Ezelsbruggetjes - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Het verschil tussen où en ou

Oú = waar
Ou = of

Je kunt hierbij denken aan de vraag; waar is het streepje? 
Als het streepje erop staat, is het óu –> waar

Door Anoniem

ARMA welke is X_t of Z_t

Nou kijk, als je hem omschrijft naar operator form, staat X_t links van de = en Z_t rechts, dus AR = X_t en MA = Z_t.

Door Hans

Toedieningsvormen

De verschillende toedieningsvormen kun je onthouden met SPROLTS

S ystematisch
P arentaal
R ectaal
O raal
L okaal
T ransdermaal
S ublinguaal

Door Esther

Hogedrukgebied en lagedrukgebied

Om het verschil te onthouden denk aan een strand in bijvoorbeeld Spanje

🌤 Hogedrukgebied = hoog aantal toeristen
want veel zon, is weinig bewolking, is weinig neerslag

🌧 Lagedrukgebied = laag aantal toeristen
want weinig zon, is veel bewolking, is veel neerslag

Er zijn weinig mensen om het strand bij slecht weer.

Daarbij kun je denken aan het rijmpje
“Hoog is droog en laag is vaag”

Hoog drukgebied is droog weer, laag drukgebied is regen

Door Quinty

Organisatieniveaus

Altijd Moet Celon Cellen Wegen Onder Orgels, Ook Planten Leven Ergens Binnen of Buiten

A: atoom
M: molecuul
C: celorganel
C: cellen
W: weefsel
O: orgaan
O: orgaanstelsel
O: organisme
P: populatie
L: levensgemeenschap
E: ecosysteem
B: bioom
B: biosfeer

Door Evy

De stikstofbasen in een DNA-molecuul

AT is GeC (Ad is gek)

A denine
T hymine

G uanine
C ytosine

Door Sanne

De onderdelen van het oog

De onderdelen van het oog kunnen onthouden worden met de zin

Bep Heeft Veel Inhoud ALS Greet Niet Veel Op Heeft

B eschermend vlies
H oornvlies
V oorste oogkamer
I ris
A chterste oogkamer
L ens(bandjes)
S traallichaam
G lasachtig lichaam
N etvlies
V aatvlies
O ogzenuw
H arde oogvlies

Door Anoniem

De leesstrategieën

De verschillende leesstrategieën kun je onthouden door de zin
Kom, Ik Ga Zo Op School

K ritisch
I ntensief
G lobaal
Z oekend
O riënterend
S tuderend

Door Anne

Avec

Avec = met

Denk aan patat avec. Een patatje met mayonaise

Door henk

Logaritmen en kwadraten

Welk getalletje uit een kwadraat zet je waar in het logaritme??

A^b=C

De uitkomst van het kwadraat moet altijd in de Log komen te staan.

Verder: wie zichzelf vernedert zal verhoogt worden (en andersom)
Dit betekend dat de A omhoog gaat (word het getalletje linksbovenaan de Log) en b gaat naar beneden (word de uitkomst van de Log)

Zo krijg je:
A^b=C -> ^ALog(C)=B

Ook te onthouden als:
□^♡=☆
^□Log(☆)=♡

Door Sandra

Toonladders met mollen

Om de toonladders met de hoeveelheid mollen te onthouden, kun je denken aan de zin
Finnen Beschouwen Eslanders Als Deskundige Geschiedenis Schrijvers

F –> 1 mol
Bes –> 2 mollen
Es –> 3 mollen
As –> 4 mollen
Des –> 5 mollen
Ges –> 6 mollen
Ces –> 7 mollen

Door Alex

fortasse- misschien

misschien koop ik een tas, misschien niet

Door myrthe

Gevaccineerde ziektes

Om de gevaccineerde ziektes te onthouden, kun je denken aan het acroniem DKTP;BMR

D ifterie
K inkhoest
T etanus
P olio

B of
M azelen
R ode Hond

Door Anke

HOODTI ( fucties Haven)

HOODTI: Handel
Overslag
Opslag
Diensten
Transport
Industrie

Door Damiaan

Tekstverbanden

Hier een ezelsbruggetje voor de Tekstverbanden. Ik hoop dat het je helpt!

cc + tt + oo = rv.
Denk aan:
Cake.
Cafe.
+
Tegenwoordige.
Tijd.
+
Oude.
Opa.
=
Rot.
Vrouw.

Door Anoniem

Ezelsbruggetje muzieknoot D

De muzieknoot D hangt te drogen, omdat de noot D onder de lijnen hangt

Door Kimberley

Retinēre

Retinere = tegenhouden

Als je iets retourneert, hou je het tegen

Door Hanneke

Naamvallen aanvallen

Alle uitgangen in de Der-groep:

1: RESE
3: MRMN
4: NESE
Man/Vrouw/Onz./Meerv.

Dus je zegt gewoon: rese, mirmin, nese, en de tweede naamval is SRSR maar die gebruik je niet zo vaak.

Bij de ein-groep haal je alleen 1e MO weg en 4e O (Mannenlijk/Onzijdig krijgen geen uitgang)

Door Binc

Eenheid van versnelling

versnelling a in m/s^2

“een a-tje met een kwadraatje”.

tijd dus in het kwadraat.

Door Digi

Hedonistische Calculus

Hoe onthoud je de zeven categorieën van genot in de hedonistische calculus?

In De Zee Naast Paal Z Rust

Intensiteit
Duur
Zekerheid
Nabijheid
Productiviteit
Zuiverheid
Reikwijdte

Door Lucas

De imperfectum

Om de imperfectum te onthouden, kun je denken aan de naam Ibrahim

Deze begint met de I van imperfectum en eindigt met de IM van imperfectum.
Ook staat BAM hierin, waaraan je de imperfectum vaak herkent.

Door storm

De werkwoorden met een umlaut op de a

AFGeFFaLLen WerkWoorden Hebben STresS

A nfangen
F angen
G efallen
F allen
F ahren
L aufen
L assen
W aschen
W achsen
H alten
S chlagen
T ragen
S chlafen

Door Seher

Lagen epidermis

Stratum …

Come (corneum)
Lets (lucidum)
Get (granulosum)
Sun (spinosum)
Burned (basale)

Door Sterre

Organische stoffen

Deze kun je onthouden met het acroniem KaPSaLoN

K oolstofverbindingen
S achariden
L ipiden
P roteïnen
N ucleïnezuren

Door Evy

Cado

Cado = vallen

Ik val bijna over al je cadeau’s

Door Anoniem

Het verschil tussen Flora en Fauna

Om het onderscheid te onthouden, kun je denken aan
L = L

FLora = pLanten
Fauna = dieren

Door Marie

Het verschil tussen neus en zolen

Neus = bovenaan de landkaart
Zolen = onderaan de landkaart

Je eigen neus zit ook bovenaan en je zolen onderaan

Door Lysanne
Home
Alle items
Uploaden