Duits Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

ADie (AltijdDie)

Als je bij Duits het meervoud gebruikt, dan is het lidwoord “die”

Door Anne

Voorzetsels van Dativ

Altijd Bij Moeder Naar Sport Vereniging op Zaterdag

Aus
Bei
Mit
Nach
Seit
Von
Zu

Door Thies

Das Märchen

das Märchen = het sprookje

Das Märchen lijkt op das Mädchen (het meisje).  In (bijna) elk sprookje komt wel een meisje/vrouw voor.

Door Myrthe

Duitse postcodes

Om de volgorde van de Duitse postcodes te onthouden kun je gebruik maken van de zin
Boer Harms Hoort De Koe Flink Stampij Maken

B erlijn – 1000
H amburg – 2000
H anover – 3000
D usseldörf – 4000
Köln – 5000
F rankfurt – 6000
S tutgart – 7000
M ünchen – 8000

Door J.

GANS von BAMZE

Gegenüber – tegenover
Aus – uit
Nach – naar/na/volgens
Seit – sinds

VON – van

Bei – bij
Außer – behalve
Mit – met
Zu – naar/ bij
Entgegen – tegemoet

Door Michelle

Duitse Getallen

Om de Duitse getallen te onthouden, kun je denken aan dit rijmpje

Ein, Zwei, Polizei
Drei, Vier, Offisier
Fünf, Zechs, Alte Heks
Sieben, Acht, Guten Nacht
Neun, Zehn, Auf Wiedersehen!

Door Roos

Uitgangen van Duitse werkwoorden (tegenwoordige tijd)

De uitgangen van Duitse regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vormen samen het woord (fe)esttenten:

(ich) wohn e

(du) wohn st

(er) wohn t   
(wir) wohn en

(ihr) wohn t 
(sie) wohn en

Door Max

Dieb

Dieb = boef

Probeer dieb als een acroniem te zien, DIEB

D at
I s
E en 
B oef

Door Vera

Vorvahren

Vorvahren= voorouders

Diegenen die voor je waren zijn je voorouders

Door Daniil

De werkwoorden met een umlaut op de a

AFGeFFaLLen WerkWoorden Hebben STresS

A nfangen
F angen
G efallen
F allen
F ahren
L aufen
L assen
W aschen
W achsen
H alten
S chlagen
T ragen
S chlafen

Door Seher

GOUDBEF 4e naamval

Gegen – tegen
Ohne – zonder
Um – om
Durch – door
Bis – tot
Entlang – langs
Für – voor

Door Michelle

Werkwoorden bij de derde naamval

De werkwoorden die met de derde naamval gaan, kun je onthouden met de zin
Gelieve Geen Grote Kado’s Geven Hartelijk Dank

G lauben

G ehören

G ratulieren

H elfen

D anken 

Door Mary

De voorzetsels bij de akkusativ

De voorzetsels bij de akkusativ zijn te onthouden met de zin
Beer Doodt Geen Oudtjes En Fietst Uren

B is
D urch 
G egen 
O hne 
E ntlang 
F ur 
U m

Door Paul

Keuzevoorzetsels Duits

In Andere Achterbuurten Hebben (mensen) Uiteraard Nooit Zeeën Uien (zien) Vliegen

In = in, naar
An = aan, bij, naar
Auf = op
Hinter = achter
Unter = onder
Neben = naast
Zwischen = tussen
Über = boven, over
Vor = voor

Door Anoniem

Zelt

Das Zelt = de tent

Zelt lijkt op zeil en voor een tent heb je een zeil nodig.

Door Moniek

Modale werkwoorden

mogen=dürfen
kunnen=können
lusten=mögen
moeten=müssen
moeten=sollen
willen=wollen
weten=wissen

Mag jij, wil jij, lust jij dat wel? Moet ik, moeten wij, willen we dat weten?

Darfst du, kannst du, magst du das wel? Muss ich, sollen wir, wollen wir das wissen?

Uit je hoofd en zo weet je de betekenis

Door Mirjam

Voorzetsels met de 3e naamval

Op deuntje van vader Jacob

aus bei mit nach
aus bei mit nach
Seit von zu
Seit von zu
Auber genüber
Auber genüber
Ent-ge-gen
Ent-ge-gen

Door Anoniem

Umlaut

Alle medeklinkers uit het woord Auto krijgen een ümlaut

Door jacco

Regelmatige ww

Feesttenten
Je hakt FE ervan af
WohnE
WohnST
WohnT

WohnEN
WohnT
WohnEN

Door Eef

Lied 3e naamval + de rest

1. Zing het deze tekst op de melodie van vader jacob:

Aus bei mit nach
aus bei mit nach
seid von zu
seid von zu
außer gegenuber
außer gegenuber
entgegen
entgegen

2.
Rechts En Snel Evacueren
Snel Rechts Snel Rechts
Maar Rechts Mag Niet
Niet Eerst Snel Eten

ik hoop dat jullie er wat aan hebben. zo heb ik het geleerd.

Door Anoniem

Das Angebot

das Angebot = de aanbieding

Denk maar aan het aanbod

Door Kelsayney

voorzetsels accusativus

DOFE GUB:

D – durch
O – ohne
F – für
E – entlang

G – gegen
U – um
B – bis

Door Elina

Dativ voorzetsels

Zaagmens BV

Z= zu
a= aus
a= außer
g= gegenüber
m= mit
e= entgegen
n= nach
s= seit

B= bei
V= von

Door Daniël

De werkwoorden met der, die & das

Er zijn 8 bijvoeglijke naamwoorden die net zo vervoegd worden als der, die & das. Deze kun je onthouden met de zin
Deze Week Maakt Sanne Alle Jongens Jaloes

D ieser
W elcher

M ancher

S olcher

A ller

J ener

J eder

Door Anoniem

Harde en zachte klanken

De harde ‘ch’ gebruik je bij de klinkers van AUtO.

De zachte ‘ch’ gebruik je bij de klinkers van EI.

Een auto is harder dan een ei.

Door Jacco
Home
Alle items
Uploaden