
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
De gaswet
Om de gaswet te onthouden, kun je denken aan
Patrick Voskamp is een NeRT (!)
p*V = n*R*T
p = Druk
V = Volume
n = aantal
R = T = temperatuur
Volgorde bytes
Om de volgorde te onthouden kan je denken aan het zinnetje “Bruine Kangoeroes maken geen troep”
Bruine = byte
Kangoeroes = Kilobyte
Maken = megabyte
geen =gigabyte
troep= Terrabyte
spijsvertering
mond=m
slokdarm=s
maag=ma
twaalfvlingerige=t
dunne darm=d
dikke darm=di
endeldarm=e
anus=a
Ontleden van een zin
Voor het ontleden van zinnen:
Piet Gaat Zeilen Op Lange Malle Boot.
Piet = persoonsvorm (eerste werkwoord)
Gaat = gezegde (alle werkwoorden in de zin)
Zeilen = zinsdelen
Op = onderwerp (wie/wat + persoonsvorm = onderwerp)
Lange = lijdend voorwerp (wat/wie + persoonsvorm + onderwerp = lijdend voorwerp)
Malle = meewerkend voorwerp (aan wie/voor wie + persoonsvorm + onderwerp + lijdend voorwerp = meewerkend voorwerp)
Boot = niks ;p gewoon om makkelijk te onthouden!
Strategos
Ho strategos = legeraanvoerder
Denk aan stratego, een spel waarbij je dingen moet veroveren
planeten volgorde
Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nieuwe Pyjama
M= mercurius
V= venus
A= aarde
M= mars
J= Jupiter
S= Saturnus
U= Uranus
N= neptunus
P= pluto
De voorzetsels bij Der
De voorzetsels die met Der samengaan, kun je onthouden door het acroniem DJ WAMS
D ies –> deze
J ed –> iedere, menig
W elch –> welke
A ll –> alle(s), iedereen
M anch –> sommige, menig
S olch –> zulke
Wiskundige vergelijking (x,y)
Als je tussen haakjes werkt, komt eerst de x en dan de y. De x staat ook eerder in het alfabet.
Löss-landschap
LÖSS-landschap is een landschap dat ontstaan is in de IJstijd, doordat zeer fijne LOSSE deeltjes stof mee waaiden met de wind, naar Zuid-Nederland. Het is een zeer kalkrijk en vruchtbaar landschap.
Geologisch tijdperken
Petra’s Coole Oma Snoept Donkere Chocolade Pepernoten Terwijl Jan Kazige Tosti’s Kaant
P = Precambrium
C = Cambrium
O = Ordovicium
S =Siluur
D =Devoon
C = Carboon
P =Perm
T =Trias
J =Jura
K = Krijt
T = Tertiar
K = Kwartair
Edelgassen
Om de edelgassen te onthouden, kun je denken aan de zin
NEe HE, ARmani en KRis zijn ook niet in de RAbobank of de XEnos
Ne on
He lium
AR gon
KR Krypton
Ra don
Xe non
Het verschil tussen zuur en basisch
Bij de lakmoesproef kan je zien welke kleur staat voor zuur en welke voor basisch door te denken aan
R = R en B = B
Rood is zuuR
Blauw is Basisch
De wet van Ohm
Deze kun je onthouden aan Oom RUDI
Ohm –> R = U/I
R = weerstand
U = spanning
I = stroomsterkte
Duitse postcodes
Om de volgorde van de Duitse postcodes te onthouden kun je gebruik maken van de zin
Boer Harms Hoort De Koe Flink Stampij Maken
B erlijn – 1000
H amburg – 2000
H anover – 3000
D usseldörf – 4000
Köln – 5000
F rankfurt – 6000
S tutgart – 7000
M ünchen – 8000
Voorzetsels met vierde naamval
Sommige voorzetsels hebben automatisch de vierde naamval bij zich. Deze voorzetsels zijn te onthouden met het ezelsbruggetje DOFEGUB (doof visje):
D urch
O hne
F ür
E ntlang
G egen
U m
B is
Deze zin werkt ook:
De Feestelijke Ober Uit Griekenland Eet Bananen.
Dès que
Dès que = zodra
1. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dekken.
Wordt:
2. Zodra ik thuis ben, ga ik mijn tafel dès que
Formule voor snelheid
Om de formule voor snelheid te onthouden, kun je denken aan snelheidsborden. Deze geven bijvoorbeeld 50 km/u aan. Hieruit kun je afleiden dat de afstand gedeeld door de tijd de snelheid berekent
v = s/t
v = snelheid
s = afstand
t = tijd
Aantal wervels
Het aantal nekwervels van de mens zijn er net zoveel als de dagen van de week, dus zeven.
Het aantal borstwervels zijn er net zoveel als de maanden van het jaar, dus twaalf.
Het aantal lendewervels houd je over als je 12 – 7 doet, dus vijf.
Het verschil tussen cela en ceci
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
A=A en I=I
CelA = dAt
CecI = dIt
Grote steden van Oostenrijk
De vijf grote steden van Oostenrijk kun je onthouden met de zin
In Salzburg Lijkt Water Grijs
I nnsbruck
S alzburg
L inz
W enen
G raz
Het verschil tussen debiteren en crediteren
Dit verschil kun je onthouden met de volgende zin
Bij de V&D naar de WC
In het boekhouden worden
V erliezen ge
D ebiteerd en
W insten ge
C rediteerd
Nevenschikkende voegwoorden
Om de nevenschikkende voegwoorden te onthouden, kun je denken aan WANDMODE
W ant
A lsmede
N och
D och
M aar
O f
D us
E n
