Ezelsbruggetjes - Ezelsbruggetje Spring naar content

Alle Ezelsbruggetjes

Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.

moleculen met 2 atomen

Brenda Houdt Naakt Feesten In Ons Clubhuis
Br2, H2, N2, F2, I2, O2, Cl2
Broom,Waterstof,Stikstof,Fluor,Jood,
Zuurstof,Chloor.

Door Jeroen

Warmtetransport

Voorbeelden nodig van de 3 vormen van warmtetransport? Denk aan de 3 vormen waar in een stof kan voor komen (fases)
Geleiding = door een vaste stof heen (metaal)
Stroming = vloeibare stof, zoals stromend water (douche)
Straling = gas: je ziet het niet, maar je voelt het wel.

Door Mr.koekman

Some of any

Bij vragen en ontkenny (ontkenningen) gebruik je geen some maar any.

Door Levi Kraaikamp

Elektrisch vermogen P in Watt

PIRI of PUUR

P = I^2 . R <= > P = I . R . I

P = U^2 / R <=> P = U . U . R

Door Digi

Een Frans streepje

Een streepje ( – ) = le trait d’union

Dit lijkt op traditionele ui

Door Elize

De spieren van de Rotatorenmanchet

Deze spieren kun je onthouden met SITS

S upraspinatus muscle

I nfraspinatus muscle

T eres minor muscle

S ubscapularis muscle

Door Gian

Het verschil tussen spoel en capaciteit

Om het verschil tussen de spoel en de capaciteit te onthouden, kun je denken aan het acroniem
LEI CIE

L Spoel
E Spanning eerst dan
I Stroom

C apaciteiet
I Stroom eerst dan
E Spanning

Door Barry

Etelo

Etelo = ik wil

Ik wil eten

Door Lara

Redactoren met een negatieve electrodepotentiaal

Deze kun je onthouden door te denken aan de zin
LIeve Kleine BasCAs en NAtalie MoGen ALleen op ZoN en FEestdagen NIet SnoeP(B)en

Li -3,05

K -2,92

Ba -2,90

Ca -2,87

Na -2,71

Mg -2,34

Al -1,67

Zn -0,76

Fe -0,44

Ni -0,25

Sn -0,14

Pb  0,13

Ze staan in tabel 48 van de BINAS

Door Patrick

Variabelen

Om het verschil tussen onafhankelijke, afhankelijke en interveniërende variabelen te onthouden, kun je denken aan O = O en IN = IN

Onafhankelijke variabele = Oorzakelijke variabele
Afhankelijke variabele = variabele die je kunt beïnvloeden
INterveniërende variabele = de variabele tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabele in

Door Nina

Structuur van de lies

Om de structuur van lateraal naar mediaal te onthouden, kun je denken aan 
NAVEL

N erve
A rtery
V ein
E mpty space
L igament

Door Lieuwe

Lagen van de opperhuid

Deze kun je onthouden met de zin
Bas Steekt Kor Door Hoofd

B asaalcellenlaag
S tekelcellenlaag
K orrellaag
D oorschijnende laag
H oornlaag

Door Lise

Oorzaken secondary nephrotic syndrome

Om de oorzaken voor secondary nephrotic syndrome (nierschade door eiwittekort) te onthouden, kun je gebruik maken van het acroniem DAVID:

D iabetes mellitus

A myloidosis

V asculitis

I nfections

D rugs

Door Victor

Abonnement

Om de juiste spelling van het woord ‘abonnement’ te onthouden, kun je denken aan de zin
In de bus zaten twee nonnen met een abonnement

Bus = b
Nonnen = nn

Door Anoniem

Redox

Om te bellen of een redox reactie verloopt doe je V(ox) – V(red). Ik vergat altijd welke je min de ander deed. Daarom het ezelsbruggetje

Fox – Fred
2 dieren die makkelijk te onthouden zijn.

Door Sabine

Het verschil tussen cohesie en adhesie

Dit verschil kun je onthouden door te denken aan

A=A

Adhesie = aantrekkingskracht tot een Andere molecuul

Cohesie = aantrekkingskracht tot een dezelfde molecuul

Door Klaas

De dammen van Nederland

De dammen en stuwdammen van Nederland, kun je onthouden met de zin
Super Veel Grietjes Vinden Het Boertje Ongelofelijk

S tormvloedklering Hollandse IJssel
V eersegatdam en zandkreekdam
G revelingendam
V olkerdakdam
H arinvlietdam
B rouwersdam
O osterschelde (stormvloedkering, oesterdam en philipsdam)

Door Emmy

Graan soorten

Deze kun je onthouden met de zin
Hans Gaat Truusje Roepen

H aver
G erst
T arwe
R ogge

Door Zoë

Invitus

Invitus = tegen mijn zin in

Ik ben tegen mijn zin in uitgenodigd

Door Jootje

Permeabel membraan

Om te onthouden wat een permeabel membraan is, kun je denken aan
Per = per

Permeabel membraan = permissive membrane –> doorlaatbaar membraan

Door George

Het verschil tussen sytole en diastole

Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan S = S en DI = DI

Sytole = Samentrekken
DIastole = DIvers, uit elkaar –> ontspannen

Door Anoniem

Oorzaken voor diarree

Om de mogelijke oorzaken voor bloederige diarree te onthouden, kun je denken aan
She Cries YES

S higella
C ampylobacter
Y ersinia
E nterobacter
S almonella

Door Ines

Magisme

Magisme betekent winkel
Denk hierbij aan een magazijn, wat heeft een winkel een magazijn.

Door xapie

Alle letters van het toetsenbord

Bas wil zelf gympjes kopen van de extra cheque

Door Marita

Het verschil tussen emigratie en immigratie

Dit kun je onthouden door te denken aan
I=I en E=E

Immigratie = In Nederland
Emigratie = Eruit

Door Marieke

Basis voor kaartgebruik

Om de basis voor het gebruik van kaarten te onthouden, kun je denken aan
POLS

P erspectief
O riëntatie
L egende
S chaal

Door Paulien

Present simple

De present simple komt voor bij gewoonte regelmatig en feit. Dit kun je onthouden door GiRaF en de signaal woorden kun je onthouden met SNORFEUS:

S ometimes
N ever
O ften
R egularly
E very

U sually
S eldom

Door Markus
Home
Alle items
Uploaden