Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
De levensstadia van een koolwitje
Om de levensstadia te onthouden, kun je denken aan de zin
Evert Rijdt Plots Verkeerd
E i
R ups
P op
V linder
Franse vervoersmiddelen
Voor vervoersmiddelen waar een dak op zit, gebruik je à –> à pied , à vélo!
Voor vervoersmiddelen waar wel een dak op zit, gebruik je en –> en voiture, en bus!
De woordvolgorde van een Engelse zin
De volgorde van een standaard Engelse zin kun je onthouden aan de hand van TOPVPT
T ijd
O nderwerp
P ersoonsvorm
V oorwerp
P laats
T ijd (Tijd kan zowel aan het begin als aan het einde van de zin).
De kruisbanden in de knie met insertie
Om de kruisbanden in de knie met hun insertie op de femurcondyl te onthouden, kun je denken aan
VLAM
V oorste
L ateraal
A chterste
M ediaal
Te allen tijde
Om te onthouden wat de spelling van deze zinsnede is, kun je denken aan de zin
Die ENE werkt te allen tijde
tE alleN tijdE
Signaalwoorden voor een redengevend verband
Deze signaalwoorden kun je onthouden aan de hand van de zin
Op Woensdag Draag Ik Nooit Handschoenen Zonder Veters
O mdat
W ant
D aarom
I mmers
N amelijk
H ierdoor
Z odoende
V anwege
Objectief
Ik vergeet vaak het woord objectief de betekenis daarvan is: wie alleen op de feiten let. Als je het laatste stukje van het woord objectief omdraait (tief) dan staat er feit.
Het spijsverteringskanaal
Om te onthouden welke weg je voedsel moet afleggen, kun je denken aan
Mijn Slak Moet Lekker Altijd Trakteren De Blinde Doet Eng
M ondholte
S lokdarm
M aag
L ever
A lvleesklier
T waalfvingerige darm
D unne darm
B linde darm
D ikke darm
E ndeldarm
Formules U = volt = spanning
U = volt
(De U lijkt op de V)
U = volt = spanning
Tussen de U en de V heerst spanning.
I = stroom
Vaak wordt er een Uitroepteken geplaatst (! Lijkt op I).
Het verschil tussen videt en vocat
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan I = I en O = O
vIdet = zIen
vOcat = rOepen
Bijvoeglijke naamwoorden
Aux Champs Elysées
De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Aux Champs Elysées. Zo kun je ze onthouden:
Beau-, bon, joli
*paraparapa*
Haut, long, petit
*paraparapa*
Jeune au vieux
Grand au gros
Mauvais au nouveau
Ce sont les adjectifs avant le nom
(En dan nog de rangtelwoorden zoals première, deuxième etc.)
De spieren van de Rotatorenmanchet
Deze spieren kun je onthouden met SITS
S upraspinatus muscle
I nfraspinatus muscle
T eres minor muscle
S ubscapularis muscle
Slovenië – Ljubljana
Om het land Slovenië met de hoofd stad Ljubljana te onthouden, kun je denken aan
Sloof je uit voor (koningin) Juliana
Bon beau grand
Rijmpje:
(Ook vrouwelijk en meervoud)
bon beau grand
gros mauvais mechant
haut vieux long petit
cher jeun joli
Deze bijvoeglijke naamwoorden komen vóór het zelfstandig naamwoord
Het verschil tussen emigratie en immigratie
Dit kun je onthouden door te denken aan
I=I en E=E
Immigratie = In Nederland
Emigratie = Eruit
Soorten humor
Om de verschillende soorten humor te onthouden, kun je denken aan de zin
Sarah Is Plots Content Met Andere Zwarte Snoepjes
S arcasme
I ronie
P arodie
C ynisme
M ilde humor
A bsurde humor
Z warte humor
S atire
Het verschil tussen convex en concaaf
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan het Franse ‘la cave’, wat kelder betekent. Een kelder is hol
Concaaf = hol
Convex = bol
Hoofdsteden Roemenië en Hongarije
De Boeddha heeft honger en gaat dus naar HONGArije (Boedapest) en door een boek krijg je roem dus Boekarest ligt in Roemenië
Hele en halve rust
Hele rust –> hangt onder de notenbalk
Halve rust –> ligt op de notenbalk
De hele rust duurt langer dan een halve rust. Omdat de hele rust langer duurt, is deze zwaarder, en daarom hangt deze onder de notenbalk. De halve rust duurt minder lang en is daarom minder zwaar en ligt daarom nog op de notenbalk.
Driehoeken
Het snijpunt van de Middenloodlijnen in een driehoek is het middenpunt van een Omgeschreven cirkel. Het snijpunt van de Bissectrices in een driehoek is het middenpunt van een Ingeschreven cirkel.
Samen wordt dat MOBI
zwobbels!
de koppelwerkwoorden:
– Zijn
– Worden
O
– Blijven
– Blijken
E
– Lijken
– Schijnen
Het verschil tussen cohesie en adhesie
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A
Adhesie = aantrekkingskracht tot een Andere molecuul
Cohesie = aantrekkingskracht tot een dezelfde molecuul