Nederlands Archives - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

Scrijf/ tekstdoelen

Isa (informeren)
Blijft (beschouwen)
Achteraf (activeren)
Ook (overtuigen)
Achter (amuseren)
in
Utrecht (uiteenzetten)

Door Lotte :)

Tautologie

Om te onthouden wat een tautologie is, kun je denken aan T = T

Tautologie = Twee keer dezelfde betekenis

Door Kim

Koppelwerkwoorden

Zwobbels

Z ijn
W orden
B lijken
B lijven
L ijken
S chijnen

Door Renée

Het metrum

De onderdelen van het metrum kun je onthouden met de zin

Jij Activeert Toch Die Andere Software

J ambe. v_

A napest. _v

T rochee. vv_

D actylus. _vv

A mfibrachus. _ _

S pondee. v_v 

Door Evy

Gebruik van eau

Bij woorden die eindigen op eau, zoals bureau, cadeau of niveau. De volgorde van de eau onthouden met Ezeltje Achter Uit.

Door Belle

Pv zoeken

Waar beginnen we mee? Met de Pv en die komt met de TGV(Tijdproef, Getalproef, Vraagproef), ja of nee? (vraagproef met een ja/nee-vraag!!).

Door Twan

eau

haal jij de eau ook altijd door elkaar
ik heb er een handig trucje voor

je spreekt de eau uit als een ” o ”
en de ” o ” lijkt op een nul (0)

Net als nul
e a u

snap je hem?? 😉

Door britt

De leesstrategieën

De verschillende leesstrategieën kun je onthouden door de zin
Kom, Ik Ga Zo Op School

K ritisch
I ntensief
G lobaal
Z oekend
O riënterend
S tuderend

Door Anne

Tekstsoorten en tekstdoelen

Deze kun je onthouden met het acroniem DIEP

D iverterende teksten –> ontspannen of amuseren
I nformatieve teksten –> informeren
E motieve teksten –> raken
P ersuasieve teksten –> overtuigen

Door Anoniem

Argumenten

Inductie
Deductie
Autoriteit
Analogie
Voorbeeld
Statistieken
Oorzak
Gedrags
Pragmatish

Door Matty

Het verschil tussen een optimist en een pessimist

Om dit verschil te onthouden, kun je eraan denken wat ze zouden zeggen bij heftige mistval

Optimist –> Op die mist! (postief)
Pessimist –> Wat een pest, die mist (negatief)

Door Chantal

Tekstverbanden

ChOpTeTo & VoReOoCo

Ch = chronologisch verband
Op = opsommend verband
Te = tegenstellend verband
To = toelichtend verband
Vo = voorwaardelijk verband
Re = redengevend verband
Oo = oorzakelijk verband
Co = concluderend verband

Door Mees

Professor

Om te onthouden hoe je professor schrijft, kun je denken aan
De professor heeft 1 fiets en 2 sokken

1 fiets = f
2 sokken = ss

Door Annoniem

Tekststructuren

De verschillende structuren kun je onthouden aan de hand van HOPOV

H andelingsstructuur
O nderzoeksstructuur
P robleemstructuur
O piniestructuur
V ergelijkingsstructuur

Door Sofie

Lijdend voorwerp

Stel de volgende vraag:
Wat kan ik (pv +wwg)? = LV

Voorbeeld:
Mijn vader wast de auto
Wat kan ik wassen? De auto = lv

De bakker weegt de koekjes af.
Wat kan ik afwegen? De koekjes = lv

Door Gretsken

Het lijdend voorwerp

Om te onthouden wat het lijdend voorwerp van een zin is, kun je denken aan de zin

Vader slaat moeder

Moeder lijdt hieronder en is het lijdend voorwerp

Door Marrit

Formele brief

Alle dingen waar je op moet letten als je een formele brief schrijft, kun je onthouden door de zin
Alle Paarden Doen Gek Als Sinterklaas Opkomt

A fzender
P laats en Datum
G eadresseerde
A anhef
S lot
O ndertekening

Door Anne

Beklemtoonde lettergrepen

Is de ‘e’ een neppe ‘u’? Dan is hij stom en de belangstelling niet waard –> “stomme u’tje” krijgt nooit de klemtoon.
Is er een klinker omringd door medeklinkers, dan is hij vast populair! Een gesloten lettergreep trekt in het woord de klinker naar zich toe.

Door Mara

Wintertijd

Wintertijd = je wint-er-tijd-mee

Door Claudine

Concurreren

Om te juiste spelling van het woord ‘concurreren’ te onthouden, kun je denken aan
Concurreren doe je niet alleen

De r is niet alleen

Door Rita

Commissaris

Bij de commissaris zijn 2 mannen en 2 smerissen. 

De 2 mannen = mm
De 2 smerrisen = ss

Door karlijn

tekstverbanden

SCOORT U?
S amenvattend
C oncluderend
O orzaak-gevolg
O psommend
R edengevend
T egenstellend
U itleggend/voorbeeldgevend

Door Nienke

Vreugde

LOVE

Leutig ( opgewonden )
Opgetogen ( enthousiast )
Verrukt ( grappig )
Euforisch ( zeer blij )

Door Anoniem

Onmiddellijk

Het woord ‘onmiddellijk’ juist schrijven kan je doen door te denken aan “Ik ga onmiDDeLLijk slapen”. Dit doe je met twee dekens en twee lakens.

Door Katja Tans

Het verschil tussen syntagmatisch en paradigmatisch

Dit verschil kun je onthouden door de zin
De Sint loopt horizontaal

Syntagmatisch –> de lineaire (horizontale) opeenvolging van woorden
Paradigmatisch –> de verticale opeenvolging van woorden

Door Katrijn

Soorten argumenten

Om de zeven verschillende soorten argumenten te onthouden, kun je denken aan de zin
Veel Fietsen En Andere Voertuigen Ergeren Mensen

V oorbeeld
F eit
E motie
A utoriteit
V ergelijking
E mpirisch
M oreel

Door Marlies

Het verschil tussen ei en ij

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan
EI = EI en IJ= IJ

De ge-kipte EI = het EI van een kip
De ge-stipte IJ =  met 2 stipjes IJ

Door Maria

Het verschil tussen als en dan

Het verschil tussen als en dan kun je onthouden aan de hand van het verschil tussen de vergelijkende trap en de verkleinende of vergrotende trap

Als –> vergelijkende trap –> evenveel ALS
Dan –> verkleinende/vergrotende trap –> meer/minder DAN

Door S!lke
Home
Alle items
Uploaden