergestelde van invalide zijn, gezond zijn

Jecopa = oud

Je opa is oud

Om te onthouden welke voorzetsels met de Ablativus gaan, kun je denken aan deze zin
Aan Een Sinaasappel Plakt De Citroen.

A b
E x
S ine
P ro
D e
C um

Bibere = drinken

Mijn oma bibbert als ze drinkt

Dormire = slapen

Wat doet Doornroosje? Slapen!

Dare betekent geven.

Hierbij kan je denken aan het Engelse dare betekent durven.

Do you -dare- om het te geven?
Durf je het te geven?

Properare = zich haasten

Als een poetsvrouw het huis proper maakt, doet ze dat haastig

Offerre = aanbieden

Offerre lijkt op offeren. Als je iets offert aan de goden, dan bied je het aan

Om de imperfectum te onthouden, kun je denken aan de naam Ibrahim

Deze begint met de I van imperfectum en eindigt met de IM van imperfectum.
Ook staat BAM hierin, waaraan je de imperfectum vaak herkent.