Duits Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Dativ

Aus bei mit nach, aus bei mit nach
Seit von zu, seit von zu
AuBer gegenüber, auBer gegenüber
Im dativ

-> op de toon van Vader Jakob

Door Jennifer

GOUDBEF 4e naamval

Gegen – tegen
Ohne – zonder
Um – om
Durch – door
Bis – tot
Entlang – langs
Für – voor

Door Michelle

Naamvallen aanvallen

Alle uitgangen in de Der-groep:

1: RESE
3: MRMN
4: NESE
Man/Vrouw/Onz./Meerv.

Dus je zegt gewoon: rese, mirmin, nese, en de tweede naamval is SRSR maar die gebruik je niet zo vaak.

Bij de ein-groep haal je alleen 1e MO weg en 4e O (Mannenlijk/Onzijdig krijgen geen uitgang)

Door Binc

ADie (AltijdDie)

Als je bij Duits het meervoud gebruikt, dan is het lidwoord “die”

Door Anne

Voorzetsels met datief

Gebruik het zinnetje “Met bij nacht van tegenover huis te zijn”

Met = mit
bij = bei
nacht = nach
van = von
tegenover = gegenüber
huis (=Haus) = aus
te = zu
zijn (=sein) = seit

Door Robbe

Dieb

Dieb = boef

Probeer dieb als een acroniem te zien, DIEB

D at
I s
E en 
B oef

Door Vera

Das Angebot

das Angebot = de aanbieding

Denk maar aan het aanbod

Door Kelsayney

Dativ voorzetsels

Zaagmens BV

Z= zu
a= aus
a= außer
g= gegenüber
m= mit
e= entgegen
n= nach
s= seit

B= bei
V= von

Door Daniël

Harde en zachte klanken

De harde ‘ch’ gebruik je bij de klinkers van AUtO.

De zachte ‘ch’ gebruik je bij de klinkers van EI.

Een auto is harder dan een ei.

Door Jacco

Duitse postcodes

Om de volgorde van de Duitse postcodes te onthouden kun je gebruik maken van de zin
Boer Harms Hoort De Koe Flink Stampij Maken

B erlijn – 1000
H amburg – 2000
H anover – 3000
D usseldörf – 4000
Köln – 5000
F rankfurt – 6000
S tutgart – 7000
M ünchen – 8000

Door J.

Regelmatige ww

Feesttenten
Je hakt FE ervan af
WohnE
WohnST
WohnT

WohnEN
WohnT
WohnEN

Door Eef

Das Märchen

das Märchen = het sprookje

Das Märchen lijkt op das Mädchen (het meisje).  In (bijna) elk sprookje komt wel een meisje/vrouw voor.

Door Myrthe

Voorzetsels van Dativ

Altijd Bij Moeder Naar Sport Vereniging op Zaterdag

Aus
Bei
Mit
Nach
Seit
Von
Zu

Door Thies

GANS von BAMZE

Gegenüber – tegenover
Aus – uit
Nach – naar/na/volgens
Seit – sinds

VON – van

Bei – bij
Außer – behalve
Mit – met
Zu – naar/ bij
Entgegen – tegemoet

Door Michelle

Voorzetsels met vierde naamval

Sommige voorzetsels hebben automatisch de vierde naamval bij zich. Deze voorzetsels zijn te onthouden met het ezelsbruggetje DOFEGUB (doof visje): 

D urch 
O hne 
F ür 
E ntlang 
G egen 
U m 
B is

Deze zin werkt ook:
De Feestelijke Ober Uit Griekenland Eet Bananen.


Door amber

Wanneer ‘die’ als voorzetsel

Woorden die eindigen op ‘skiehut’ hebben het lidwoord ‘die’ voor het zelfstandig naamwoord:

S chaft

K eit

I on

E i

H eit
U ng

T ät

Door Tijn

Vorvahren

Vorvahren= voorouders

Diegenen die voor je waren zijn je voorouders

Door Daniil

Uitgangen van Duitse werkwoorden (tegenwoordige tijd)

De uitgangen van Duitse regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vormen samen het woord (fe)esttenten:

(ich) wohn e

(du) wohn st

(er) wohn t   
(wir) wohn en

(ihr) wohn t 
(sie) wohn en

Door Max

auto

weet je niet welke klinkers een umlaut krijgt?

alle klinkers in AUTO krijgen een umlaut(ä)

Door jacco

Zelt

Das Zelt = de tent

Zelt lijkt op zeil en voor een tent heb je een zeil nodig.

Door Moniek

voorzetsels accusativus

DOFE GUB:

D – durch
O – ohne
F – für
E – entlang

G – gegen
U – um
B – bis

Door Elina

Umlaut

Alle medeklinkers uit het woord Auto krijgen een ümlaut

Door jacco

Welke letters umlaut?

De umlaut in het duits kan alleen met de auto klinkers, äütö dus

Door Lientje

Lidwoorden

Mannelijk: Rare Sam Moet Naaien =
deR, deS, deM, deN

Onzijdig: Schone Sam Moet Slapen =
daS, deS, deM, daS

Vrouwelijk: IEmand Raakt Rachel In Eens =
dIE, deR, deR, dIE

Meervoud: IEmand Raakt Nina In Eens =
dIE, deR, deN, dIE

Door Jorno

De werkwoorden met der, die & das

Er zijn 8 bijvoeglijke naamwoorden die net zo vervoegd worden als der, die & das. Deze kun je onthouden met de zin
Deze Week Maakt Sanne Alle Jongens Jaloes

D ieser
W elcher

M ancher

S olcher

A ller

J ener

J eder

Door Anoniem

4e naamval voorzetsels

Om de voorzetsels uit de 4e naamval te onthouden kun je zeggen:
Bier Uit Een Flesje Dood Geen Oudjes

Bis
Um
Entlang
Durch
Gegen
Ohne

Door Lise

Lied 3e naamval + de rest

1. Zing het deze tekst op de melodie van vader jacob:

Aus bei mit nach
aus bei mit nach
seid von zu
seid von zu
außer gegenuber
außer gegenuber
entgegen
entgegen

2.
Rechts En Snel Evacueren
Snel Rechts Snel Rechts
Maar Rechts Mag Niet
Niet Eerst Snel Eten

ik hoop dat jullie er wat aan hebben. zo heb ik het geleerd.

Door Anoniem

Voorzetsels met de dativ

Om te onthouden welke voorzetsels met de dativ gaan, kun je het volgende rijmpje op het deuntje van Vader Jacob zingen

Aus bei mi-it, aus bei mi-it

Von zeit zu, von zeit zu

Immer mit dem dativ, immer mit dem dativ

Gegen über nach, gegen über nach

Door Elise
Home
Alle items
Uploaden