
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
De tijdsperiodes
De verschillende tijdsperioden in de geschiedenis kun je onthouden met de zin
Piet Smits Kaatst Mini Nootjes Naar Erik
P rehistorie
S troomculturen
K lassieke oudheden
M iddeleeuwen
N ieuwe tijd
N ieuwste tijd
E igen tijd
De eigenschappen van transformaties
Deze eigenschappen kun je onthouden met het acroniem AHOE
A anpassen
H oekgrootte
O mega
E enheid
Signaalwoorden voor een redengevend verband
Deze signaalwoorden kun je onthouden aan de hand van de zin
Op Woensdag Draag Ik Nooit Handschoenen Zonder Veters
O mdat
W ant
D aarom
I mmers
N amelijk
H ierdoor
Z odoende
V anwege
Tekststructuren
De verschillende structuren kun je onthouden aan de hand van HOPOV
H andelingsstructuur
O nderzoeksstructuur
P robleemstructuur
O piniestructuur
V ergelijkingsstructuur
Geleiders en isolatoren
Wist je dat:
Metalen goed elektriciteit geleiden?
Maar ook goed geluid kunnen geleiden?
En ook goed warmte kunnen geleiden?
En dat de isolatoren van elektriciteit meestal ook slecht zijn in het geleiden van warmte en geluid?
Volgorde bytes
Om de volgorde te onthouden kan je denken aan het zinnetje “Bruine Kangoeroes maken geen troep”
Bruine = byte
Kangoeroes = Kilobyte
Maken = megabyte
geen =gigabyte
troep= Terrabyte
Omrekenen
Om te onthouden dat 1 kilo = 2 pond = 10 ons, kun je het volgende doen
Breng je handen samen (1 kilo), maak nu twee vuisten (2 pond), laat al jouw vingers zien (10 ons)
Het verschil tussen kathode en anode
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan KNAP
K athode is
N egatief
A node is
P ositief
Het proces van ontkiemen
Dit proces kun je onthouden met de zin
Wat Zullen We Stelen, Bas?
W ater wordt opgenomen
Z aadhuid barst open
W ortel komt naar buiten
S tengel komt naar buiten
B laadjes komen naar buiten
Het omrekenen van mollen
Om te onthouden in welke volgorde je mollen om kunt rekenen, kun je denken aan
Liever Geen Melk
L iter
G ram
M ol
Sterke werkwoordsvervoegingen
Engelse sterke werkwoorden worden meestal vervoegd via de Miauw-regel
IAU
Voorbeeld: To drink, drank, drunk
Aantal dagen in de maand
De knokkels van je hand helpen! De hoge knokkels staan voor 31 dagen, de lage voor 30 dagen (en in februari 28 of 29). Begin links op je hand bij de hoge knokkel (Januari), en ga zo maar door.
Vetus
Vetus = oud
Denk bijvoorbeeld aan een oorlogsveteraan. Dat is vaak een oud persoon.
Kenmerken concurrentiekracht
Om de vijf kenmerken die bij concurrentiekracht horen te onthouden, kun je denken aan POMOT
P roductiefactoren
O ndernemersgeest
M arktorganisatie
O verheid
T oevalsfactoren
Containerpolitiek
Zie het communisme als een container. de container mag niet groter worden dan dat t al is
cogitare
cogitare = nadenken
als je een kogel door je hoofd krijgt kan je niet meer nadenken.
Hoofdsteden Roemenië en Hongarije
De Boeddha heeft honger en gaat dus naar HONGArije (Boedapest) en door een boek krijg je roem dus Boekarest ligt in Roemenië
Lagen van de opperhuid
Deze kun je onthouden met de zin
Bas Steekt Kor Door Hoofd
B asaalcellenlaag
S tekelcellenlaag
K orrellaag
D oorschijnende laag
H oornlaag
Onze Redelijk-Verwarde Opa Drinkt Veel Te Vaak Thee met Sappige Cookies
Verbanden van signaalwoorden voor Examen
Onze: Oorzaak-gevolg
Redelijk-Verwarde: Reden/Verklaring
Drinkt: Doel-middel
Veel: Vergelijking
Te: Tegenstelling
Vaak: Voorwaarde
Thee: Toelichting
met
Sappige: Samenvatting
Cookies: Conclusie
De buurlanden van Oostenrijk
Om de buurlanden van Oostenrijk te onthouden, kun je denken aan de zin
Daar Traint Sinterklaas Hard Studerend In Zwitserland
D uitsland
T sjechië
S interklaas
H ongarije
S lovenië
I talië
Z witserland
afgeleide van een breuk
als je de afgeleide van een breuk neemt gebruik dan:
NAT-TAN
————— (gedeelddoorstreep)
N²
NAT = Noemer x Afgeleide Teller
TAN = Teller x Afgeleide Noemer
N² = Noemer²
Beroerte
Om te onthouden wat de signalen zijn voor een beroerte, kun je denken aan
FAST
F ace (hangen van een zijde van het gezicht)
A rm (één kant van het lichaam zal minder goed kunnen meewerken, arm gaat niet meer goed omhoog)
S peech (iemand praat opvallend anders)
T ime (snel handelen is belangrijk omdat anders geen behandeling met atropine kan worden gestart na 3 uur)
Patient
Patiënt betekent geduldig.
Als een patient in de wachtkamer op de dokter zit te wachten moet hij heel geduldig zijn.
