Ezelsbruggetjes - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Voorzetsels ablativus

Pro, cum, sine, a(b), e(x), dé
Die gaan met de ablativus mee.

Door Naomi

Keerkringen

Om het verschil tussen de twee keerkringen te onthouden, kun je denken aan de zin
De kreeft zit op de steenbok

De kreeftskeerkring staat boven de evenaar, de steenbokskeerkrings staat onder de evenaar

Door Anita

Aspro

Aspro = wit.

Denk maar aan een aspirientje, die is ook wit.

Door Junior

Het verschil tussen de boomklever en de boomkruiper

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan

L=L en R=R

De kLever = bLauw

De kRuiper = bRuin

Door H.

gewichten en maten

Kilometer kan
Hectometer het
Decameter dametje
Meter met
decimeter de
Centimeter centimeter
Millimeter meten

Door Rania

Retinēre

Retinere = tegenhouden

Als je iets retourneert, hou je het tegen

Door Hanneke

Maanstanden

Het verschil tussen wassende maan en afnemende maan kun je zien door een denkbeeldig streepje bij de maansikkel te plaatsen.

( | streepje achter de maan = een a(fnemende maan)
|) streepje voor de maan = een b(ijkomende maan)

Door Ron

Gelderland – Arnhem

Gelderland, met als hoofdstad Arnhem

Omdat in de provincie Gelderland geld zit, is de hoofdstad arm

Door Hedwig

Some Say Money Matters

Some Say Money Matters But My Brother Said Big Boobs Matter More

Woord beginnend met S = sensorisch; woord beginnend met M = motorisch; Woord beginnend met B = Beide (Hersenzenuwen: sensorisch of motorisch).
De 12 hersenzenuwen:

n. Olfactorius – Sensorisch
n. Opticus – Sensorisch
n. Oculomotorius – Motorisch
n. Trochlearis – Motorisch
n. Trigeminus – Beide
n. Abducens – Motorisch
n. Facialis – Beide
n. Vestibulocochlearis – Sensorisch
n. Glossopharyngeus – Beide
n. Vagus – Beide
n. Accessorius – Motorisch
n. Hypoglossus – Motorisch

Door Karen

Het verschil tussen kathode en anode

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan KNAP

K athode is
N egatief
A node is
P ositief

Door Silke

Mox

Mox = spoedig, weldra

Als je mok omvalt moet je spoedig een doekje halen

Door Anoniem

onleesbaar = illegible

Het woord illegible… Hoe kan ik dat toch onthouden? Nou ik heb hier een ezelsbruggetje voor je:

Je probeert het Nederlandse woord illegaal te lezen, maar je leest eerder “illegiebel”. Daardoor is het onleesbaar.

De vertaling is dan ook: onleesbaar.

Door Anoniem

Logaritmen en kwadraten

Welk getalletje uit een kwadraat zet je waar in het logaritme??

A^b=C

De uitkomst van het kwadraat moet altijd in de Log komen te staan.

Verder: wie zichzelf vernedert zal verhoogt worden (en andersom)
Dit betekend dat de A omhoog gaat (word het getalletje linksbovenaan de Log) en b gaat naar beneden (word de uitkomst van de Log)

Zo krijg je:
A^b=C -> ^ALog(C)=B

Ook te onthouden als:
□^♡=☆
^□Log(☆)=♡

Door Sandra

De Nederlandse tijdperken

Om de Nederlandse tijdperken te onthouden, kun je denken aan de zin
Sam Koopt Brood In De Bakker

S teentijd
K opertijd
B ronstijd
IJ zertijd

Door Uchke

De Unie van Utrecht

Om de provincies die in de Unie van Utrecht zaten, te onthouden, kun je denken aan de zin
HUGO de GROot Zat Vast

H olland
U trecht
G elderland
O verijssel
GRO ningen
V riesland (!)

Door Sven

Genus Latijn

Het woord genus betekent afkomst, geslacht. Denk daarbij aan genen, die bepalen je geslacht en krijg je van je afkomst.

Door ella

Gevaccineerde ziektes

Om de gevaccineerde ziektes te onthouden, kun je denken aan het acroniem DKTP;BMR

D ifterie
K inkhoest
T etanus
P olio

B of
M azelen
R ode Hond

Door Anke

LE PAS. COMP. AVEC ÊTRE

Om te weten welke werkwoorden met être worden vervoegd in de passé composé moet je “MAARTEN P.R.” onthouden.

Montre <-> descendre
Arriver <-> partir
Aller <-> (re)venir
Rentre
Tomber
Entre <-> sortir
Naître <-> mourir

P.asser
R.etourner

+ les verbes pronominaux

Door Clara

Se raser

gRAS moet je afscheren/snijden. Dus RASer.

Door Pieterjan

Import-Export

IMport lijkt op in en komt dus vanuit een ander land Nederland in

EXport is je ex en gaat dus weg.

Door Miriam

Scheidingsmethoden

De scheidingsmethoden die je voor het examen moet weten beginnen, lopen bijna gelijk met het alfabet. Alleen de G en de H worden overgeslagen.
A-adsoberen
B-bezinken
C-centrifugeren
D-destilleren
E-extraheren
F-filtreren
I-indampen

Door Fenna

topografie tip!

rozen zijn rood violen zijn blauw de hoofdstad van Polen is Warschau

Door Anoniem

Uitgangen praeses

Om de uitgangen o-s-t-mus-tis-nt niet meer uit je hoofd te krijgen zoek je op youtube op latijn is stampen.

(https://www.youtube.com/watch?v=Fh_BqcXEfMs)

Door anna

Uiteenzetting

Om te onthouden wat een uiteenzetting is, kun je denken aan UIT = UIT

UITeenzetting = UITleg

Door Kim

Hoofdconcepten MAW

VoetBalVerenigingVenlo

Vorming
Binding
Verhouding
Verhouding

Door Cathelijn

Nager

Nager = zwemmen

Nager lijkt op naakt,

dus zou je kunnen onthouden: naakt zwemmen

Door Anno

Wiskundige verbanden

Om de verschillende wiskundige verbanden te onthouden, kun je denken aan WELKOM

W ortelverbanden
E xponentiële verbanden
L ineaire verbanden
K wadratische verbanden
O mgekeerd evenredige verbanden
M achtsverbanden

Door Joyce

Eilanden van nederland

je kan alle eilanden van Nederland onthouden door het volgende ezelsbruggetje: TVTAS
T: Texel
V: Vlieland
T: Terschelling
A: Ameland
S: Schiermonnikoog

Door het gebruik van dit ezelsbruggetje staan ze direct allemaal in de goede volgorde

Door kees

Cogitare

Cogitare = nadenken

Bij het gitaar spelen moet je nadenken. 

Door Arenda

Rester

Rester = blijven

De rest blijft over

Door Michaël
Home
Alle items
Uploaden