Ezelsbruggetjes - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Kopzenuwen

Om de kopzenuwen te onthouden, kun je denken aan de zin
Op Ons Oude TuinTerras Aaide Frieda Achter Glas Vele Afgematte Ramen

O lfactorius
O pticus
O culomotorius
T rochlearis
T rigeminus
A bducens
F acialis
V estibulocochlearis (anatomische aanduiding) 
G lossopharyngeus 
V agus 
A ccessorius 
H ypoglossus

Door Bart

Regarder

Regarder = kijken

Kijk in de garden

Door Cherèl

Compter

Compter = tellen

De computer telt de U niet mee

Door andriy

tekstverbanden

SCOORT U?
S amenvattend
C oncluderend
O orzaak-gevolg
O psommend
R edengevend
T egenstellend
U itleggend/voorbeeldgevend

Door Nienke

Het werkwoord Esse

Deze kun je onthouden door ze op het ritme van de Macarena op te zeggen

Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Sum Es Est
Summus Estis Sunt
Het werkwoord Esse

Door Laurine

De bijwoordelijke bepalingen

De verschillende bijwoordelijke bepalingen kun je onthouden aan de hand van het woord
POTMaR

P laats
O orzaak
T ijd
Ma nier
R eden

Door Sara

Pauo

Pauo = stoppen

Pauo lijkt op pauze, in een pauze stop je ergens even mee

Door Marjon

Cela en eci

Cela eindigt op een A en dus dAt

Ceci eindigt op een i en dus dIt!

Door naromy

Some Say Money Matters

Some Say Money Matters But My Brother Said Big Boobs Matter More

Woord beginnend met S = sensorisch; woord beginnend met M = motorisch; Woord beginnend met B = Beide (Hersenzenuwen: sensorisch of motorisch).
De 12 hersenzenuwen:

n. Olfactorius – Sensorisch
n. Opticus – Sensorisch
n. Oculomotorius – Motorisch
n. Trochlearis – Motorisch
n. Trigeminus – Beide
n. Abducens – Motorisch
n. Facialis – Beide
n. Vestibulocochlearis – Sensorisch
n. Glossopharyngeus – Beide
n. Vagus – Beide
n. Accessorius – Motorisch
n. Hypoglossus – Motorisch

Door Karen

Tafel van 11

Bijv 11 ×54 wat je doet is je pakt het eerste getal van (54) dus 5 dan moet je de twee cijfers bij elkaar optellen (5+4)=9 en dan pak je het laatste getal dus 4 en dan plakje het aan elkaar dus
594 zie je simpel

Door Ayoub

Het verschil tussen < en >

Om het verschil tussen < en > te onthouden, kun je denken aan dit trucje

Als je een K van het teken kan maken, dan betekent het kleiner dan.
Daarom: < betekent kleiner dan!
Het andere teken betekent groter dan, van > kan je geen K maken.
Daarom: > betekent groter dan!

Door Anoniem

Import-Export

IMport lijkt op in en komt dus vanuit een ander land Nederland in

EXport is je ex en gaat dus weg.

Door Miriam

Nederlandse Antillen

Om de Nederlandse Antillen te onthouden, kun je denken aan
ABC – SSS

A ruba
B onaire
C uracao

S ab
S int-Eustasius
S int-Maarten

Door Renske

La randonnée

La randonnée = trektoch

Tijdens een trektocht loop je langs een ravijn en val je over de rand, O NEE!

Door Marjolein

Etiam

Etiam = ook

Koop jij ook bij Miss Et(i)am?

Door Julian

Hele en halve rust

Hele rust –> hangt onder de notenbalk
Halve rust –> ligt op de notenbalk

De hele rust duurt langer dan een halve rust. Omdat de hele rust langer duurt, is deze zwaarder, en daarom hangt deze onder de notenbalk. De halve rust duurt minder lang en is daarom minder zwaar en ligt daarom nog op de notenbalk.

Door Lynn

Servat

Servat = hij beschermt, bewaart, behoudt

Een servet beschermt je tegen vieze kleren

Door Eva

Muzieknoten

Op deze manier kun je onthouden dat de noten maar tot G gaan!

A t/m G en de rest doet niet mee!

Door Marja

Cirkel: omtrek of oppervlakte?

De omtrek is 2 x pi x r
De oppervlakte is pi x r²

Als er 1 r in voor komt, is het dus in meters en dus lengte. Als er r² in voor komt, is het vierkante meters, dus oppervlakte!

Door Rob

Voorzetsels met datief

Gebruik het zinnetje “Met bij nacht van tegenover huis te zijn”

Met = mit
bij = bei
nacht = nach
van = von
tegenover = gegenüber
huis (=Haus) = aus
te = zu
zijn (=sein) = seit

Door Robbe

Grootheden

Om het verschil te onthouden tussen de grootheden van getallen; van laag naar hoog, kun je denken aan
Mijn Bil Trilt (2x)

Miljoen = 1.000.000

Miljard = 1.000.000.000

Biljoen = 1.000.000.000.000

Biljard = 1.000.000.000.000.000

Triljoen = 1.000.000.000.000.000.000
Triljard = 1.000.000.000.000.000.000.000

Door Martijn

Imperfecto uitgangen

aba & ía….. Mamma mia!

Het is mamma mia omdat aba klinkt als ABBA en ía rijmt op Mamma mia

Door Cilia

Tractus

Tractus = trekken

Een tractor trekt dingen

Door Xander

Ne plus

Ne plus betekent niet meer

Je hebt geen paraplu meer nodigt als het niet meer regent

Door Tessa

De Plié

Om te onthouden of de plié naar beneden of omhoog gaat, kun je denken aan de zin

De Plié gaat naar benée

Door Charlotte

Present en Past Perfect

De voorzetsels die met de Present Perfect gaan, kun je onthouden door te denken aan
FYNE JAS

F or
Y et
N ever
E ver

J ust
A lready
S ince

De voorzetsels die met de Past Simple gaan, kun je onthouden door te denken aan
LADY

L ast
A go
D atum
Y esterday

Door joelle

Drink Drank Drunk

Om de volgorde van de vervoegingen van het werkwoord to Drink te onthouden, kun je denken aan

Eerst Drink je de Drank, hiervan wordt je Drunk

Door Anoniem
Home
Alle items
Uploaden