Alle Ezelsbruggetjes

Misceo = mengen

Als je de s en c verwisselt krijg je micseo -> mix(eo) -> mengen. Misceo betekent mengen

Nox betekent nacht
Een spreuk uit harry potter is nox, licht uit en in de nacht is het licht uit

Om deze te onthouden, kun je denken aan de zin
Niet Vechten Als Gemene Domme Apen

N ominativus
V ocativus
A ccusativus
G enitivus
D ativus
A blativus

Conferre = bijeenbrengen, vergelijken

Bij een conferentie komt iedereen BIJEEN om zijn mening met een ander te VERGELIJKEN

Cupido = begeren

Cupido wil dat mensen elkaar begeren!

Abesse = afwezig zijn

Adesse = aanwezig zijn 

Absent betekent afwezig. Zo kun je het verschil onthouden.

Tandum = eindelijk

Eindelijk zijn mijn tanden er uit

Somnus = slaap

Als ik slaap, denk ik aan sommen

Subito = Plotseling

Subito is een kraslot. En dan win je plotseling geld

Servat = hij beschermt, bewaart, behoudt

Een servet beschermt je tegen vieze kleren

Denk aan een magnum, een groot ijsje.
Magnus is dus groot/luid!

Tempestas = storm

Bij een hoge temperatuur ontstaat er een zomerstorm

Caesar (belangerijke man van die tijd, die veel oorlog voerde)
zei altijd: Veni Vidi Vici.
wat betekent: ik kwam, ik zag en overwon.

Veni komt van venire – Vidi van videre – en Vici kojmt van vicere.

Als je verdrinkt (rip), kan je aanspoelen op een oever.
Ripa is dus oever!

Denuo = opnieuw

De nieuwe mocht opnieuw de sushi betalen

Jecopa = oud

Je opa is oud

Nusquam = nergens

Noes kwam nergens

Als je koken niet leuk vind moet je iemand dwingen om voor je te koken. Dus is cogere dwingen.

Poscere = eisen

De postbodes eisen hogere loon

Het verschil tussen At en Ad kun je onthouden door T/M (tot en met) als (soort van) acroniem te zien.

At = maar
Ad = naar

aT = Maar.

iacere = liggen
ia zegt een ezel en een ezel ligt (soms)
in dit geval ligt dit ezelsbruggetje op deze site 😉
Hopelijk heb ik je kunnen helpen! Succes met leren!

Perficere = voltooien

Als iets voltooid is, is het af

De meeste voorzetsels die gevolgd worden door een ablatief, zitten verscholen in “Soepkom in productie” ofwel “SubCum In ProDeExSine” ofwel “sub cum in pro de ex sine. “a” en “ab” zitten verscholen in het woord “ablatief” zelf. Je moet dan nog enkel de twee overige voorzetsel “prae” en “super” onthouden.

stare is latijn voor staan. Ob lijkt op op. Obstare kan je dus ook zien als opstaan.

Kan je opstaan? Je staat in de weg!

Nescire = niet weten

Wanneer je Nescafé voor het eerst ziet, weet je niet wat erin zit

Modo = slechts

Van de dodo’s waren er slechts een paar over voordat ze uitstierven

Desinere = ophouden
Sinere = toestaan

De kan je zien als een negatief voorzetel, desinere is dus ophouden.

Sinere is dan dus toestaan.

Dus:

Moet ik desinere?
Nee, ik sinere.

Deze zin klopt natuurlijk niet, maar mischien helpt het om ze te onderscheiden.

Om deze werkwoorden te onthouden, kun je denken aan

video –> ik zie een video
audio –> ik luister naar audio
voice –> ik roep met mijn stem

Videre = kijken, zien
Audere = horen, luisteren
Vocare = roepen

Vestis = kledingstuk

Een vest is een kledingstuk

Tractus = trekken

Een tractor trekt dingen