Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Conferre
Conferre = bijeenbrengen, vergelijken
Bij een conferentie komt iedereen BIJEEN om zijn mening met een ander te VERGELIJKEN
complere = vullen
Complere lijkt op compleet
Letterlijk is COMPLERE dus compleet maken, VULLEN
Het verschil tussen Nominativus en Accusativus
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes
S ubject
O nderwerp
N ominativus
O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus
Uitgangen
Kan je de uitgangen niet onthouden:
-O
-S
-T
-MUS
-TIS
-NT
Luister dan naar het liedje latijn is stampen 😉
Aliquis
Na de woorden si, nisi, num en ne verandert ‘aliquis’ in ‘quis’:
ne quis hic veniat = dat niet iemand (!) hier komt.
Dit kun je onthouden door de zin
Na ‘si’, ‘nisi’, ‘num’ en ‘ne’ gaat ‘ali-‘ niet met ‘quis’je mee!
Voorzetsels ablativus
Pro e(x) A(b) Sine in de sub cum
ezelsbrug: Proef appelsienen in de soepkom
Vetus
Vetus = oud
Denk bijvoorbeeld aan een oorlogsveteraan. Dat is vaak een oud persoon.
Relinquit
Relinquit = achterlaten
Het is zielig om je hondje vast te binden aan de reling en hem daar achter te laten
Malle
Als je iets liever wilt zeg je vaak MAAR… ik wil liever.
Volle = willen
Maar + volle =malle