
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
De onderdelen van een plant
De onderdelen van een plant kunnen onthouden worden met BELKO
B ladoksel
E indknop
L id
K noop
O kselknop
Le gant
Le gant betekent de handschoen. Denk hierbij aan een dame op een bal. Die draagt handschoenen en dat staat heel e-le gant.
Planeten in de juiste volgorde
Mijlenver Van Aarde Mag Je Soms Urenlang Niet Plassen
– Mercurius
– Venus
– Aarde
– Mars
– Jupiter
– Saturnus
– Uranus
– Neptunus
– Pluto
SCHERP OF STOMP GRADEN
Scherp= de buitenste en de scherpste strakste lijn
Stomp=de binnenste de ronde lijn.
De randstad
De steden van de randstad kun je onthouden met RAUD
R otterdam
A msterdam
U trecht
D en Haag
complere = vullen
Complere lijkt op compleet
Letterlijk is COMPLERE dus compleet maken, VULLEN
Assenstelsel
Wanneer je vergeten bent of je eerst de verticale of eerst de horizontale lijn moet bekijken, kun je hieraan denken.
Eerst lopen en dan met de lift. Je bekijkt eerst de horizontale lijn en daarna de verticale lijn.
Osmose
Osmose is een proces op basis van diffussie, waarbij een oplossing door een semi-permeabel membraan gaat en alleen vloeistof doorlaat en niet de stoffen
Dit kun je onthouden door OSMOSE zelf
O plossing
SM semi-muur
Hout- en bastvaten
De vaten en hun functie kun je onthouden met de zin
HAnS eet je BOrD leeg
H outvaten vervoeren
An organische stoffen in de
S tijgende sapstroom
Bastvaten vervoeren
OR ganische stoffen in de
D alende sapstroom
Imperfecto uitgangen
aba & Ãa….. Mamma mia!
Het is mamma mia omdat aba klinkt als ABBA en Ãa rijmt op Mamma mia
Modellen voor het verklaren van werking zenuwstelsel
Deze modellen kun je onthouden aan de hand van de zin
Red Coloured Surface Is Hot So Don’t Process Now
R eflexmodel (stimulus-response)
C haosmodel
S timulus-perceptiemodel
I ntentie-actiemodel
H ierarchisch model
S ensomotorische cirkel
D rie (3) units van Luria
P lastisch zenuwstelsel
N euronale groepentheorie
Het verschil tussen this en that
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan I = I en A = A
ThIs = dIchtbij
ThAt = verAf
Het verschil tussen syntagmatisch en paradigmatisch
Dit verschil kun je onthouden door de zin
De Sint loopt horizontaal
Syntagmatisch –> de lineaire (horizontale) opeenvolging van woorden
Paradigmatisch –> de verticale opeenvolging van woorden
Het verschil tussen een kameel en een dromedaris
Om dit verschil te onthouden, kun je naar de lettergrepen kijken
Kameel (2) –> 2 bulten
Dromedaris (4) –> 1 bult
Formule voor prevalentie
Om de formule voor prevalentie te onthouden, kun je denken aan PID
P revalentie =
I ncidentie *
D uur
De Tijdvakken
De tijdvakken kun je onthouden met de zin
Je Gaat Maar Snel Op Ramen Poepen Bij Witte Tantes
J agers en Boeren
G rieken en Romeinen
M onikken en Ridders
S teden en Staten
O ntdekkers en Hervormers
R egenten en Vorsten
P ruiken en Revoluties
B urgers en Stoommachines
W ereldoorlogen
T v en Computers
Een geldig doelpunt bij hockey
ABCD
A anvaller raakt de
B al in de
C irkel en dan is het een
D oelpunt
Het verschil tussen verticaal en horizontaal
Om het verschil tussen verticaal en horizontaal te onthouden, kun je denken aan V = V
Verticaal = vallen, van boven naar beneden
Horizontaal = van links naar rechts
Daarbij kun je ook bedenken dat de horizontaal zo plat is als de horizon.
12 paar hersenzenuwen
Op N. Olfactorius
Ons N. Opticus
Oude N. Occulomotorius
Tuin N. Trohlearis
Terras N. Trigeminus
At N. Abducens
Frits N. Facialis
Verse N. Vestibulo-cochlearis
Groente N Glosso-pharyngeus
Van N Vagus
Albert N Accessorius
Heijn N Hypoglossus
Graan soorten
Deze kun je onthouden met de zin
Hans Gaat Truusje Roepen
H aver
G erst
T arwe
R ogge
