Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Keerkringen
Om het verschil tussen de twee keerkringen te onthouden, kun je denken aan de zin
De kreeft zit op de steenbok
De kreeftskeerkring staat boven de evenaar, de steenbokskeerkrings staat onder de evenaar
pull en pushfactoren
Pullfactor: de betekenis van pull is trekken. Dus je trekt mensen aan dus er komen meer mensen naar je land.
Pushfactoren: de betekenis van push is duwen. Dus je duwt mensen uit je land
L’entree
L’entree betekent voorgerecht.
Als je in een restaurant bent loop je binnen in de entree het begin en voorgerecht is ook altijd begin.
substitutie of complementaire goederen
Denk bij substitutie goederen aan substitute teacher, een invallende docent, een vervangende docent. Substitutie goederen kun je met elkaar vervangen. Bij complementaire goederen moet je denken aan complete, volledig.
Complementaire goederen gebruik je samen, om ze volledig te kunnen gebruiken.
Lied 3e naamval + de rest
1. Zing het deze tekst op de melodie van vader jacob:
Aus bei mit nach
aus bei mit nach
seid von zu
seid von zu
außer gegenuber
außer gegenuber
entgegen
entgegen
2.
Rechts En Snel Evacueren
Snel Rechts Snel Rechts
Maar Rechts Mag Niet
Niet Eerst Snel Eten
ik hoop dat jullie er wat aan hebben. zo heb ik het geleerd.
Het verschil tussen hoge en lage luchtdruk
Om te onthouden hoe de wind draait bij een hoge of lage luchtdruk, kun je denken aan
H=H
Hoge luchtdruk = Horloge, met de klok mee
Lage luchtdruk = Tegen de klok in
Structuur van de lies
Om de structuur van lateraal naar mediaal te onthouden, kun je denken aan
NAVEL
N erve
A rtery
V ein
E mpty space
L igament
Oorzaken van mobiliteit
De oorzaken van mobiliteit kan je onthouden met WIVES:
Welvaart
Individualisering
Vergrijzing
Emancipatie
Schaalvergroting
Voorzetsels met de dativ
Om te onthouden welke voorzetsels met de dativ gaan, kun je het volgende rijmpje op het deuntje van Vader Jacob zingen
Aus bei mi-it, aus bei mi-it
Von zeit zu, von zeit zu
Immer mit dem dativ, immer mit dem dativ
Gegen über nach, gegen über nach
Pv zoeken
Waar beginnen we mee? Met de Pv en die komt met de TGV(Tijdproef, Getalproef, Vraagproef), ja of nee? (vraagproef met een ja/nee-vraag!!).
Perodiek Systeem
In het periodieke systeem zijn de periodes de rijen (horizontaal) en de groepen de kolommen (verticaal), om dit verschil te onthouden, kun je denken aan de woorden die ze representeren. Periode is een langer woord dan groep, periodes zijn dus langer dan de groepen.
Het verschil tussen zuur en basisch
Bij de lakmoesproef kan je zien welke kleur staat voor zuur en welke voor basisch door te denken aan
R = R en B = B
Rood is zuuR
Blauw is Basisch
Formule voor volume
Om de formule voor volume te onthouden, kun je denken aan de zin
VOLle LENGTE BRandt HOOG
Volume = lengte x breedte x hoogte
De spieren van de Rotatorenmanchet
Deze spieren kun je onthouden met SITS
S upraspinatus muscle
I nfraspinatus muscle
T eres minor muscle
S ubscapularis muscle
Het verschil tussen modus en mediaan
Om het verschil tussen modus en mediaan te onthouden, kun je denken aan ‘mode’ wat terugkomt in modus. Mode behelst de kleren die op dat moment het meest worden gedragen.
Modus = Het waarnemingsgetal dat het meest voorkomt
Mediaan = het middelste waarnemingsgetal
Volgorde bijv. voornaamwoorden
De volgorde van 2 of meer bijvoegelijk naamwoorden zijn:
opinion – size – quality – age – shape – colour – origin – material – purpose
Alle eerste woorden vormen osqas comp, wat lijkt op Oscars compamy.
Draaien
Wanneer je iets open/los of dicht/vast moet draaien.
DROL:
D: Dicht
R: Rechts
O:Open
L: Links
De Unie van Utrecht
Om de provincies die in de Unie van Utrecht zaten, te onthouden, kun je denken aan de zin
HUGO de GROot Zat Vast
H olland
U trecht
G elderland
O verijssel
GRO ningen
V riesland (!)
Août
De volgorde van de klinkers in het Frans voor ‘augustus’ is best lastig te onthouden. De klinkers staan op alfabetische volgorde:
a o u + t.
De a en de o zijn dicht. De u maken we zelf dicht met een dakje.
We schrijven dus: août.
Benzine
Om te onthouden welke moleculen er in Benzine zitten, kun je denken aan
SCHON
S zwavel
C koolstof
H waterstof
O zuurstof
N stikstof
Diode met kathode en anode
De kathode is negatief en de anode is positief.
Ezelsbruggetje is het woordje: KNAP
Ligamentum Hepatoduodenale
Om de drie belangrijke structuren te kunnen identificeren in het ligamentum hepatoduodenale, kun je denken aan Die Andere Vrouw
D uctus rechts
A rterie links
V ene achter
Toonladders met kruizen
Om de toonladders met de hoeveelheid kruizen te onthouden, kun je denken aan de zin Geef De Armen Een Bord Fis Cis (die laatste twee staan dan voor ‘visjes’).
G 1#
D 2#
A 3#
E 4#
B 5#
Fis 6#
Cis 7#
Steden in Drenthe
Om de steden in Drenthe te onthouden, kun je denken aan HEMA
H oogeveen
E mmen
M eppel
A ssen
Het verschil tussen midi en minuit
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan
D = D en N = N
MiDi = Dag
MiNuit = Nacht
He/she/it-regel
Om te onthouden welke persoonlijke voornaamwoorden een -S op het eind krijgen, kun je denken aan SHIT
S he
H e
IT
Technisch tekenen
Om de verschillende vormen van technisch tekenen te onthouden, kun je denken aan VESP
V erklarende tekeningen
E xploded view tekeningen
S triptekeningen
P rojecttekeningen