
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Naamvallen aanvallen
Alle uitgangen in de Der-groep:
1: RESE
3: MRMN
4: NESE
Man/Vrouw/Onz./Meerv.
Dus je zegt gewoon: rese, mirmin, nese, en de tweede naamval is SRSR maar die gebruik je niet zo vaak.
Bij de ein-groep haal je alleen 1e MO weg en 4e O (Mannenlijk/Onzijdig krijgen geen uitgang)
Keuzevoorzetsels Duits
In Andere Achterbuurten Hebben (mensen) Uiteraard Nooit Zeeën Uien (zien) Vliegen
In = in, naar
An = aan, bij, naar
Auf = op
Hinter = achter
Unter = onder
Neben = naast
Zwischen = tussen
Über = boven, over
Vor = voor
Voorzetsels met vierde naamval
Sommige voorzetsels hebben automatisch de vierde naamval bij zich. Deze voorzetsels zijn te onthouden met het ezelsbruggetje DOFEGUB (doof visje):
D urch
O hne
F ür
E ntlang
G egen
U m
B is
Deze zin werkt ook:
De Feestelijke Ober Uit Griekenland Eet Bananen.
Modale werkwoorden
mogen=dürfen
kunnen=können
lusten=mögen
moeten=müssen
moeten=sollen
willen=wollen
weten=wissen
Mag jij, wil jij, lust jij dat wel? Moet ik, moeten wij, willen we dat weten?
Darfst du, kannst du, magst du das wel? Muss ich, sollen wir, wollen wir das wissen?
Uit je hoofd en zo weet je de betekenis
Das Märchen
das Märchen = het sprookje
Das Märchen lijkt op das Mädchen (het meisje). In (bijna) elk sprookje komt wel een meisje/vrouw voor.
Voorzetsels van Dativ
Altijd Bij Moeder Naar Sport Vereniging op Zaterdag
Aus
Bei
Mit
Nach
Seit
Von
Zu
Duitse postcodes
Om de volgorde van de Duitse postcodes te onthouden kun je gebruik maken van de zin
Boer Harms Hoort De Koe Flink Stampij Maken
B erlijn – 1000
H amburg – 2000
H anover – 3000
D usseldörf – 4000
Köln – 5000
F rankfurt – 6000
S tutgart – 7000
M ünchen – 8000
Wanneer ‘die’ als voorzetsel
Woorden die eindigen op ‘skiehut’ hebben het lidwoord ‘die’ voor het zelfstandig naamwoord:
S chaft
K eit
I on
E i
H eit
U ng
T ät
GOUDBEF 4e naamval
Gegen – tegen
Ohne – zonder
Um – om
Durch – door
Bis – tot
Entlang – langs
Für – voor
auto
weet je niet welke klinkers een umlaut krijgt?
alle klinkers in AUTO krijgen een umlaut(ä)
Naamvallen
Resman (klinkers weg) mnl
Der
Des
Den
Den
Dieddie Vrl
Die
Der
Der
Die
Diederdendie (spreek het eenmaal uit en je vergeet dit niet) Meervoud
Die
Der
Den
Die
Onz (gen+dat lijkt op mnl, nom + akk zelfde)
Das
Des
Dem
Das
Uitgangen van Duitse werkwoorden (tegenwoordige tijd)
De uitgangen van Duitse regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vormen samen het woord (fe)esttenten:
(ich) wohn e
(du) wohn st
(er) wohn t
(wir) wohn en
(ihr) wohn t
(sie) wohn en
De werkwoorden met een umlaut op de a
AFGeFFaLLen WerkWoorden Hebben STresS
A nfangen
F angen
G efallen
F allen
F ahren
L aufen
L assen
W aschen
W achsen
H alten
S chlagen
T ragen
S chlafen
voorzetsels accusativus
DOFE GUB:
D – durch
O – ohne
F – für
E – entlang
G – gegen
U – um
B – bis
de Dativ voorzetsels
ZAAGMENS BV
Z = zu
A = aus
A = außer
G = gegenüber
M = mit
E = entgegen
N = nach
S = seit
B = bei
V = von
Voorzetsels met de dativ
Om te onthouden welke voorzetsels met de dativ gaan, kun je het volgende rijmpje op het deuntje van Vader Jacob zingen
Aus bei mi-it, aus bei mi-it
Von zeit zu, von zeit zu
Immer mit dem dativ, immer mit dem dativ
Gegen über nach, gegen über nach
4e naamval voorzetsels
Om de voorzetsels uit de 4e naamval te onthouden kun je zeggen:
Bier Uit Een Flesje Dood Geen Oudjes
Bis
Um
Entlang
Durch
Gegen
Ohne
Werkwoorden bij de derde naamval
De werkwoorden die met de derde naamval gaan, kun je onthouden met de zin
Gelieve Geen Grote Kado’s Geven Hartelijk Dank
G lauben
G ehören
G ratulieren
H elfen
D anken
