
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Vlakke meetkunde
FOX-Z
F-hoeken zijn gelijk aan elkaar
O:Hoeken die in een cirkel van 360 graden staan vormen een volle hoek ( 4 x 90 )
X: overstaande hoeken zijn gelijk
-: Alle drie de hoeken van een driehoek passen op een rechte lijn: een gestrekte hoek van 180 graden
Z-hoeken zijn gelijk
Voorzetsels met datief
Gebruik het zinnetje “Met bij nacht van tegenover huis te zijn”
Met = mit
bij = bei
nacht = nach
van = von
tegenover = gegenüber
huis (=Haus) = aus
te = zu
zijn (=sein) = seit
Sedentair
De eerste mensen werden sedentair, ze bleven op één plek wonen. Sedentair lijkt op sanitair. Sanitair heeft te maken met badkamers en wc’s. Op een wc moet je ook “even op één plek blijven”.
De onderdelen van een bloemplant
Om deze te onthouden, kun je denken aan KeKroMeSt
Ke lkbladeren
Kro onbladeren
Me eeldraden
St amper
De pest
Om te onthouden welke landen, in chronologische volgorde, getroffen werden door de Pest, kun je denken aan
FranSE DoNoR
F rankrijk
S panje
E ngeland
D uitsland
N oorwegen
R usland
Onderscheid economische groepen
Om het onderscheid tussen de vier groepen in de Economie te onthouden, kun je denken aan
BaBy Go
B edrijven
B uitenland
G ezinnen
O verheid
Klimaat systeem van Köppen
Een geheugensteuntje bij het Klimaatsysteem van Köppen
Alleen voor A-C-D klimaat:
s- sommertrocken: droge periode valt in de Sommer.
w- wintertrocken: droge periode valt in de Winter.
f- felht: er is geen droge periode. De droge periode is Foetsie.
Alleen voor B klimaat:
BW-klimaat: B Woestijnklimaat.
BS-klimaat: B Steppeklimaat.
Alleen bij E klimaat:
EF-klimaat: sneeuwklimaat zonder begroeiing. De begroeiing is Foetsie.
EH-klimaat: Hooggebergte klimaat. Zelfde als EF-klimaat, maar dan op grote Hoogte.
ET-klimaat: Toendra klimaat.
Ordening biologie
Rijke (1) Spanjaarden (2) Krijgen (3) Op (4) Familiefeesten (5) Grote (6) Stukken (7) Rosbief (8)
1. Rijken
2. Stammen
3.Klassen
4. Orde
5. Familie
6. Geslacht
7. Soort
8. Ras
leerjaar 1 – biologie voor jou VWO
Van active naar passive in het Engels
Wanneer je een actieve zin naar de passieve vorm moet omzetten, kun je dit liedje zingen op de melodie van Vader Jacob
Passive Sentence, passive sentence
Worden is to be, worden is to be
Zijn dat wordt dan have been, zijn dat wordt dan have been
Behalve last week, behalve last week
Het verschil tussen voilà en voici
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan A = A en I = I
Voilà = dAAR
VoicI = hIer
Maw kernconcept cultuur
VOUW’N =
het geheel van
Voorstellingen
Opvattingen
Uitdrukkingsvormen
Waarden
Normen
die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven
Miles, milites
Miles, milites = soldaat. Miles, milites lijkt op militair. Een militair is een soldaat
De zeeën bij Griekenland
Om te onthouden welke zeeën er bij Griekenland liggen, kun je denken aan TIA
T yrreense zee
I onische zee
A driatische zee
Wiskundige verbanden
Om de verschillende wiskundige verbanden te onthouden, kun je denken aan WELKOM
W ortelverbanden
E xponentiële verbanden
L ineaire verbanden
K wadratische verbanden
O mgekeerd evenredige verbanden
M achtsverbanden
Eilanden van nederland
je kan alle eilanden van Nederland onthouden door het volgende ezelsbruggetje: TVTAS
T: Texel
V: Vlieland
T: Terschelling
A: Ameland
S: Schiermonnikoog
Door het gebruik van dit ezelsbruggetje staan ze direct allemaal in de goede volgorde
Met veel liefde
Als je tafel dekt en je dekt kopbestek in gebruik je Met Veel Liefde
Vanaf het bord gezien naar boven:
Mes, Vork, Lepel
Ligamentum Hepatoduodenale
Om de drie belangrijke structuren te kunnen identificeren in het ligamentum hepatoduodenale, kun je denken aan Die Andere Vrouw
D uctus rechts
A rterie links
V ene achter
Kruisbanden
Om de kruisbanden te onthouden, kun je denken aan LAMP
Voorste kruisband
L ateraal naar
A nterior
Achterste kruisband
M ediaal naar
P osterior
De snaren van een viool
De snaren kun je onthouden met de zin
Elke Aap Doet Gek
E – A – D – G
Beroerte
Om te onthouden wat de signalen zijn voor een beroerte, kun je denken aan
FAST
F ace (hangen van een zijde van het gezicht)
A rm (één kant van het lichaam zal minder goed kunnen meewerken, arm gaat niet meer goed omhoog)
S peech (iemand praat opvallend anders)
T ime (snel handelen is belangrijk omdat anders geen behandeling met atropine kan worden gestart na 3 uur)
Het verschil tussen de boomklever en de boomkruiper
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
L=L en R=R
De kLever = bLauw
De kRuiper = bRuin
Basis voor kaartgebruik
Om de basis voor het gebruik van kaarten te onthouden, kun je denken aan
POLS
P erspectief
O riëntatie
L egende
S chaal
