
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Het verschil tussen thursday en tuesday
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan R = R
ThuRsday = DondeRdag
Tuesday = Dinsdag
Drink Drank Drunk
Om de volgorde van de vervoegingen van het werkwoord to Drink te onthouden, kun je denken aan
Eerst Drink je de Drank, hiervan wordt je Drunk
Het verschil tussen AM en PM
Het verschil tussen AM en PM, kun je onthouden door ze als acroniem te beschouwen
AM –> Akelige Morgen (dus in de ochtend)
PM –> Prettige Middag (dus in de middag)
Bijvoeglijke naamwoorden vóór het zelfstandig naamwoord
De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord moeten, passen precies in de melodie van Jingle Bells. Zo kan je ze onthouden.
Grand petit,
Beau jolie,
Jeune hoort erbij.
Vi-eux gros,
Bon noveau,
Ja dat is de rij!
4e naamval voorzetsels
Om de voorzetsels uit de 4e naamval te onthouden kun je zeggen:
Bier Uit Een Flesje Dood Geen Oudjes
Bis
Um
Entlang
Durch
Gegen
Ohne
GANS von BAMZE
Gegenüber – tegenover
Aus – uit
Nach – naar/na/volgens
Seit – sinds
VON – van
Bei – bij
Außer – behalve
Mit – met
Zu – naar/ bij
Entgegen – tegemoet
Tekstdoelen
Alle Ossen In Opa’s Akker
Amuseren
Overtuigen
Informeren
Opiniëren
Activeren
Delen door nul
Delen door nul. Kan dat nou wel of niet?
Met dit ezelsbruggetje vergeet je het nooit meer:
‘delen door nul is gelul’
Oftewel delen door nul is onzin want het kan gewoon niet.
Elementen die bestaan uit twee dezelfde atomen
Deze elementen bestaan uit twee dezelfde atomen
Have – Waterstof (H)
No – stikstof (N)
Fear – fluor (F)
Of – zuurstof (O)
Ice – Jood (I)
Cold – Chloor (Cl)
Beer – Broom (Br)
Tekstverbanden
Hier een ezelsbruggetje voor de Tekstverbanden. Ik hoop dat het je helpt!
cc + tt + oo = rv.
Denk aan:
Cake.
Cafe.
+
Tegenwoordige.
Tijd.
+
Oude.
Opa.
=
Rot.
Vrouw.
Zon
de zon komt Op in het Oosten
de zon is S middags in het Zuiden
de zon is Nooit in het Noorden
de zon gaat Weg in het Westen
De snaren van een cello
Om te weten wat voor snaren een cello heeft
Achter De Grote Cello
A -snaar
D -snaar
G -snaar
C -snaar
Conferre
Conferre = bijeenbrengen, vergelijken
Bij een conferentie komt iedereen BIJEEN om zijn mening met een ander te VERGELIJKEN
Diode met kathode en anode
De kathode is negatief en de anode is positief.
Ezelsbruggetje is het woordje: KNAP
Type verdiensten
De type verdiensten kun je onthouden met het acroniem KANO
K apitaal –> Rente
A rbeid –> Loon of salaris
N atuur –> Pacht of huur
O mzet –> Winst
Hele en halve rust
Hele rust –> hangt onder de notenbalk
Halve rust –> ligt op de notenbalk
De hele rust duurt langer dan een halve rust. Omdat de hele rust langer duurt, is deze zwaarder, en daarom hangt deze onder de notenbalk. De halve rust duurt minder lang en is daarom minder zwaar en ligt daarom nog op de notenbalk.
De delen van de pharynx
De pharynx bestaat uit 3 delen (van boven naar beneden):
-De nasopharynx (bij de neusholte)
-De oropharynx (bij de mondholte dus oraal)
-De hypopharynx (hypo=laag dus dit deel ligt het laagst).
Professor
Om te onthouden hoe je professor schrijft, kun je denken aan
De professor heeft 1 fiets en 2 sokken
1 fiets = f
2 sokken = ss
Magnetische metalen
Alle metalen die magnetisch zijn, kun je onthouden met FeNiCo
Fe ijzer
Ni kkel
Co balt
Volgorde tijden geschiedenis t/m pruiken en revoluties
Jagende Griek met speer of rode peper
J= jagers en boeren
G= Grieken en Romeinen
M= monniken en ridders
S= steden en Staten
O= ontdekkers en hervormers
R= regenten en vorsten
P= pruiken en revoluties
Romeinse cijfers
Een gemakkelijk ezelsbruggetje om de volgorde van Romeinse cijfers te onthouden:
Ik verving Xaviers lekkere citroenen door meloenen:
I = 1
V = 5
X = 10
L = 50
C = 100
D = 500
M = 1000
Á ce soir
Á ce soir betekent tot vanavond. Dit lijkt op accesoir, als je uitgaat draag je accesoires.
Metriek stelsel
Km ~ kijk
Hm ~ hoe
Dm ~ dat
M ~ meisje
Dm ~ die
Cm ~ cirkel
Mm ~ maakt
Kijk hoe dat meisje die cirkel maakt!
