Alle Ezelsbruggetjes

Abesse = afwezig zijn

Adesse = aanwezig zijn 

Absent betekent afwezig. Zo kun je het verschil onthouden.

Nox betekent nacht
Een spreuk uit harry potter is nox, licht uit en in de nacht is het licht uit

Visere = bezoeken

Visite komt op bezoek

Sceane = toneel

Een toneelstuk heeft verschillende scenes

Ianua = deur

Janua lijkt op Januari, Januari is de ‘deur’ van het jaar

Clam = stiekem

Als je iets stiekem doet, krijg je klamme handen

Servat = hij beschermt, bewaart, behoudt

Een servet beschermt je tegen vieze kleren

Desinere = ophouden
Sinere = toestaan

De kan je zien als een negatief voorzetel, desinere is dus ophouden.

Sinere is dan dus toestaan.

Dus:

Moet ik desinere?
Nee, ik sinere.

Deze zin klopt natuurlijk niet, maar mischien helpt het om ze te onderscheiden.

Nooit geld doneren aan armen.

Klinkt misschien een beetje erg maar werkt wel.

Nominativus
Genitivus
Dativus
Accusativus
Ablativus

Vires = krachten

Een virus maakt je minder krachtig

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan de zin
Als de SON schijnt, eten we OLA ijsjes

S ubject
O nderwerp
N ominativus

O bject
L ijdend Voorwerp
A ccusativus

Appelsien in de soepkom, proost!
a(b) – e(x) – sine – in – de – sub – cum – pro

Om de Latijnse uitgangen te onthouden, kun je denken aan
OSTMUSTISNT

-o
-s
-t
-mus
-tis
-nt

Proef appelsienen in de soepkom, ezelsbruggetje voor de voorzetsels van de ablativus
Pro e(x) a(b) sine in de subcum

Hoe je een conjunctief Praeses vertaalt, kun je onthouden aan de hand van de zin
Gisteren Was Pa Veel Te Aangeschoten

G ebod
W ens
P otentialis (mogelijkheid)
V erbod
T wijfel
A ansporing

Cado = vallen

Ik val bijna over al je cadeau’s

De propper kreeg ons bijna binnen

WATVIM

Wens = Moge(n), ik hoop dat …
Aansporing = Laat hij/Laten we …
Twijfel = Moeten wij … (meestal 1e persoon)
Verbod = Laat … niet …
Irrealis = als …, zou(den) …
Mogelijkheid = Hij zou kunnen …

Ik hoop dat dit helpt/Moge dit helpen = Utinam hoc iuvet

Vetare = verbieden

Wanneer je vetarme dingen eet, verbied je jezelf om vet te eten

Consistere = blijven staan

Wil jij constant blijven staan?

Posse = kunnen

Als het kan, is het possible

verlangen, graag willen

cupido

Kan je de uitgangen niet onthouden:
-O
-S
-T
-MUS
-TIS
-NT
Luister dan naar het liedje latijn is stampen 😉

Ambulare = wandelen

Als mensen tijdens het wandelen vallen, moet er een ambulance komen

Turba = menigte

De hele menigte draagt een tulband

GerundiVum is bijVoegelijk
Gerundium is dat niet

Timere = vrezen, bang zijn voor

Tim is bang voor iets

Uxor = echtgenote

Het is luxe als je een echtgenote hebt

Om deze te onthouden, kun je denken aan de zin
Niet Vechten Als Gemene Domme Apen

N ominativus
V ocativus
A ccusativus
G enitivus
D ativus
A blativus