
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
pi uitrekenen
may i have a large container of coffee beans
may 3
i 1
have 4
a 1
large 5
container 9
of 2
coffee 6
beans 5
3,14159265
12 Teamrollen van Belbin
Krasvaste Dus
Kwaliteitscontroleur
Rechter
Aanpasser
Slavendrijver
Vredestichter
Ambassadeur
Specialist
Teamleider
Evaluator
Diplomaat
Uitdager
Supporter
La randonnée
La randonnée = trektoch
Tijdens een trektocht loop je langs een ravijn en val je over de rand, O NEE!
Voorzetsels Gerund
De voorzetsels van de Gerund kun je onthouden met het acroniem WAFFOTO
W ithout
A bout
F rom
F or
O n
T o
O f
Het verschil tussen suppelementair en complementair
Om te onthouden hoeveel graden je draait bij supplementair en complementair, kun je denken aan de hoeveelheid P’s in het woord
SuPPlementair –> 2 p’s –> 180 graden draaien
ComPlementair –> 1 p –> 90 graden draaien
Appropriate
Appropriate = passend/gepast
Als je dit woord niet kan onthouden, denk dan aan appel – piraat (appropriate), een appel past wel in een piraat, maar een piraat niet in een appel. Passend dus.
Rivieren in midden-Nederland
De drie rivieren in het midden van het land, kun je van boven naar beneden onthouden met
LuiWamMes
L ek
W aal
M aas
Diatomische elementen
Om de diatomische elementen te onthouden denk aan de zin Have No Fear Of Ice Cold Beer
H(waterstof)
N(stikstof)
F(fluor)
O(zuurstof)
I(jood)
Cl(chloor)
Br(broom)
Het verschil tussen Flora en Fauna
Om het onderscheid te onthouden, kun je denken aan
L = L
FLora = pLanten
Fauna = dieren
Botten in handen en voeten
Deze botten kun je onthouden met de zin
Van Mijn Handen Tot Mijn Voeten, Haha
V ingerkootjes
M iddenhandsbeentjes
H andwortelbeentjes
T eenkootjes
M iddenvoetsbeentjes
V oetwortelbeentjes
H ielbeen
De uitgang EAU
Om de uitgang -eau te onthouden, kun je het zien als een acroniem. EAU
E en
A kelige
U itgang
Tekstverbanden
Hier een ezelsbruggetje voor de Tekstverbanden. Ik hoop dat het je helpt!
cc + tt + oo = rv.
Denk aan:
Cake.
Cafe.
+
Tegenwoordige.
Tijd.
+
Oude.
Opa.
=
Rot.
Vrouw.
Landschappen
Om de landschappen te onthouden, kun je deze zin gebruiken
Zonder Landschappen Zal De Rest Vergaan
Z andlandschap
L össlandschap
Z eekleilandschap
R ivierkleilandschap
V eenlandschap
Abonnement
Om de juiste spelling van het woord ‘abonnement’ te onthouden, kun je denken aan de zin
In de bus zaten twee nonnen met een abonnement
Bus = b
Nonnen = nn
Stikstof
Om te onthouden dat bij stikstof het symbool N hoort, kun je denken aan
Wanneer je stikt, roep je ‘Nee!’
Het verschil tussen AM en PM
Het verschil tussen AM en PM, kun je onthouden door ze als acroniem te beschouwen
AM –> Akelige Morgen (dus in de ochtend)
PM –> Prettige Middag (dus in de middag)
Geboortejaren van de Karels
Om het verschil te onthouden, kun je denken aan 5=5
Karel de Vijfde werd geboren in 1500.
Karel de Grote werd geboren in 742 nChr.
Het lijdend voorwerp
Om te onthouden wat het lijdend voorwerp van een zin is, kun je denken aan de zin
Vader slaat moeder
Moeder lijdt hieronder en is het lijdend voorwerp
