Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Eenheden van de gram
Om de eenheden van de gram te onthouden, kun je denken aan de zin
Tankt Kees Gewoon Mee
T on
K ilogram
G ram
M iligram
Volgorde van berekeningen
Hoe Komen Wij Van Die Onvoldoendes Af?
Elke eerste letter telt voor een stap
H: haakjes
K: kwadrateren ( Machtsverheffen)
W: worteltrekken
V: vermenigvuldigen
D: delen
O: optellen
A: aftrekken
De komma
Om te onthouden wat er met de komma gebeurt bij vermenigvuldigen en delen, kun je denken aan
R = R en L = L
KeeR = Komma naar Rechts
DeLen = Komma naar Links
Bereik en domein
Het bereik –> de hemel, omhoog, de y-as
Het domein –> de vlakte, in de lengte, de x-as
Logaritmen en kwadraten
Welk getalletje uit een kwadraat zet je waar in het logaritme??
A^b=C
De uitkomst van het kwadraat moet altijd in de Log komen te staan.
Verder: wie zichzelf vernedert zal verhoogt worden (en andersom)
Dit betekend dat de A omhoog gaat (word het getalletje linksbovenaan de Log) en b gaat naar beneden (word de uitkomst van de Log)
Zo krijg je:
A^b=C -> ^ALog(C)=B
Ook te onthouden als:
□^♡=☆
^□Log(☆)=♡
SCHERP OF STOMP GRADEN
Scherp= de buitenste en de scherpste strakste lijn
Stomp=de binnenste de ronde lijn.
Costa Rica!
Weet je nou nooit in de eenheidscirkel of de cosinus nou op de X-as ligt of op de Y-as? Nu vergeet je het nooit meer:
COSta Rica, zand, zee, horizon, dus die ligt op de X-as.
Sinus ligt dan op de Y natuurlijk 😎
Het verschil tussen convex en concaaf
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan het Franse ‘la cave’, wat kelder betekent. Een kelder is hol
Concaaf = hol
Convex = bol
Toa, Sos, Cas
Toa, Sos. Cas
Tangens = overstaande : aanligende
Sinus= overstaande: schuine
Cosinus= aanligende : schuine
Factoren van 5 vermenigvuldigen
Om 25×25 gemakkelijk te berekenen, kun je dit trucje gebruiken.
20×30 = 600 + 5×5= 25, dus 25×25 = 625
Dit werkt bij alle factoren van 5
Bijvoorbeeld;
75×75 = 5625 –> 70×80= 5600 + 5×5=25 –> 5625
Het verschil tussen modus en mediaan
Om het verschil tussen modus en mediaan te onthouden, kun je denken aan ‘mode’ wat terugkomt in modus. Mode behelst de kleren die op dat moment het meest worden gedragen.
Modus = Het waarnemingsgetal dat het meest voorkomt
Mediaan = het middelste waarnemingsgetal
Goniometrie; SOL, CAL, TOA (Bij rechthoekige driehoeken)
SOL: sin(α) = overstaande (rechthoekszijde) ÷ langste zijde
CAL: cos(α) = aanliggende (rechthoekszijde) ÷ langste zijde
TOA: tan(α) = overstaande (rechthoekszijde) ÷ aanliggende (rechthoekszijde)
SOS/CAS zijn hetzelfde als SOL/CAL, maar een schuine zijde kan soms lastig te herkennen zijn.
Teller en Noemer
Als je moeite hebt met de quotientfunctie en dan welke ook alweer de noemer was en welke de teller:
de teller t(x) staat bovenaan, de Top dus t(x) Top
en zo volgt dat de noemer n(x) de onderste is.
De eigenschappen van transformaties
Deze eigenschappen kun je onthouden met het acroniem AHOE
A anpassen
H oekgrootte
O mega
E enheid
delen door 6
Snel of een groot getal door 3 of 9 deelbaar is, tel dan alle cijfers steeds bij elkaar op totdat je een 1-cijferig getal overhoudt. Is dat getal deelbaar door of 9 dan is het grote getal dat ook.
voorbeeld:
418617 deelbaar door 9?
4+1+8+6+1+7=27
2+7=9
418617 is dus deelbaar door 9
163536 deelbaar door 9 en 3?
1+6+3+5+3+6=24
2+4=6
6 is niet deelbaar door 9, maar wel door 3, dus 163536 is wel deelbaar door 3 maar niet door 9.
afgeleide van een breuk
als je de afgeleide van een breuk neemt gebruik dan:
NAT-TAN
————— (gedeelddoorstreep)
N²
NAT = Noemer x Afgeleide Teller
TAN = Teller x Afgeleide Noemer
N² = Noemer²
Goniometrie
Cosinus –> Cas : aanliggend / schuin
Sinus –> Sos: overstaand/ schuin
Tangens –> Toa: overstaand/aanliggend
Rekenvolgorde HMWVDOA
HMWVDOA = Hare Majesteit Wenst Vandaag De Open Auto
1. Haakjes
2. Machtsverheffen
3. Worteltrekken
4. Vermenigvuldigen
5. Delen
6. Optellen
7. Aftrekken
Wiskundige vergelijking (x,y)
Als je tussen haakjes werkt, komt eerst de x en dan de y. De x staat ook eerder in het alfabet.
Cirkel: omtrek of oppervlakte?
De omtrek is 2 x pi x r
De oppervlakte is pi x r²
Als er 1 r in voor komt, is het dus in meters en dus lengte. Als er r² in voor komt, is het vierkante meters, dus oppervlakte!
Metriek stelsel
Km ~ kijk
Hm ~ hoe
Dm ~ dat
M ~ meisje
Dm ~ die
Cm ~ cirkel
Mm ~ maakt
Kijk hoe dat meisje die cirkel maakt!
Het verschil tussen suppelementair en complementair
Om te onthouden hoeveel graden je draait bij supplementair en complementair, kun je denken aan de hoeveelheid P’s in het woord
SuPPlementair –> 2 p’s –> 180 graden draaien
ComPlementair –> 1 p –> 90 graden draaien
km-hm-dam-m-dm-cm-mm
kan het dametje met de centimeter meten
km=kan
hm=het
dam=dametje
m=met
dm=de
cm=centimeter
mm=meten
pi uitrekenen
may i have a large container of coffee beans
may 3
i 1
have 4
a 1
large 5
container 9
of 2
coffee 6
beans 5
3,14159265
Metriek stelsel
Krijgt Hij Dan Maar Drie Cakejes Mee?
K=Kilometer
H=Hectometer
D=Decameter
M=Meter
D=Decimeter
C=Centimeter
M=Millimeter
naast meter werkt het ook voor bijvoorbeeld liters
Omrekenen
Om te onthouden dat 1 kilo = 2 pond = 10 ons, kun je het volgende doen
Breng je handen samen (1 kilo), maak nu twee vuisten (2 pond), laat al jouw vingers zien (10 ons)
Cijfers van pi
De precieze cijfers van pi kan je onthouden met de zin ‘Yes I want a pizza, yesterday we wanted pizza, yes pizza!
De hoeveelheid letters per woord staan voor een getal van pi. En het verhaal gaat nog over pizza ook!
Pi is dus: 3,1415926535