
Alle Ezelsbruggetjes
Maak je moeilijke lesstof onvergetelijk met een ezelsbruggetje. Zoek ezelsbruggetjes per vak, of leer anderen leren met jouw ezelsbruggetjes.
Professor
Om te onthouden hoe je professor schrijft, kun je denken aan
De professor heeft 1 fiets en 2 sokken
1 fiets = f
2 sokken = ss
Lagen epidermis
Stratum …
Come (corneum)
Lets (lucidum)
Get (granulosum)
Sun (spinosum)
Burned (basale)
Viool- of G-sleutel
Om de noten op de balk te kunnen vinden, kun je naar de viool kijken. Deze heet ook wel de G-sleutel, en de punt in het midden rust op de balk van de G-noot. Vanaf hier kun je verder tellen.
Oplosbaarheid in water
Hydrofoob lijkt op fobie; deze stof heeft dus angst voor water en zal niet tot slecht oplossen.
Hydrofiel lijkt op pedofiel; deze stof houdt dus van water en zal dus goed oplossen.
Het verschil tussen biceps & triceps
Het verschil tussen biceps en triceps kun je onthouden door
B=B en TR=TR
Bicep = Buigspier
TRicep = TRekspier
Kwartaal
Een kwartaal is 1/4 van een jaar. Om het makkelijk te onthouden kun je aan een klok denken. Eén kwartier is één kwartaal.
Afdalen bij scubaduiken
Om de vijf aandachtspunten bij het afdalen te onthouden, kun je denken aan TOSTI-Ka’s
T eken
O riëntatie
S norkel-automaatwissel
T ijd
I nflator
K laren
K ijken
complere = vullen
Complere lijkt op compleet
Letterlijk is COMPLERE dus compleet maken, VULLEN
Nihil
de betekenis is niks
ik denk aan
A begint met een N van niks
B ik denk aan ni veel.
Keuzevoorzetsels Duits
In Andere Achterbuurten Hebben (mensen) Uiteraard Nooit Zeeën Uien (zien) Vliegen
In = in, naar
An = aan, bij, naar
Auf = op
Hinter = achter
Unter = onder
Neben = naast
Zwischen = tussen
Über = boven, over
Vor = voor
Het verschil tussen videt en vocat
Om dit verschil te onthouden, kun je denken aan I = I en O = O
vIdet = zIen
vOcat = rOepen
Voor het landen
Om te onthouden waar je aan moet denken voor een landing, kun je denken aan HARS
H oogte
A fstand
R ichting
S nelheid
Functies bindweefsel
De functies kun je onthouden door de zin
Stevige Trek, Bier Helpt Ook!
S teun en verbindende functie (oa organen, bot en kraakbeen)
T ransportmedium (cellen en bloed)
B eschermende functie (voorkomen van het verspreiden van micro-organismen)
H erstellende functie, na weefselschade
O pslag, chemische energie in vetcellen of Ca2+ en water in het bindweefsel.
De actiepunten bij EHBO
De tien geboden voor de eerste hulpverlening, kun je onthouden met de zin
Goh, Gisteren Scheelde Het Maar Anderhalve Actiepunt Bij de C&R
G evaar?
G etuigen?
S lachtoffer aanspreken
H ulp zoeken/roepen
M ond bekijken
A demhaling controleren
A larm slaan
B eadem tweemaal
C irculatie controleren
R eanimeren
Naamvallen aanvallen
Alle uitgangen in de Der-groep:
1: RESE
3: MRMN
4: NESE
Man/Vrouw/Onz./Meerv.
Dus je zegt gewoon: rese, mirmin, nese, en de tweede naamval is SRSR maar die gebruik je niet zo vaak.
Bij de ein-groep haal je alleen 1e MO weg en 4e O (Mannenlijk/Onzijdig krijgen geen uitgang)
Grote tertsen en kleine tertsen
Deze kun je onthouden aan de hand van Tante SI-DO-MI-Fa (De zus van Tante Sidonia)
Een grote terts = 2 tonen
Een kleine terts = 1 .5 tonen
De kleine terts zit alleen tussen mi-fa en si-do
De randstad
De steden van de randstad kun je onthouden met RAUD
R otterdam
A msterdam
U trecht
D en Haag
De Nederlandse tijdperken
Om de Nederlandse tijdperken te onthouden, kun je denken aan de zin
Sam Koopt Brood In De Bakker
S teentijd
K opertijd
B ronstijd
IJ zertijd
Overijssel
Bij topografie vragen ze naar drie steden in de provincie Overijssel. Dat zijn Almelo Hengelo en Enschede om deze volgorde te onthouden moet je dit onthouden: AHE
A : Almelo
H : Hengelo
E : Enschede
Als je dit vaak herhaald onthoud je het.
Hoekberekening Sos, Cas Toa
Met hoekberekening heb je 2 formules waardoor je elke hoek kan berekenen
Sinus= overstaande: schuine
Tangens = overstaande : aanliggende
Cosinus= aanliggende : schuine
Als je daarnaast
5= 10 : 2 neerzet kan je alles berekenen.
