Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
7 levens verschijnselen
Als Vader Uitgaat Wordt Vader Goed Bezopen.
Als= ademen
Vader= voeden
Uitgaat= uitscheiden
Wordt= Waarnemen
Vader= voortplanten
Goed= groeien
Bezopen= bewegen
De lagen van de opperhuid
Om de lagen van de opperhuid van buiten naar binnen te onthouden, kun je denken aan de zin
Hoor Daar Komt Sint Binnen
H oornlaag
D oorschijnende laag
K orrellaag
S tekellaag
B asaalcellenlaag
Nieren
Om te onthouden wat nieren allemaal uit je bloed halen, kun je denken aan de zin
Onder Andere Troep
O verbodige stoffen
A fvalstoffen/afbraakproducten
T eveel aan stoffen
De verteringsvolgorde
Deze volgorde kun je onthouden door de zin
Koolmezen Eisen Vetbollen
K oolhydraten (in de mond)
E iwitten (in de maag)
V etten (in de 12vingerige darm)
Ordening dieren (organisatieniveau)
Die (domein)
Rijke (rijk)
Stinkerds (stam)
Kunnen (klasse)
Overal (orde)
Fijne (familie)
Gebakjes (geslacht)
Stoppen (soort)
Categorize organism
KiPCOFGeSp
Kingdom
Phylum
Class
Order
Family
Genus
Species
Binomial system Linnaeus
Betekenis ice theorie in ehbo:
I: immobilisatie ( je mobiel zit vaak in de kontzak en kan dus geen kant meer op)
C: compressie (een compressor spuit druk en met compressie zorg je ook voor druk)
E: elevatie (in het Engels is een lift elevator dat lijkt op het woord en een lift gaat omhoog dus het lichaamsdeel moet ook omhoog.
Onverzadigde en verzadigde vetten
Onverzadigde vetten heeft de O van “Oké” dus dat zijn de gezonde vetten die het lichaam nodig heeft.
Verzadigde vetten heeft de V van “Fout” (ff spreektaal natuurlijk) en dat zijn de ongezonde vetten wat je lichaam niet nodig heeft.
De verteringssappen in je lichaam
De verteringssappen in je lichaam kun je onthouden met het acroniem DAMAALGASP
DA rmsappen
MA agsappen
AL vleessappen
GA l
SP eeksel
De soorten gewrichten
Om de drie soorten gewrichten in het lichaam te onthouden, kun je denken aan
Kippen en Schapen Rapen
K ogelgewricht
S charniergewricht
R olgewricht
Orgaanstelsels
Deze kun je onthouden aan de hand van de zin
Vette Boeren Spelen Uiteindelijk Zomers Altijd Lekker Buiten
V erteringsstelsel
B eenderstelsel
S pierstelsel
U itscheidingsstelsel
Z enuwstelsel
A demhalingsstelsel
L ymfestelsel
B loedvatenstelsel
Hout- en bastvaten
De vaten en hun functie kun je onthouden met de zin
HAnS eet je BOrD leeg
H outvaten vervoeren
An organische stoffen in de
S tijgende sapstroom
Bastvaten vervoeren
OR ganische stoffen in de
D alende sapstroom
Het verschil tussen Flora en Fauna
Om het onderscheid te onthouden, kun je denken aan
L = L
FLora = pLanten
Fauna = dieren
Het verschil tussen genotype en fenotype
Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
Genotype –> verandert niet, het zijn je genen
Fenotype –> verandert wel, het is je uiterlijk
Functies steunweefsels
De functies van steunweefsels kun je onthouden met BOOT VS
B escherming
O pslag
O ndersteuning
T ransport
V erbinding
S tevigheid
Lagen van de opperhuid
Deze kun je onthouden met de zin
Bas Steekt Kor Door Hoofd
B asaalcellenlaag
S tekelcellenlaag
K orrellaag
D oorschijnende laag
H oornlaag
Het verschil tussen een spar en een den
Om het verschil tussen sparren en dennen te onthouden, kun je denken aan S = S en D = D
Spar = Solo (1 naald)
Den = Duo (2 naalden)
Functies in zenuwstelsel
Deze kun je onthouden met RO CV EU
R eceptoren –> O ntvangen
C onductoren –> V oortgeleiden
E ffectoren –> U itvoeren
ATP-moleculen
A = atoomgroep (molecuul)
T = ter bewaring (opgeslagen)
P = power (energie)
De beschikbare gekomen energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen
Pelvis
Pelvis = bot in je heup
Om te onthouden waar deze zit, kun je denken aan
Elvis de Pelvis
Elvis schudde namelijk vaak met zijn heupen
Graan soorten
Deze kun je onthouden met de zin
Hans Gaat Truusje Roepen
H aver
G erst
T arwe
R ogge
Het centrale dogma
Het centrale dogma mechanisme:
1. Replicatie
2. TransCriptie
3. TransLatie
De C komt voor de L dus transcriptie komt voor translatie in het mechanisme.
(Daarnaast is de R ook voor de T in het alfabet)
De magen van een koe
De volgorde van de magen van een koe zijn te onthouden met PeNiBeL
P ens
N etmaag
B oekmaag
L ebmaag.
Het experiment
Om de onderdelen van een experiment te onthouden, kun je denken aan de zin
Papa Hoort Eekhoorns, Bakt Reusachtige Cupcakes
P robleemstelling
H ypothese
E xperiment
B enodigdheden
R esultaten
C onclusie
Verbranding bij de mens en de kaars
Om de verbranding bij de mens te onthouden, kun je denken aan de zin
Goed, Zei Winston Koning Eergisteren
G lucose
Z uurstof
W ater
K oolstofdioxide
E nergie
Om de verbranding bij een kaars te onthouden, kun je denken aan de zin
Kopen! Zei Winston Koning Eergisteren
K aarsvet
Z uurstof
W ater
K oolstofdioxide
E nergie
Het verschil tussen homo-en heterozygoot
Om het verschil tussen homozygoot en heterozygoot, kun je denken aan homo- en heteroseksueel
Homozygoot = dezelfde allelen voor één eigenschap
Heterozygoot = twee verschillende allelen voor één eigenschap
Formule voor dichtheid
De formule voor dichtheid is
ρ = m*V
ρ = Dichtheid
m = Massa
V = Volume
De volgorde kun je onthouden door te denken aan het alfabet. De M komt voor de V in het alfabet en ook in de formule
Indeling dierenrijk
Ergens in September Hoort Willie Wortel Gekke, Slimme Grappen.
E = eencelligen
S = sponzen
H = holtedierne
W = wormen
W = weekdieren
G = geleedpotigen
S = stekelhuidigen
G = gewervelden
Bruine Boon
De onderdelen van een bruine boon kun je onthouden met HaNaPoZa
Ha rtvormig bultje
Na vel
Po ortje
Za adhuid