
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
De onderdelen van een plant
De onderdelen van een plant kunnen onthouden worden met BELKO
B ladoksel
E indknop
L id
K noop
O kselknop
Slovenië – Ljubljana
Om het land Slovenië met de hoofd stad Ljubljana te onthouden, kun je denken aan
Sloof je uit voor (koningin) Juliana
De schalen
Om de verschillende schalen op een kaart te onthouden, kun je denken aan de zin
Loop Recht Naar C Man
L okale schaal
R egionale schaal
N ationale schaal
C ontinentale schaal
M ondiale schaal
Ablativus
De ablatieven die je moet onthouden kan je leren met de afkorting WORMT:
W ijze
O orzaak/R eden
M iddel
T ijd
Verzuiling Nederland
Je kunt de groepen van verzuiling onthouden door Papa Koopt Lange Sokken
P rotestants
K atholiek
L iberaal
S ocialist
Some Say Money Matters
Some Say Money Matters But My Brother Said Big Boobs Matter More
Woord beginnend met S = sensorisch; woord beginnend met M = motorisch; Woord beginnend met B = Beide (Hersenzenuwen: sensorisch of motorisch).
De 12 hersenzenuwen:
n. Olfactorius – Sensorisch
n. Opticus – Sensorisch
n. Oculomotorius – Motorisch
n. Trochlearis – Motorisch
n. Trigeminus – Beide
n. Abducens – Motorisch
n. Facialis – Beide
n. Vestibulocochlearis – Sensorisch
n. Glossopharyngeus – Beide
n. Vagus – Beide
n. Accessorius – Motorisch
n. Hypoglossus – Motorisch
Assimiliatie en Dissimiliatie
A = A
D = D
Assimiliatie = Aanbouw –> De opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen
Dissimiliatie = Destructie –> De afbraak van organische moleculen tot kleinere moleculen
IJstijd in Nederland
De lijn tot waar de ijstijd in Nederland kwam, kun je onthouden door te denken aan de
HUN-lijn
H aarlem
U trecht
N ijmegen
Goniometrie
Cosinus –> Cas : aanliggend / schuin
Sinus –> Sos: overstaand/ schuin
Tangens –> Toa: overstaand/aanliggend
Steden in Drenthe
Om de steden in Drenthe te onthouden, kun je denken aan HEMA
H oogeveen
E mmen
M eppel
A ssen
Spanning, Stroom en Weerstand
Om het onderscheid te onthouden tussen spanning, stroom en weerstand, kun je denken aan
USV ISA RO
U –> Spanning in Volt
I –> Stroom in Ampère
R –> Weerstand in Ohm
Autotroof – Heterotroof
Autotroof –> A van Anorganisch. Halen dus energie uit Anorganische stoffen en zonlicht
Heterotroof –> Hetero’s zijn verliefd op organismen van het andere geslacht. Halen dus energie uit organische stoffen (andere organismen).
Het verschil tussen où en ou
Oú = waar
Ou = of
Je kunt hierbij denken aan de vraag; waar is het streepje?
Als het streepje erop staat, is het óu –> waar
Discedere
Discedere= alle kanten op gaan/uiteen
Denk aan discus werpen. De discus gaat alle kanten op
De actiepunten bij EHBO
De tien geboden voor de eerste hulpverlening, kun je onthouden met de zin
Goh, Gisteren Scheelde Het Maar Anderhalve Actiepunt Bij de C&R
G evaar?
G etuigen?
S lachtoffer aanspreken
H ulp zoeken/roepen
M ond bekijken
A demhaling controleren
A larm slaan
B eadem tweemaal
C irculatie controleren
R eanimeren
adress of address?
In het Nederlands heb je het woord ‘adres’. In het Engels raak je daarmee in de war, want daar betekent het iets anders. In het Engels betekent het ’toespreken’.
Ik kan onthouden dat ’to address’ met dubbel D is door het volgende ezelsbruggetje:
Als je mensen toespreekt ben je wat informatie bij de mensen aan het toevoegen -> ’to add’ (dus met dubbel D).
Frans Belle en Beau
Als je bij frans Belle en Beau door elkaar haalt, en niet weet welke vrouwelijk en welke mannelijk is: Denk dan aan Belle en het beest. Belle is hier een vrouw, dus Belle is de vrouwelijk vorm voor mooi en Beau de mannelijke!
He/she/it-regel
Om te onthouden welke persoonlijke voornaamwoorden een -S op het eind krijgen, kun je denken aan SHIT
S he
H e
IT
X en Y as
Y–> is lang (verticaal)
X–> is breed (horizontaal)
zo kan je onthouden welke lijn wat is in het assenstelsel
