Biologie Archives - Pagina 2 van 4 - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Het verschil tussen homo-en heterozygoot

Om het verschil tussen homozygoot en heterozygoot, kun je denken aan homo- en heteroseksueel

Homozygoot = dezelfde allelen voor één eigenschap
Heterozygoot = twee verschillende allelen voor één eigenschap

Door Marieke

Taxonomische indeling dierenrijk

Om de ordening van het dierenrijk in te delen, kun je denken aan de zin
Als Kleine Otters Fietsen Gaan Stelen

A fdeling
K lasse
O rde
F amilie
G eslacht
S oort

Door Maria

Het verschil tussen onverzadigd en verzadigd vet

Om te onthouden welke van de twee goed of slecht zijn, kun je denken aan
O = O

Onverzadigd vet = Oké, deze verkleinen de kans op hart- en vaatziekten
Verzadigd vet = Niet oké

Door Meta

Cellen …

C /chocolade
W/was
O/ooit
S/super
O/ongezond

Door Katje

Het verschil tussen Flora en Fauna

Om het onderscheid te onthouden, kun je denken aan
L = L

FLora = pLanten
Fauna = dieren

Door Marie

Permeabel membraan

Om te onthouden wat een permeabel membraan is, kun je denken aan
Per = per

Permeabel membraan = permissive membrane –> doorlaatbaar membraan

Door George

Indeling dierenrijk

Ergens in September Hoort Willie Wortel Gekke, Slimme Grappen.

E = eencelligen
S = sponzen
H = holtedierne
W = wormen
W = weekdieren
G = geleedpotigen
S = stekelhuidigen
G = gewervelden

Door Anna

Levensverschijnselen

De levensverschijnselen van een gewervelde kun je onthouden aan de hand van de zin
Alle Vogels Uit het Bos Worden Groot met Vis

A demhalen
V oeden
U itscheiden
B ewegen
W aarnemen
G roeien
V oortplanten

Door Linda

De lagen van de biologie

Om alle lagen van levende systemen waar de biologie zich mee bezighoudt, van hoog naar laag, te onthouden, kun je denken aan
Becpoot.com

B iosphere

E cosphere
C ommunity

P opulation
O rganism
O rgan
T issue
C ell

O rganelle
M olecule

Door Selinde

Botten in handen en voeten

Deze botten kun je onthouden met de zin
Van Mijn Handen Tot Mijn Voeten, Haha

V ingerkootjes
M iddenhandsbeentjes
H andwortelbeentjes
T eenkootjes
M iddenvoetsbeentjes
V oetwortelbeentjes
H ielbeen

Door Sharon

Organismen

Om de organismen van groot naar klein te onthouden, kun je denken aan
O, o, o, wc

O rganisme
O rgaanstelsel
O rgaan
W eefsel
C el

Door Evie

De onderdelen van een plant

De onderdelen van een plant kunnen onthouden worden met BELKO

B ladoksel

E indknop

L id

K noop

O kselknop

Door Maartje

Assimiliatie en Dissimiliatie

A = A
D = D

Assimiliatie = Aanbouw –> De opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen

Dissimiliatie = Destructie –> De afbraak van organische moleculen tot kleinere moleculen

Door Esther

Organisatieniveaus

Altijd Moet Celon Cellen Wegen Onder Orgels, Ook Planten Leven Ergens Binnen of Buiten

A: atoom
M: molecuul
C: celorganel
C: cellen
W: weefsel
O: orgaan
O: orgaanstelsel
O: organisme
P: populatie
L: levensgemeenschap
E: ecosysteem
B: bioom
B: biosfeer

Door Evy

DNA wenteltrap

A Tegenover T (van Tegenover)

G Contra C ( van Contra)

Door Pien

Het verschil tussen xyleem en floëem

Om te onthouden hoe water wordt getransporteerd door de vaten van een plant, kun je denken aan K-klank = K en F = F-klank

Xyleem (de houtvaten) = water door deze vaten moet omhoog Klimmen
Floëem (de bastvaten) = water Vloeit door deze vaten heen

Door Selinde

Het verschil tussen omnivoor, carnivoor en herbivoor

Om dit te onthouden kun je denken aan het Latijn, waar het vandaan komt

Carne = vlees –> carnivoor = vleeseter
Herba = plant –> herbivoor = planteneten
Omni = alles –> omnivoor = alleseter

Door Lindsay

De levensstadia van een koolwitje

Om de levensstadia te onthouden, kun je denken aan de zin
Evert Rijdt Plots Verkeerd

E i
R ups
P op
V linder

Door Dinja

De lagen van de opperhuid

Om de lagen van de opperhuid van buiten naar binnen te onthouden, kun je denken aan de zin
Hoor Daar Komt Sint Binnen

H oornlaag
D oorschijnende laag
K orrellaag
S tekellaag
B asaalcellenlaag

Door Martine

Autotroof – Heterotroof

Autotroof –> A van Anorganisch. Halen dus energie uit Anorganische stoffen en zonlicht

Heterotroof –> Hetero’s zijn verliefd op organismen van het andere geslacht. Halen dus energie uit organische stoffen (andere organismen).

Door George

Organische stoffen

Deze kun je onthouden met het acroniem KaPSaLoN

K oolstofverbindingen
S achariden
L ipiden
P roteïnen
N ucleïnezuren

Door Evy

Bindingen stikstofbasen in DNA

In DNA maken heb je A, C, G en T.

Om te onthouden welke stikstofbase met welke verbonden is gebruik je:

AppelTaart (A-T)
CitroenGebak (C-G)

Door Eva

Ordening biologie

Rijke (1) Spanjaarden (2) Krijgen (3) Op (4) Familiefeesten (5) Grote (6) Stukken (7) Rosbief (8)

1. Rijken
2. Stammen
3.Klassen
4. Orde
5. Familie
6. Geslacht
7. Soort
8. Ras

 

leerjaar 1 – biologie voor jou VWO

Door Yente

Het verschil tussen sytole en diastole

Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan S = S en DI = DI

Sytole = Samentrekken
DIastole = DIvers, uit elkaar –> ontspannen

Door Anoniem

verbranding

Veel Grijze Zeehonden Eten Wekelijks Kabeljauw.

Verbranding
Glucose
Zuurstof
Energie
Water
Koolstofdioxide

Door Anoniem

Het centrale dogma

Het centrale dogma mechanisme:
1. Replicatie
2. TransCriptie
3. TransLatie

De C komt voor de L dus transcriptie komt voor translatie in het mechanisme.

(Daarnaast is de R ook voor de T in het alfabet)

Door Thanh

Functies steunweefsels

De functies van steunweefsels kun je onthouden met BOOT VS

B escherming
O pslag
O ndersteuning
T ransport
V erbinding
S tevigheid

Door Justin

Proces in histologisch lab

Pas Als U Iets Snijdt Kan Controle Plaatsvinden;
Postkamer
Administratie
Uitsnijkamer
Inbedruimte
Snijruimte
Kleurruimte
Controle
Patholoog

Door Martine
Home
Alle items
Uploaden