Ezelsbruggetjes - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

PANQ (bij ontkenning)

Temps composé: (de ontkenning)

PANQ=
ne Personne
ne Aucun
ne Nulle part
ne Que

Regel bij PANQ ->
onderwerp+ ne +hulpwerkwoord+voltooid deelwoord + ‘personne’

Door Anoniem

Ridere

Ridere = lachen

Ridders moeten met elkaar kunnen lachen

Door Anoniem

Apostereo

Apostereo = beroven van
APO wordt beroofd van zijn STEREO

Door Marcia

Couloir

Couloir betekent gang

In de gang is het koel

Door Inge

Philip de Schone en Philip de Goede

Om te onthouden wie dit waren en waar ze vandaan kwamen, kun je denken aan

O = O en OE = OE

Philip de Schone kwam uit het Oostenrijke Huis 
Philip de Goede kwam uit het Bourgondische Huis

Door Marie

Lange ij, korte ei.

Als je een plank neerlegt op de puntjes van de lange ij dan blijft hij recht liggen, dus dan is het een sterk werkwoord en wordt het woord geschreven met een lange ij.

Want een sterk werkwoord is bijna altijd met een lange ij.

Door Brent

De buurlanden van Oostenrijk

Om de buurlanden van Oostenrijk te onthouden, kun je denken aan de zin
Daar Traint Sinterklaas Hard Studerend In Zwitserland

D uitsland
T sjechië
S interklaas
H ongarije
S lovenië
I talië
Z witserland

Door Suzanne

couter

Couter betekent kosten

Denk hierbij aan je gaat (S)couter kosten betalen

Door pleun

Voedingstoffen biologie

“Vader en moeder willen veel kinderen staan” voor de 6 voedingstoffen:
Vetten
Eiwitten
Mineralen
Water
Vitaminen
Koolhydraten

Door christian

Toonladders met mollen

Om de toonladders met de hoeveelheid mollen te onthouden, kun je denken aan de zin
Finnen Beschouwen Eslanders Als Deskundige Geschiedenis Schrijvers

F –> 1 mol
Bes –> 2 mollen
Es –> 3 mollen
As –> 4 mollen
Des –> 5 mollen
Ges –> 6 mollen
Ces –> 7 mollen

Door Alex

Interactietheorie

De verschillende onderdelen van de interactietheorie kun je onthouden door CAT

C omplementariteit –> het ene gebied moet iets kunnen leveren waar in het andere gebied vraag naar is 
A ndere mogelijkheden –> er mogen geen tussenliggende mogelijkheden zijn
T ransportbaarheid –> het moet allemaal in een redelijk tempo tegen een redelijke prijs kunnen worden vervoerd

Door George

Via

Via = weg, straat

Via die weg of die straat kom je thuis

Door Anoniem

Zuur bij water of water bij zuur?

Bij het maken van een oplossing moet je altijd goed oppassen met water en zuur. Om dit te onthouden, kun je denken aan het rijmpje
Zuur bij water en je slaat nooit een flater, water bij zuur betaal je duur

Door Didier

Redactoren met een negatieve electrodepotentiaal

Deze kun je onthouden door te denken aan de zin
LIeve Kleine BasCAs en NAtalie MoGen ALleen op ZoN en FEestdagen NIet SnoeP(B)en

Li -3,05

K -2,92

Ba -2,90

Ca -2,87

Na -2,71

Mg -2,34

Al -1,67

Zn -0,76

Fe -0,44

Ni -0,25

Sn -0,14

Pb  0,13

Ze staan in tabel 48 van de BINAS

Door Patrick

jou of jouw?

Als je niet weet of je ‘jou’ of ‘jouw’ moet gebruiken in een zin, maak er dan in je hoofd ‘u’ of ‘uw’ van. Dan weet je of er wel of of niet een ‘w’ achter ‘jou’ moet.

Door Chris

Warmtetransport

Voorbeelden nodig van de 3 vormen van warmtetransport? Denk aan de 3 vormen waar in een stof kan voor komen (fases)
Geleiding = door een vaste stof heen (metaal)
Stroming = vloeibare stof, zoals stromend water (douche)
Straling = gas: je ziet het niet, maar je voelt het wel.

Door Mr.koekman

Vanish

Vanish = verdwijnen

Vanish Oxi Action verwijdert vlekken

Door Savanna

Cela en eci

Cela eindigt op een A en dus dAt

Ceci eindigt op een i en dus dIt!

Door naromy

Timere

Timere = vrezen, bang zijn voor

Tim is bang voor iets

Door Sarah

De wervels

Deze kun je, van boven naar beneden, onthouden met de zin
HandBoeien Leiden Hoge Straf

H alswervels
B orstwervels
L endenwervels
H eiligbeen
S taartbeen

Door Rosalie

Factoren van 5 vermenigvuldigen

Om 25×25 gemakkelijk te berekenen, kun je dit trucje gebruiken.
20×30 = 600 + 5×5= 25, dus 25×25 = 625
Dit werkt bij alle factoren van 5

Bijvoorbeeld;
75×75 = 5625 –>  70×80= 5600 + 5×5=25 –> 5625

Door Anne Heleen

Das Märchen

das Märchen = het sprookje

Das Märchen lijkt op das Mädchen (het meisje).  In (bijna) elk sprookje komt wel een meisje/vrouw voor.

Door Myrthe

Reductor en oxidator (redox)

Oxidator neemt elektron op. Denk aan oxygen (zuurstof) dat nemen wij ook op. Of denk aan het wood “redox” en zet een pijl in midden van het woord.
RED->OX
RED staat voor REDuctor
Pijl staat voor elektron doorgeven.
OX staat voor OXidator
Dus REDuctor geeft elektron aan OXidator

Door Hannah

Grootheden in de Informatica

Deze kun je onthouden aan de hand van MUggeNPlaag

M –> Milli, 10 tot de macht -3
U –> Micro, 10 tot de macht -6
N –> Nano, 10 tot de macht -9
P –> Pico, 10 tot de macht -12 

Door Martien

Kenmerken van het fascisme

Om de acht kenmerken van het fascisme te onthouden, kun je denken aan de zin
Niets Nieuws Om Leuk Te Gaan Goed Vinden

N adruk op waar men tegen is
N ationalistisch
O nderscheid
L eidersbeginsel
T otalitair
G evoel meer dan verstand
G eweld verheerlijken
V rouwen zijn ondergeschikt

Door Michiel

DNA wenteltrap

A Tegenover T (van Tegenover)

G Contra C ( van Contra)

Door Pien

Praeter

Praeter = voorbij, behalve

Je mond voorbij praeten

Door Anoniem
Home
Alle items
Uploaden