
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Modale werkwoorden
mogen=dürfen
kunnen=können
lusten=mögen
moeten=müssen
moeten=sollen
willen=wollen
weten=wissen
Mag jij, wil jij, lust jij dat wel? Moet ik, moeten wij, willen we dat weten?
Darfst du, kannst du, magst du das wel? Muss ich, sollen wir, wollen wir das wissen?
Uit je hoofd en zo weet je de betekenis
Wanneer ‘die’ als voorzetsel
Woorden die eindigen op ‘skiehut’ hebben het lidwoord ‘die’ voor het zelfstandig naamwoord:
S chaft
K eit
I on
E i
H eit
U ng
T ät
De voorzetsels bij Der
De voorzetsels die met Der samengaan, kun je onthouden door het acroniem DJ WAMS
D ies –> deze
J ed –> iedere, menig
W elch –> welke
A ll –> alle(s), iedereen
M anch –> sommige, menig
S olch –> zulke
Harde en zachte klanken
De harde ‘ch’ gebruik je bij de klinkers van AUtO.
De zachte ‘ch’ gebruik je bij de klinkers van EI.
Een auto is harder dan een ei.
4e naamval voorzetsels
Om de voorzetsels uit de 4e naamval te onthouden kun je zeggen:
Bier Uit Een Flesje Dood Geen Oudjes
Bis
Um
Entlang
Durch
Gegen
Ohne
Voorzetsels met de dativ
Om te onthouden welke voorzetsels met de dativ gaan, kun je het volgende rijmpje op het deuntje van Vader Jacob zingen
Aus bei mi-it, aus bei mi-it
Von zeit zu, von zeit zu
Immer mit dem dativ, immer mit dem dativ
Gegen über nach, gegen über nach
GANS von BAMZE
Gegenüber – tegenover
Aus – uit
Nach – naar/na/volgens
Seit – sinds
VON – van
Bei – bij
Außer – behalve
Mit – met
Zu – naar/ bij
Entgegen – tegemoet
auto
weet je niet welke klinkers een umlaut krijgt?
alle klinkers in AUTO krijgen een umlaut(ä)
Lied 3e naamval + de rest
1. Zing het deze tekst op de melodie van vader jacob:
Aus bei mit nach
aus bei mit nach
seid von zu
seid von zu
außer gegenuber
außer gegenuber
entgegen
entgegen
2.
Rechts En Snel Evacueren
Snel Rechts Snel Rechts
Maar Rechts Mag Niet
Niet Eerst Snel Eten
ik hoop dat jullie er wat aan hebben. zo heb ik het geleerd.
Lidwoorden
Mannelijk: Rare Sam Moet Naaien =
deR, deS, deM, deN
Onzijdig: Schone Sam Moet Slapen =
daS, deS, deM, daS
Vrouwelijk: IEmand Raakt Rachel In Eens =
dIE, deR, deR, dIE
Meervoud: IEmand Raakt Nina In Eens =
dIE, deR, deN, dIE
de Dativ voorzetsels
ZAAGMENS BV
Z = zu
A = aus
A = außer
G = gegenüber
M = mit
E = entgegen
N = nach
S = seit
B = bei
V = von
De werkwoorden met een umlaut op de a
AFGeFFaLLen WerkWoorden Hebben STresS
A nfangen
F angen
G efallen
F allen
F ahren
L aufen
L assen
W aschen
W achsen
H alten
S chlagen
T ragen
S chlafen
De voorzetsels bij de akkusativ
De voorzetsels bij de akkusativ zijn te onthouden met de zin
Beer Doodt Geen Oudtjes En Fietst Uren
B is
D urch
G egen
O hne
E ntlang
F ur
U m
voorzetsels accusativus
DOFE GUB:
D – durch
O – ohne
F – für
E – entlang
G – gegen
U – um
B – bis
Voorzetsels met datief
Gebruik het zinnetje “Met bij nacht van tegenover huis te zijn”
Met = mit
bij = bei
nacht = nach
van = von
tegenover = gegenüber
huis (=Haus) = aus
te = zu
zijn (=sein) = seit
Naamvallen aanvallen
Alle uitgangen in de Der-groep:
1: RESE
3: MRMN
4: NESE
Man/Vrouw/Onz./Meerv.
Dus je zegt gewoon: rese, mirmin, nese, en de tweede naamval is SRSR maar die gebruik je niet zo vaak.
Bij de ein-groep haal je alleen 1e MO weg en 4e O (Mannenlijk/Onzijdig krijgen geen uitgang)
Duitse postcodes
Om de volgorde van de Duitse postcodes te onthouden kun je gebruik maken van de zin
Boer Harms Hoort De Koe Flink Stampij Maken
B erlijn – 1000
H amburg – 2000
H anover – 3000
D usseldörf – 4000
Köln – 5000
F rankfurt – 6000
S tutgart – 7000
M ünchen – 8000
