
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
De kastenstelsels van India
De volgorde van de kastenstelsels van India kun je onthouden met de zin
Ben Kei Veel Snoep Winkels Doorgelopen
B rahmanen
K shatriaya’s
V aishya’s
S hudra’s
D alits
Leestrategieën
Kleine Vriend Zei Niet Stelen.
K: kritisch lezen
V: verkennend lezen
Z: zoekend lezen
N: nauwkeurig lezen
S: studerend lezen
De provincies
De 12 provincies van Nederland kan je onthouden met de volgende zin:
Niemand Uit NederLand Geeft Grote Feesten Omdat Dat Flauwekul Zou Zijn
N oord-Holland
U trecht
N oord-Brabant
L imburg
G roningen
G elderland
F riesland
O verijssel
D renthe
F levoland
Z uid-Holland
Z eeland
GOUDBEF 4e naamval
Gegen – tegen
Ohne – zonder
Um – om
Durch – door
Bis – tot
Entlang – langs
Für – voor
Technisch tekenen
Om de verschillende vormen van technisch tekenen te onthouden, kun je denken aan VESP
V erklarende tekeningen
E xploded view tekeningen
S triptekeningen
P rojecttekeningen
Tekstverbanden
Om de tekstverbanden te onthouden kun je gebruik maken van het acroniem CCORVOT
C oncluderend
C hronologisch
O psommend
R edengevend
V ergelijkend
O orzakelijk
T egenstellend
Het verschil tussen omnivoor, carnivoor en herbivoor
Om dit te onthouden kun je denken aan het Latijn, waar het vandaan komt
Carne = vlees –> carnivoor = vleeseter
Herba = plant –> herbivoor = planteneten
Omni = alles –> omnivoor = alleseter
Het verschil tussen où en ou
Oú = waar
Ou = of
Je kunt hierbij denken aan de vraag; waar is het streepje?
Als het streepje erop staat, is het óu –> waar
De bijnierschors
Om de lagen van de bijnierschors, van buiten naar binnen, te onthouden, kun je denken aan GFR
G lomerulose zona
F asciculata zona
R eticularis zona
Factoren van 5 vermenigvuldigen
Om 25×25 gemakkelijk te berekenen, kun je dit trucje gebruiken.
20×30 = 600 + 5×5= 25, dus 25×25 = 625
Dit werkt bij alle factoren van 5
Bijvoorbeeld;
75×75 = 5625 –> 70×80= 5600 + 5×5=25 –> 5625
Verschillende landschapstypes
Bij Wie Gaan Belgen Lopen In Toeristische Steden
Boslandschap
Woestijnlandschap
Graslandschap
Berglandschap
Landbouwlandschap
Industrielandschap
Toeristisch landschap
Stedelijk landschap
Bruine Boon
De onderdelen van een bruine boon kun je onthouden met HaNaPoZa
Ha rtvormig bultje
Na vel
Po ortje
Za adhuid
Ooster- en westerschelde
Als je met je neus naar de Noordzee staat, zie je in het Oosten de Oosterschelde en in het Westen de Westerschelde
De kleuren op een snookertafel
Een manier om de volgorde van de Balk-End kleuren op een snooker tafel te onthouden, is te denken aan de zin
God Bless You
G reen
B rown
Y ellow
(Gezien vanaf de Balk-End kant van de tafel, dus daar waar de ballen het dichtst bij liggen).
De uitgang EAU
Om de uitgang -eau te onthouden, kun je het zien als een acroniem. EAU
E en
A kelige
U itgang
Hoofdstad Bulgarije
Je kunt de hoofdstad van Bulgarije onthouden door de zin : SOFIA heeft een BULt. Sofia van de hoofdstad en Bult van BULgarije
Invloeden bij zwangerschap
Om de onthouden welke slechte invloeden bij zwangerschap een rol kunnen spelen, kun je denken aan de zin
Rex Dook Achter Mijn Zetel
R oken
D rugs
A chter
M edicijnen
Z iekten
De komma
Om te onthouden wat er met de komma gebeurt bij vermenigvuldigen en delen, kun je denken aan
R = R en L = L
KeeR = Komma naar Rechts
DeLen = Komma naar Links
Edelgassen
Om de edelgassen te onthouden, kun je denken aan de zin
NEe HE, ARmani en KRis zijn ook niet in de RAbobank of de XEnos
Ne on
He lium
AR gon
KR Krypton
Ra don
Xe non
De volgorde van netwerknamen
De volgorde waarin netwerknamen worden vertaald naar IP-adressen kun je onthouden met de zin
Cute White Babies Love Hairy Dogs
C ache
W INS
B roadcast
L Mhosts
H osts
D NS
Noorwegen Zweden Finland
Niet Zo Fris
Of Stinkt Het;
Volgorde landen: Noorwegen,Zweden, Finland.
Oslo Stockholm Helsinki
Blauwe en Witte Nijl
Het verschil tussen de witte en de blauwe Nijl kun je uit elkaar houden door de L in blauw
Dit is ook de L van Links
Goniometrie
Cosinus –> Cas : aanliggend / schuin
Sinus –> Sos: overstaand/ schuin
Tangens –> Toa: overstaand/aanliggend
