Alle Ezelsbruggetjes

Scire = weten

Science is wetenschap

Cado = vallen

Ik val bijna over al je cadeau’s

Recipere = ontvangen

Denk aan een receptionist

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes

S ubject
O nderwerp
N ominativus

O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus

Nescire = niet weten

Wanneer je Nescafé voor het eerst ziet, weet je niet wat erin zit

Om de stopplaatsen van Aeneas te onthouden, kun je denken aan de zin
Tegen De Kok Bedenken Sous-Chefs sous-chef-listen

T rakië
D elos
K reta
B uthrotum
S icilië
C arthago
S icilië
C umae
L avinium

Opmerking: hij begint uiteraard in Troje en eindigt in Latium

Conferre = bijeenbrengen, vergelijken

Bij een conferentie komt iedereen BIJEEN om zijn mening met een ander te VERGELIJKEN

Etiam = ook

Koop jij ook bij Miss Et(i)am?

Uxor = echtgenote

Het is luxe als je een echtgenote hebt

de betekenis is niks
ik denk aan
A begint met een N van niks
B ik denk aan ni veel.

Appelsien in de soepkom, proost!
a(b) – e(x) – sine – in – de – sub – cum – pro

Tenere = vasthouden

Houd je teen vast

je moet denken aan je ziet een video, videre (zien). je hoort een audio, audire (horen).

Om de Latijnse uitgangen te onthouden, kun je denken aan
OSTMUSTISNT

-o
-s
-t
-mus
-tis
-nt

Tegere = bedekken

De tegels bedekken de straat

het woord is zo lang, hij nadert langzaam.

Subito = Plotseling

Subito is een kraslot. En dan win je plotseling geld

Discedere= alle kanten op gaan/uiteen

Denk aan discus werpen. De discus gaat alle kanten op

Spectare = kijken

Naar een spektakel kom je kijken

Properare = zich haasten

Als een poetsvrouw het huis proper maakt, doet ze dat haastig

Accipere lijkt op accepteren. Als je een pakketje ontvangt, moet je het eerst nog accepteren.

Wil je het pakketje accepteren? Anders kan je het niet ontvangen!

addere = toevoegen

addere lijkt op het engelse woord “add”, dat toevoegen betekent.

N ooit (nominativus)
G een (genitivus)
D ertig (genitivus)
A chten (accusativus)
A chter elkaar (ablativus)

Docere betekent onderwijzen
Een docent onderwijst, docent lijkt op doceren!

Delectare = verblijden, verheugen

Van deleten word je blij

Post = na

Het posten van een brief doe je na het schrijven van de brief

Tractus = trekken

Een tractor trekt dingen

Als je koken niet leuk vind moet je iemand dwingen om voor je te koken. Dus is cogere dwingen.

Postquam = daarna

Daarna kwam de post